Columns & opinie
Column: Van Stockum
donderdag 6 december 2018

Op 15 december sluit boekhandel Van Stockum zijn deuren. Het pand Breestraat 113 wordt verlaten. De winkel keert niet terug.

Van Stockum, in 1833 begonnen in Den Haag, nadien uitgebreid met vestigingen in andere steden, waarvan er straks niet één meer over is. De sluiting van de zaak in Leiden is een van de vele stuiptrekkingen van het uitstervende boekenvak en stemt weemoedig.

Ik herinner me nog goed de eerste keer dat ik er was. Het was zaterdagochtend 30 november 2013. Ik studeerde en woonde nog in een andere stad en had mijn wekker gezet, zodat ik op tijd in de winkel zou zijn voor een plechtigheid, waar ik lang naar had uitgekeken. In de middeleeuwse kelder, waar in het halfdonker de verlichtende aard van boeken nog sterker naar voren komt en uit elke kier de geur van wijsheid ontsnapt, presenteerde Willem Otterspeer die ochtend zijn biografie van W. F. Hermans.

Hij deed voor hoe Hermans schreef: als een mitrailleur rammend op de toetsen van zijn typemachine, na afloop op rituele wijze het gif van zijn vingers schuddend, om het laatste beetje zuur toe te voegen aan de letters die zojuist op het papier zijn gestampt. Ik werd erdoor gegrepen en ingewijd in de magie van het woord, in een ruimte die precies daarvoor bedoeld is.

De biografie heeft nog lang een prominente plek in de winkel behouden. Als er één plek is waar de vruchten der wetenschap in al hun rijkdom voor het oog kunnen worden uitgestald, is het de boekhandel. De boekhandel is de kraamzaal van de universiteit. Het nieuwe leven dat er in de kasten staat is zo vitaal, dat een universiteitsstad niet zonder kan.

Wat blijft er over, als de boeken verdwijnen? De leegte die straks doorheen het metershoge glas van de etalage is te zien, kan de stad die dragen? Hoe moet dit nu verder, als de overgebleven boekwinkels in de stad respectievelijk geen sectie Franse literatuur hebben, van christelijk-evangelische gezindte zijn, danwel zich op ‘luxe artikelen’ toeleggen?

En wat gaat er gebeuren, die laatste dag? De trouwste klanten lopen nog één keer langs de tafels, maar de stapels zijn verdwenen. De laatst overgebleven voorraad zal in dozen worden afgevoerd naar God mag weten welke papierversnipperaar of verbrandingsfabriek. De kassa zal voor de laatste keer worden geleegd, maar niemand die de opbrengst wil hebben. En het laatst verkochte boek? Laat het iets van Keats zijn, indachtig het muurgedicht van de Engelse romanticus dat in de winkel is aangebracht, On Death. ‘And yet we think the greatest pain’s to die…’

Tim Hoffman is student geneeskunde