Achtergrond
Het recht op een bult
De betutteling van kinderen slaat door, zegt Froukje Hajer. Ze is adviseur jeugdbeleid en een van de sprekers tijdens het debat ‘Het recht op spelen.’
donderdag 14 maart 2019
Schilderij Girl With Black Eye (1953), gemaakt door Norman Rockwell.

Wat speelt er?

‘Dat kinderen niet optimaal kunnen spelen. Er is niet overal voldoende ruimte, ouders vinden het niet veilig om kinderen naar buiten te laten gaan, er is ongelofelijk veel afleiding van smartphones en tablets, en veel kinderen komen bijna niet in aanraking met de natuur. De Verenigde Naties riepen vijf jaar geleden regeringen op meer aandacht te geven aan belang van spelen.

‘En heel belangrijk: er is enorme prestatiedruk op school. Dat wordt belangrijker gevonden dan lummeltijd. Maar die tijd heb je nodig om te leren en te herstellen, en voor kinderen is spel de motor van de ontwikkeling.

‘Als kinderen goed kunnen spelen, hebben ze hun therapie op zak, zeggen orthopedagogen. Het is cruciaal dat niet iedereen steeds bovenop je zit en dat je steeds weer een diploma moet halen. Als alles voor je bepaald en geregeld wordt, is je probleemoplossend vermogen als volwassene behoorlijk beperkt. We weten altijd wat goed is voor de ander, maar soms heb je ruimte nodig om het zelf op te lossen.’

Aan de ene kant heeft het kind het recht te spelen, maar iedereen wil kinderen ook graag beschermen.

‘Ze hebben recht op een bult. Leren omgaan met risico’s is ook opvoeden. Maar het moeten wel aanvaardbare risico’s zijn, natuurlijk. Je mag best weleens ergens van af vallen. Kinderen moeten leren: dit is warm, dit is koud, dit is scherp. En via het spel leer je ontzettend veel.

‘En als iemand zich weer even verdiept in de basisschool, weet je weer hoe spannend het was, om bijvoorbeeld ruzie te maken en het zelf op te lossen. En dat je niet meteen in een pestprogramma gezet hoeft te worden. Als je alle tijd organiseert en in programma’s zet, ontneem je hen tijd om zelf te experimenteren.

‘Dat houdt niet op als kinderen vijf zijn, trouwens. Het Kinderrechtenverdrag gaat tot achttien jaar, maar grote mensen spelen ook. De belang van spelen wordt enorm onderschat, en dat willen we aan de kaak stellen.’

Maar hoe dan? Beleidsmakers kunnen moeilijk zeggen: die heuvel, of die speeltuin, maken we wat minder veilig.

‘Ze moeten zich aan bepaalde wet- en regelgeving houden, en dat is prima. Maar je kan ook doorslaan. Als je allemaal bordjes neerzet met “Pas op” en ‘‘Gevaarlijk!” dek je je alleen maar in. De kinderombudsman heeft geconstateerd dat kinderen ontzettend veel stress hebben van alles wat ze moeten doen en wat van ze wordt verwacht. Dat vond ik ook wel een signaal.’

Waarom zijn ouders voorzichtiger geworden? Uit cijfers blijkt dat het voor kinderen niet onveiliger is dan vroeger.

‘Nee, het is de beleefde onveiligheid. Het is de angst om aansprakelijk te worden gesteld, en de wil om de pijn en nare ervaringen van kinderen weg te nemen. Als je kijkt hoe ver grootouders van huis mochten als kind, en hoe het nu is, dat is zo’n groot verschil. Het is een trend.’

Heeft u zelf kinderen?

‘Ja, en een paar kleinkinderen. Ik leer zelf ook elke keer weer bij. Ik probeer ontzettend goed te kijken, niet te snel in te grijpen, maar wel aandacht erbij te houden. En ze vooral niet te storen bij hun spel.’

Donderdag 14 maart, 15-18u

Oude Sterrewacht B008/C104

Door Anoushka Kloosterman