Studentenleven
Nachtduikers vinden buitenboordmotor terug
In het troebele water van de Kaag spoorde studentenduikclub LSD dinsdagavond een buitenboordmotor op die De Blauwe Schuit was verloren.
donderdag 4 april 2019

Door Bart Braun Duikinstructeur Jelle van Steen kijkt zorgelijk naar zijn hefballon. ‘Hoeveel zou dat zijn? Dertig liter? Veertig?’ Een hefballon is een stevige zak die zich onder water vult met lucht. Elke liter lucht verplaatst een liter water, en kan dus één kilo omhoog tillen. De grootste buitenboordmotor van De Blauwe Schuit weegt meer dan veertig kilo, dus of die ballon gaat helpen, is nog maar de vraag.

Het is de motor van de motorboot die de zeilvereniging gebruikt als ondersteuning voor zeilwedstrijden, en hij viel in het water bij het uitleggen van boeien, legt bestuurslid Marco Dijkxhoorn uit. Of de buren van de Leidse Studenten Duikvereniging hem omhoog willen halen?

De duikbriefing gaat over veiligheid – duikvlag, verlichting, andere boten op afstand – maar ook over verwachtingsmanagement. Als iets in het water valt, ligt het sowieso niet op de plek waar mensen zeggen dat ‘ie viel. In helder en warm water kan je vanaf die plek op je gemak gaan zoeken, maar de Kaag is geen van beide.

De avondlucht kleurt roze als twee valken van de Schuit uitvaren. ’s Avonds zijn er minder schepen, en Van Steen en buddy Michiel Fokkelman moesten uit hun werk komen. ‘Bij LSD mag je blijven plakken als je instructeur bent’, legt ICT-student Pelle Albers, belast met het aanpakken van duikmateriaal, uit.

Aangekomen bij de boei die de plek waar de motor viel zou moeten markeren, rollen de twee duikers het water in. Zoals verwacht: daar ligt ‘ie niet. Dat wordt zoeken. De boten gaan voor anker, en het begint te waaien. De Helly Hansen-jassen zouden moeten helpen, maar bestuurslid Martine Yavuz probeert toch dieper in haar reddingsvest te kruipen tegen de kou.

Tien minuten gaan voorbij. Twee zwarte vlekken verschijnen naast de boei. Raak? Het blijken meerkoeten. Nog eens vijf minuten later komen de duiklampen weer omhoog, op vijf meter van de boei. Het zicht in het water is zo’n drie meter, en vanaf de rand van de boot kun je net de bovenkant van de inderdaad te kleine hefballon zien. Met een lier halen de Schuiters juichend hun motor aan boord. ‘Hij kostte zo’n 2800 euro’, vertelt Dijkxhoorn opgelucht.

Later in de werkplaats nemen ze de schade op. ‘Als je nu aan het touwtje trekt, moet ‘ie gaan bewegen. Anders heeft ‘ie waterslag, en dan heb je een kutleven’, legt een jongen in overall uit. Er komt geen beweging in. Het mag de vreugde niet drukken, en de LSD’ers krijgen bier. Om één uur ‘s nachts is het nieuws nog beter: als de motor niet meer in z’n achteruit staat, start ‘ie wel. 30 seconden lang. De rest is aan een echte monteur.

Vindersloon? Dijkxhoorn: ‘LSD hoefde geen geld, dus we gaan binnenkort iets leuks voor ze regelen. En als die motor het straks weer doet, mogen ze zeker onze motorboot lenen.’