Studentenleven
1607: Studenten-haeters schoten met scherp
Het boterde niet altijd tussen de stad en haar studenten. Behalve tot opstootjes en vandalisme mondde dat ook uit in schietpartijen.
donderdag 7 februari 2019
Een dronken man wordt door de nachtwacht gearresteerd. Fragment van ‘Dronkenschap en zijn gevolgen’, door Jan Goeree, 1707.

Door Anoushka Kloosterman Op 15 december 1607 besloot rechtenstudent Assuerus Hornhovius zijn promotie te vieren met een feestelijke maaltijd, in het gezelschap van zijn professor, Everhard Bronchorst, en een paar medestudenten. De studenten besloten na afloop hun professor naar zijn huis te begeleiden. Alleen: Hornhovius zou daar nooit aankomen.

Wat er precies was voorgevallen, daarover hadden de nachtwacht en de professor nogal verschillende meningen. De studenten hadden alleen vrolijk gelachen, schreef Bronchorst in zijn dagboek, waarin hij tevens beloofde ‘nooit meer bij een student naar een feestmaal te gaan’.

De baas van de wacht, Jacob Willemsz. van Leeuwen, vertelde daarentegen dat de studenten de schutters uitscholden, hun degens pakten en hen in het nauw dreven, onder toeziend oog van de professor ‘die de lantaern in de handt hadde’. Toen een van de schutters werd verwond, werd er geschoten. Eenentwintig keer maar liefst. Gezien de snelheid van de vuurwapens uit die tijd moet het gros van de aanwezige schutters hun wapen op de jongen hebben afgevuurd.

Hoe het ook zij, het boterde kennelijk niet zo tussen de stad en de studenten. In het kader van academische vrijheid mochten studenten veel meer dan hun stadsgenoten. Maar nadat ze in 1594 de ruiten van zowel burgemeester als de schout ingooiden, en een voorbijganger het water injoegen en bijna lieten verdrinken, beval de stad dat niemand, dus studenten ook niet, ’s avonds zonder lantaarn op straat mocht zijn, en wapens of kostuums mocht dragen. De studenten waren kwaad: hun vrijheden waren ingeperkt, en ze werden nu op gelijke voet behandeld als ‘schandknapen en uitdragers, marketenters en kappersknechts’, schreven zij in een woedende brief.

Een paar jaar later, in 1600, overleed een student na een confrontatie met de stadswacht – ze hadden te veel gedronken, ging het verhaal. Er was zoveel onrust dat de stad in 1606 een nieuwe straatwacht inzette, geleid werd door iemand die woedende studenten ‘heerschen Joost’ noemden, ‘een haeter van alle studenten’. Een jaar later werd Hornhovius doodgeschoten.

Na de dood van Hornhovius kwam er een ‘studentenwacht’, van 54 man, die ‘beleefd zou optreden’ tegen studenten. De studenten waren niet blij. Ze verstoorden de inauguratie van de nieuwe rector, gooiden de ruiten van het auditorium in en sloegen de banken kapot. De ergste onruststokers werden opgepakt en gestraft. Maurits van Oranje zou hen later gratie verlenen.