Columns & opinie
Opinie: Die Viva-nominatie krijg je niet zomaar
Likes verzamelen voor de Viva400, een ranglijst met invloedrijke vrouwen, is misschien niet ideaal. Maar het is wel degelijk een manier om rolmodellen bij de juiste doelgroep onder de aandacht te brengen, betogen Martina Vijver en Miranda van Eck.
donderdag 15 november 2018

Gefeliciteerd, u bent genomineerd voor de rubriek “knappe koppen” van de Viva400 waarin invloedrijke vrouwen worden opgenomen.

Superstoer: een erkenning van je kennis, het feit dat je gezien wordt, en dat je dus rolmodel kunt staan voor een grotere groep toekomstige vrouwelijke knappe koppen die we als Nederlandse samenleving zo nodig hebben.

Maar na het lezen van het artikel ‘Smeken om reeten’ (‘Geen commentaar’, Mare 7, 1 november) krijgen wij toch een vreemde bijsmaak.

Al jaren maken we ons druk om de onevenredige man-vrouwverdeling binnen bestuurs- en wetenschappelijke posities. Het opheffen van die onevenredigheid wordt veel bediscussieerd en verdwijnt maar langzaam, ondanks stimulatiemiddelen.

Vele knappe koppen - waaronder de leden van het vrouwennetwerk Research In Science for Equality (RISE) – zijn naarstig op zoek naar rolmodellen en besteden veel tijd om de vrouwelijke studenten te overtuigen dat een baan in de bètawetenschappen interessant en uitdagend is.

Dat is niet altijd even makkelijk, want doordat ze in de minderheid zijn, worden er allemaal extra bestuurlijke taken en representatieve taken gevraagd van deze knappe wetenschappers. Maar we doen het met liefde omdat we weten dat de komende generaties aan vrouwelijke talenten dan (hopelijk) niet in de minderheid hoeven te zijn. Viva is een blad dat gelezen wordt door jonge vrouwen tussen de 20 en 35 jaar; dit is dus precies de doelgroep die we zo graag straks als toppers in de wetenschap willen zien, op posities waar nu merendeels mannen zitten.

Oké, wat wij snappen (zoals historicus Sara Polak zo mooi verwoordde op Twitter) ‘de Viva400 lijkt niet op een Nobelprijs of Spinoza: het is een middel om vrouwen te bereiken, een vorm van valorisatie, met ook nadelen. Wij moeten valoriseren, maar doen we dat, is het weer “vanwege een leuk koppie, een inspirerende insta en een bak met volgers”’ – waarvan de laatste quote uit het Mare-stuk kwam.

Ook wij zien dat het verzamelen van likes niet een ‘feitelijke’ benadering is om een rangorde aan te brengen in een lijst met invloedrijke vrouwen. Maar het is belangrijk te blijven beseffen dat deze vrouwen toch echt wel zijn genomineerd op basis van het feit dat ze zich onderscheiden in hun vakgebied en inspirerend werken voor hun omgeving.

De illustratie behorende bij het artikel in Mare waarbij een vrouwelijke hoogleraar haar toga optilt en haar blote achterwerk toont, is er eentje waarbij de humor van de redactie een schaamteloze bijsmaak heeft gekregen. De academische toga is een ambtelijk kleed, een eeuwenoude traditie en symbool van gelijkheid binnen de universiteit, dat geen onderscheid maakt op basis van achtergrond of afkomst. De illustratie is daarmee niet alleen seksistisch maar ook zwaar beledigend.

De Universiteit Leiden heeft de ambitie een diverse en inclusieve universiteit te zijn en binnen alle lagen van de universiteit wordt hier hard aan gewerkt. Als universitair weekblad dat door vele studenten en medewerkers van de universiteit wordt gelezen heeft Mare hierin ook een belangrijke verantwoordelijkheid.

Alhoewel het artikel over het verzamelen van “likes” gaat, wordt te snel vergeten dat je niet zomaar genomineerd wordt en slaat Mare met de begeleidende illustratie de plank volledig mis.

En zo werd de nominatie van inspirerende vrouwen toch nog iets waar we lang over nadenken.

Martina Vijver en Miranda van Eck zijn hoogleraren aan de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en oprichters van het facultaire vrouwennetwerk Research In Science for Equality (www.rise.nu)