Studentenleven
Wonen tussen gescheiden mensen: ‘Ik moest aangeven of ik kinderen had’
Masterstudent filosofie Thomas Stiegler (26) woont in een oude basisschool en leerde bij het werken in een verzorgingstehuis wat het doel van het leven is: 'Waren mijn grote ambities wel iets waard?'
Lorenzo Gerritsen
donderdag 14 maart 2024
Foto Taco van der Eb

Kamergrootte: 28m²
Huur: €730 incl.
Locatie: Vijf Meilaan

Je woont in een oude basisschool. Hoe ben je hier terechtgekomen?
‘Ik kwam net terug van een rondreis in Azië. In mijn geboorteland Oostenrijk had ik een tussenperiode van drie maanden om een studie te kiezen. In december kreeg ik een bevestiging dat ik in februari kon beginnen. Ik had dus maar een maand om een kamer te vinden.

‘Ik begon als een gek aanvragen te sturen. Dat leidde tot veel dubieuze voorstellen. Er was iemand die mij aanbood om met zijn zeventigjarige oom te wonen, in een armoedige kamer. Dat besloot ik maar niet te doen.

‘Twee weken voordat mijn studie begon, had ik nog niks. Toen ik deze plek van Young- en Divorce Housing mocht bekijken, dacht ik: “Dit is mijn kans!’’ Ik mailde of er een redelijke kans was om de kamer te krijgen, aangezien ik helemaal uit Oostenrijk kwam voor één bezichtiging.’

Divorce Housing?
‘Het is een makelaar die oude gebouwen opkoopt en renoveert en dan verhuurt aan mensen die in een relatiebreuk zitten. In zo’n turbulente fase van hun leven hebben zij snel een kamer nodig. Op het aanmeldformulier moest ik aangeven of ik in een scheiding zit of kinderen heb.’

‘Ik vroeg mij altijd af wat het game plan van het leven was’

Bevalt het hier?
‘In een oude school wonen is een nieuw concept voor mij, maar ik vind het hier fijn.Toen ik in München studeerde, woonde ik in een flat met veel andere studenten. Het was daar heel luid en ik wist dat ik dat niet wilde tijdens mijn master. Hier is het een betere mix. Je hebt jongeren, maar ook wat oudere mensen met kinderen. Het is levendig, maar ook rustig.’

Waarom ben je filosofie gaan studeren?
‘De nadruk bij filosofie in Leiden is meer seculier. Voor mij is dat interessant, want daardoor kom ik uit mijn christelijke bubbel. Het geloof bestaat of het bestaat niet. Als het bestaat, wat doe je er dan mee als persoon? Loop je weg of omarm je het? Ik vind het omarmen de moeite waard.’

Waarom?
‘Ik vroeg mij altijd af wat het game plan van het leven was. Als kind wil je iets groots doen, zoals astronaut worden. Veel tieners geven snel hun dromen op, maar ik had ze nog op de middelbare school. In Oostenrijk moet je na de middelbare school een sociale dienstplicht doen. Ik werkte in een bejaardentehuis. In mijn eerste maand werd ik daar veel geconfronteerd met de dood. De tragische omstandigheden van de ouderen ontgoochelden mij. Waren mijn grote ambities wel iets waard?

‘In het verzorgingshuis vroeg ik naar de wijsheden van de ouderen. Ik wilde weten wat je moet doen en wat je moet vermijden. Er was veel spijt. Iemand vertelde dat het leven voelt als een voetbalwedstrijd zonder teams, doelen, bal, regels en scheidsrechter. In feite sta je op het veld en denk je: “Wat doe ik hier?!”

‘Dichterbij bij God komen, veranderde alles voor mij: hoe God écht was, wat de Bijbel zegt en hoe Jezus het gat tussen iedereen en God probeert te overbruggen. Het vulde mijn voetbalwedstrijd in.’