Studentenleven
Het Clubje: 'Jazz is de vrijste muziekvorm'
donderdag 7 maart 2019
Vlnr: Ko Romen, Cédric Maris en Jelle Mes. © Marc de Haan

Jelle Mes (21, sterrenkunde en SSR-lid): ‘Wij zijn de studentenjury van de Leiden Jazz Award. Dat is een jaarlijkse wedstrijd tussen conservatoriumstudenten uit het hele land in de Stadsgehoorzaal. Onze jury telt als één stem. Buiten ons is er nog een hoofdjury van zes man.’

Cédric Maris (18, rechten en Quintus-lid): ‘Die zijn kundiger dan wij.’

Mes: ‘Dat zou ik niet zo willen zeggen. Er zitten ook niet-musici bij.’

Ko Romen (19, rechten en economie en Quintus-lid): 'Ze hebben in ieder geval meer ervaring.’

Maris: ‘In de finale op zondag 17 maart spelen vier muzikanten.’

Mes: ‘Voor die middag zijn nog kaarten te koop voor vijf euro. Oh, en we zoeken nog sponsors voor de financiering van de zaal en de catering!’

Maris: ‘We jureren op vijf criteria: deskundigheid met het instrument, samenspel, originaliteit, communicatie met het publiek en compositie. Elk onderdeel geven we een cijfer van één tot vijf.’

Mes: ‘In de finale reiken wij als studentenjury een bokaal uit. De winnaar van de hoofdprijs wordt door de gehele jury gekozen. Die wint duizend euro en mag een nummer opnemen in de studio.’

Romen: ‘Zelf speel ik saxofoon, ook soms op Quintus-evenementen. Iemand van het bestuur vroeg of ik een beetje kennis heb van jazz.’

Maris: ‘Ik ben via Ko gevraagd, we zitten bij hetzelfde dispuut. Ik ben totaal niet muzikaal opgeleid, maar vind jazz heel leuk. Met mijn stem vertegenwoordig ik het gewone volk, haha!’

Mes: ‘Ik speel net als Ko saxofoon, en speel in een huisband op SSR en in een jazzbandje.’

Maris: ‘Ik speel dus geen instrument, maar ik heb wel oren. Ik kan best horen of iets wel of niet goed klinkt. Iedereen kan jureren, als je maar kan onderbouwen. Je hoeft er niet heel veel verstand te hebben.’

Mes: ‘Je moet wel kunnen analyseren wat je hoort.’

Maris: ‘Maar als ik iets goed vind, vind ik iets goed. Mijn onderbouwing zal misschien niet conservatoriumwaardig zijn, maar daar zit ik ook niet voor.’

Romen: ‘Ik luister vaak voor mijn plezier naar jazz, zoals Charlie Parker.’

Mes: ‘Ik vind niet alle jazz fijn. Die smooth jazz, dat zachte en rustige, dat is niet echt mijn ding. Maar Eddie Harris is echt geweldig, die is wat energieker en heeft enorm uitgesproken saxofoonklanken.’

Maris: ‘Ik vind jazz een heel omvangrijk genre. Het is de vrijste muziekvorm die er is. Ik luister vooral naar soul jazz en pop jazz van artiesten als Ray Charles en Frank Sinatra.’

Mes: ‘Dat jazz zo breed is zie je hier ook terug. Vorig jaar deed er een muzikant mee die jazz combineerde met Catalaanse volksmuziek.’

Maris: ‘Op het begin dacht ik wel: hoe ga ik al die studenten jureren? Ze zijn allemaal hartstikke goed, anders waren ze niet toegelaten tot de conservatoria.’

Romen: ‘Ter voorbereiding lees ik me in. Maar uiteindelijk kun je pas op de avond zelf je oordeel vellen.’

Maris: ‘Ik bereid me niet voor. Ik wil me laten verrassen.’

Romen: ‘Je moet dus niet na het eerste optreden alleen maar maximale scores geven, want je hebt de anderen nog niet gehoord.’

Mes: ‘Maar aan het eind mogen we de cijfers nog veranderen. De afgelopen jaren was de mening van de studentenjury heel anders dan die van de hoofdjury, maar bij de eerste voorronde dit jaar kwam het erg overeen.’

Door Sebastiaan van Loosbroek