Studentenleven
'Ik woon in de bezemkast'
donderdag 28 maart 2019
© Taco van der Eb

Huis: Huize Drie Oct (Drie Octoberstraat)

Kamer: 5 m2

Huur: 260

Aantal bewoners: 6

Het is niet ruim hier.

‘Het is knus. Ik ben een gezelligheidsmens, en ervan overtuigd dat je ook iets kleins moet waarderen. Nu is het opgeruimd, maar in tentamentijd is mijn kamer een afspiegeling van mijn hoofd, druk met van alles.’

Kon je niet doorschuiven in huis?

‘Jawel, al zo’n tien keer. Mijn vijf huisgenoten hebben supermooie kamers. Ik heb er wel eens over gedacht, maar ik heb niet zoveel nodig. Ik slaap hier, studeer in de UB, ben veel weg. Dus waarom zou ik daar mijn geld in stoppen? Dat besteed ik liever aan veel dingen doen: koffie drinken in de stad, lunchen, vakanties. En aan een huis voor later. Mijn idee is dat het hierna beter wordt. Dat ik ook meubels van de kringloop en een stoel die ik van mijn oma heb geërfd kan neerzetten. Ikea-meubels zijn strak en goedkoop maar je kan er niet echt een eigen draai aan geven.’

Je hebt wel een tweepersoonsbed.

‘Mijn ouders zeggen vaak dat ik een bed in Leiden heb en niet een kamer. Mijn huis noemt het de bezemkast en maakt grapjes over dat we folie op mijn bed moeten doen, en daarop dan friettafel. Maar met huisgenoten en mijn roeiploeg eten we altijd ergens anders.’

Waar is je kledingkast?

‘Die heb ik niet! Mijn kleding zit in lades onder het bed, maar die storten altijd in dus dan moet mijn vader weer komen om het te maken.’

Je hebt hier ook een bloemetje staan.

‘Dat is een veldboeketje, van mijn ouders gekregen voor mijn bachelor. Dat geven wij in de familie vaak aan elkaar omdat we De Veld heten.’

Wat doe je nu?

‘Ik heb een tussenjaar geef ik geschiedenis op een middelbare school als onderdeel van een educatieve module en volgend jaar begin ik met de master Cities, migration and global interdependence. Migratie vond ik tijdens studie altijd interessant. Ik heb eerst nog stage gelopen bij de webredactie van Jinek, dat was echt zó leuk. Zij heeft ooit in Leiden bij Quintus gezeten. Ik schreef stukjes over haar speerpunten: feminisme, identiteit en diversiteit. Wel boeiend, eerst wist ik niet echt wat ik van feminisme vond en nu wel.’

Wat dan?

‘Ik vind het goed dat het er is. Ik zou mezelf nu ook wel omschrijven als feminist, maar wel een passieve. Gisteren kozen we bijvoorbeeld een commissiefoto en was er een met al onze mannen vooraan en de vrouwen achteraan. Toen zei ik wel van: jongens, dit kan mijn feministische hart niet aan.

‘En met de verkiezingen voor de Provinciale Staten heb ik op een vrouw gestemd.’

Heb je nog survivaltips voor lotgenoten met een kleine kamer?

‘Maak het persoonlijk met veel foto’s, neem witte muren en hang veel kastjes aan de muur. En je raam goed open houden, anders wordt het een muffe bedoening.’

Door Vera Arntzen