Columns & opinie
Column: Geelzucht
donderdag 17 januari 2019

Zowat de enige plicht die je als mens in deze tijd nog hebt, is het serieus nemen van de wereld waarin wij leven. Dat gaat alleen verdomde lastig wanneer je jezelf telkens geconfronteerd ziet met de absurditeiten van alledag.

Nauwelijks aan de poppenkast van het Leidse studentenleven ontkomen, val ik als student in Parijs met mijn neus in de reëel bestaande actualiteit, die ik voorheen alleen van horen zeggen kende en zowel imposant als grotesk kan zijn.

Studeren in Frankrijk kan met het nodige revolutionaire oponthoud gepaard gaan, wist ik, en inderdaad begaf ik mij eens volgens de graffiti op een wegwijzer niet naar mijn universiteit, maar naar een ‘commune.’

De protestbeweging die de laatste maanden van zich heeft doen spreken is echter van een geheel andere orde. Geen studenten die revolutietje spelen, maar een beweging die de republiek werkelijk op haar grondvesten kan laten schudden. Althans, dat is wat mensen zeggen.

De gilets jaunes stellen de welwillende toeschouwer voor nogal wat problemen. Zo is het op de kleur van hun hesje na onduidelijk wat hen verenigt. Ze maken het je trouwens ook erg moeilijk om toeschouwer te blijven.

Toen ik tijdens de meest gewelddadige akte van het oproer poolshoogte ging nemen aan het front, kreeg ik al gauw een ampul met fysiologische zoutoplossing in mijn handen gedrukt tegen het traangas. Mijn sjaal moest ik om mijn gezicht binden tegen de zwarte rook van brandende auto’s en met mijn ogen in een boze uitdrukking dichtgeknepen, kon ik niet meer doen alsof ik erbuiten stond.

De adrenaline van het moment ten spijt, bleven de specifieke motieven van het protest mij onduidelijk. Het leek nog het meest een wellustige overgave aan de agressie te zijn. Je kon eindelijk weer eens lekker haten en vernielen.

Milities en splintergroeperingen die een geel hesje hadden aangetrokken, als toegangskaartje tot het speelplein. Oorlogsveteranen die voor de gelegenheid hun uniform weer eens uit de plunjezak hadden getrokken, hooligans, anarchisten en andere politieke hobbyisten. ‘Ah hoe! Ah hoe! Anticapitaliste!’ klonk het uit voorbij marcherende strijders ‘tegen werk’, terwijl aan de overzijde van de straat de Marseillaise werd gezongen en naast mij stenen uit de straat werden gebeiteld.

Een dieper sentiment van onbehagen onder verliezers van de vooruitgang, en al het andere wat op de beweging wordt geprojecteerd, zoiets verdient het natuurlijk om te worden aangehoord. Dat heb ik dan ook geprobeerd. Ik werd al snel wijzer: sigaretten kosten tegenwoordig 8 euro en een baguette maar liefst 1,20. Wiens schuld dit was, dat was zonneklaar, en alle vingers wezen richting het Élysée.

Door de karikatuur heen proberen te kijken, het is het enige wat je kunt doen.

Tim Hoffman is student geneeskunde