Cultuur
Het lijkt niks, maar zegt zoveel
De Leidse schrijver en De Wereld Draait Door-huisdichter Nico Dijkshoorn speelt volgende week vrijdag met zijn band The Hank Five in Qbus. En hij nam stiekem Nederlandstalige liedjes op.
donderdag 11 april 2019
© Lub Pasterkamp

‘Ik zit ik al 35 jaar met Herman Klaassen in dit bandje. We waren allebei dienstweigeraar en werden te werk gesteld in de bibliotheek van Amstelveen. Dus dat was anderhalf jaar barcodes op boeken plakken, en dat soort gedoe. Herman bleek een heel goede jazzdrummer te zijn en ik speelde heel rudimentair elektrische gitaar. We hebben onze spullen in de bieb gezet en zijn in de pauzes gaan pielen in een hok.

‘We zijn altijd muziek blijven maken. De laatste vijftien jaar met z’n drieën: bassist Fred van Klaveren kwam erbij. Uiteindelijk kwam ik met mijn kop op tv. Toen zijn we ook met de band het theater ingegaan, maar we wilden ook graag in kroegen en kleine zaaltjes blijven spelen. In het begin was onze muziek stevig, maar de laatste tijd begint er steeds meer country, soul en americana door te sijpelen.

‘Het optreden in Qbus wordt een soort eerbetoon aan mijn muzikale helden. Lou Reed komt voorbij. Ik weet nog niet welk nummer, wellicht “Rock ‘n’ Roll”, van The Velvet Underground. Ik was veertien toen ik hem ontdekte: Transformer is een van de eerste platen die ik kocht. Laatst heb ik ook een boek met al zijn teksten aangeschaft. Dat gaat af en toe op schoot. Ook op papier blijven zijn teksten overeind.

‘Jezus, wat is dat goed geschreven. Vaak is het iets simpels, bijvoorbeeld: “I wanna play football for the coach.” In één zin schetst hij het beeld van een jongen die eigenlijk juist helemaal geen football wil spelen, dat doet hij dan maar voor de trainer. Je weet meteen heel veel over die knul.

‘Dat scheppen van een personage, dat spreekt mij als schrijver enorm aan. Het nummer “Sick Day” van The Fountains of Wayne gaat over een vrouw die in de trein op weg is naar haar saaie kantoorbaan en erover denkt zich ziek te melden. Dat doet ze uiteindelijk niet. Het lijkt nergens over te gaan, maar zegt zoveel.

‘Net na Reeds dood, in 2013, zat ik met Joost Zwagerman bij de De Wereld Draait Door. Zwagerman zat te zeuren dat Reed zo lastig te interviewen was, dat het geen aardige man was. Daar werd ik een beetje pissig van. Als er nou een iemand was die zijn hele leven lang goudeerlijk schreef over wat hem bezighield was het Reed wel. Luister naar de platen! Dan weet je haarfijn hoe hij de wereld zag.

‘Dat heb ik toch veel minder met Ronnie Flex, om maar eens iemand te noemen. Dat is toch iemand die heel commercieel naar een bepaalde doelgroep toeschrijft. Ik zit al jaren tegen iedereen aan te ouwehoeren dat hiphoppers nooit eens in het hoofd van een ander kruipen. Het gaat altijd alleen maar over de persoon zelf. Maak bijvoorbeeld eens een tekst over iemand die op het punt staat om bijna uit het leven te stappen.

‘Toen kreeg ik steeds vaker de reactie: “Schrijf dan zelf zulke liedjes.” Nou, dat heb ik gedaan, en ik heb er drie in het geheim opgenomen met Tim Knol. Ik heb ze, maar laat ze aan niemand horen. Ik ben er wel trots op, en het zijn mooie liedjes, toch is er ook wel schaamte. Ik vind het eigenlijk niet te doen als ik in het Nederlands zing. Het wordt meteen cabaret: Paul van Vliet achter de piano. Iemand anders moet de liedjes nog maar eens een keer doen.

‘Ik denk wel dat we er in Qbus eentje gaan spelen. Die plek voelt vertrouwd.’

Nico Dijkshoorn & The Hank Five Qbus,

vrijdag 19 april, € 12

Door Vincent Bongers