Columns & opinie
Alles wat er mis is met de wetenschap anno 2018
Benjamin Sprecher
donderdag 17 januari 2019

Vorige week was ik op bezoek bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Voor een simpele vergadering, om een conceptversie van een klein onderzoekje te bespreken. Ik had niet verwacht dat ik daar, in die vissenkom van een vergaderzaaltje op de Rijnstraat 8, zou worden geconfronteerd met alles wat er mis is met de wetenschap anno 2018. Maar dat is precies wat er gebeurde.

De context: samen met twee consultancyclubjes en een collega schrijven we een rapport over hoeveel grondstoffen we nodig hebben voor alle windturbines en zonnepanelen die we volgens het Nederlandse energieakkoord in de komende jaren gaan bouwen. Op de een of andere manier hebben de consultants dit onderwerp onder de aandacht kunnen krijgen, op het niveau dat een staatssecretaris ermee naar een Europese top gaat. Het bezoek was een afspraak met de zogeheten ‘begeleidingscommissie’ vanuit het ministerie.

Eerst nog even een vraag: hoe kan het eigenlijk dat consultants een relatief licht rapport over materiaalschaarste schrijven en daarmee ruim de aandacht krijgen, tot aan een staatssecretaris toe, terwijl mijn instituut er al minstens een decennium onderzoek naar doet? Ik ben zelfs op het onderwerp gepromoveerd. En oké, dat niemand mijn proefschrift heeft gelezen, is tot daaraantoe. Maar ook TNO heeft hier jarenlang rapporten aan gewijd – die klaarblijkelijk ook steevast zijn genegeerd. En als je dan ook nog klimaatsceptici, anti-vaxxers, en president Trump in de overweging meeneemt, kan je eigenlijk niet anders dan concluderen: wij wetenschappers doen iets heel erg verkeerd in onze communicatiestrategie.

Terug naar de vergadering. Aanvankelijk leek alles welletjes te gaan (de vrouw/man-verhouding was 1 op 10, maar dat terzijde), totdat we onze centrale resultaten bespraken. En in de bijbehorende grafiek stonden een paar lijntjes waar, volgens een van de ambtenaren, de staatssecretaris door in de problemen kon komen. Niet omdat de lijntjes niet klopten, maar omdat ze een politiek beladen discussie konden uitlokken.

Oh jee, een hoge ambtenaar die ons vraagt een grafiek bij te werken zodat die beter bij de politieke werkelijkheid past. En dat gelijk al bij mijn eerste opdracht voor een ministerie. Mijn collega en ik keken elkaar met gefronste wenkbrauwen aan en gingen voorzichtig de discussie aan.

Punt van discussie was een lijn die het Nederlandse aandeel van de wereldwijde vraag naar grondstoffen aangaf. Dit was meer dan waar we, gezien onze bevolking en bruto nationaal product, recht op hadden. Nu is er enorm veel te zeggen over dat concept ‘recht hebben op grondstoffen’, en daar ging het rapport niet over. De ambtenaar had helemaal gelijk dat het geen goed idee was om dat er zo gedachteloos in te zetten. We verzonnen een andere vergelijking. Iedereen tevreden.

Maar dat moment van stress, toen ik me realiseerde dat we gewoon niet zo makkelijk de kamer uit zouden kunnen lopen, als deze ambtenaar daadwerkelijk om iets had gevraagd waar ik het niet mee eens was. Dat moment was heel leerzaam.

Het is makkelijk om vanaf de zijlijn te roepen dat het een schande is als weer eens blijkt dat een wetenschappelijk rapport niet helemaal integer tot stand is gekomen. Maar het is minder makkelijk om jezelf uit zo een situatie te redden als je er per ongeluk in verzeild raakt (en voordat deze column om de verkeerde reden viral gaat: er was in dit geval niets aan de hand qua integriteit).

Laten we eindigen met het belangrijkste punt: als de maatschappij verwacht dat wetenschappers niet gevoelig zijn voor druk van opdrachtgevers, moet het absurde funding systeem, waarin wij voor onderzoeksfinanciering volledig afhankelijk zijn van externe partijen, op de schop. Maar in plaats daarvan wordt er dit jaar weer bezuinigd. Dus wordt het dit jaar weer moeilijker ons onafhankelijk op te stellen. Nu is er een actiegroep, WOinActie, die hier wat aan probeert te doen. Ik steun ze van harte. Hopelijk jullie ook.

Benjamin Sprecher is universitair docent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden