Wetenschap
Burgers boeten
Voor zijn boek Elke Formatie Faalt vergeleek Wimar Bolhuis de doorrekeningen die het Centraal Planbureau (CPB) maakt van partijprogramma’s met die van de regeerakkoorden.
donderdag 18 oktober 2018

Vertel.

‘Sinds 1986 hebben we in Nederland de traditie dat het CPB zowel de verkiezingsprogramma’s van verschillende partijen als de regeerakkoorden doorrekent. Dat geeft je een vakkundige en min of meer objectieve cijfermatige analyse, waarmee je de gemaakte keuzes voor en na de verkiezingen kunt vergelijken.’

Min of meer?

‘Ik ga in mijn proefschrift niet in op de vraag of het CPB die berekeningen ook anders had kunnen maken, vooral omdat het bureau internationaal heel goed staat aangeschreven. Ik keek alleen naar de verschillen tussen de partijkeuzes voor en na. Mijn voornaamste conclusie: de lastenverlaging voor burgers is gemiddeld 3 à 4 miljard minder dan werd beloofd. Bij het bedrijfsleven is dat juist andersom: zij krijgen gemiddeld honderden miljoenen lastenverlichtingen, of minder lastenverzwaring dan er in de programma’s stond aangekondigd.’

Maar er zijn economische argumenten waarom je dat zou willen doen, toch? 

‘Uit die berekeningen blijkt dat de regeerakkoorden tot slechtere macro-economische prestaties leiden dan de verkiezingsprogramma’s.’

En de kiezer vindt het blijkbaar niet erg, want die stemt nog steeds op dezelfde vier partijen. Waarom zetten die partijen dan niet gewoon in hun programma wat ze gaan doen?

‘Partijen worden gekozen door burgers, dus hun partijprogramma’s zijn voor burgers geschreven. Lastenverlichting beloven levert stemmen op, en goede cijfers van het CPB, maar vervolgens wordt dat niet volledig nageleefd in het regeerakkoord. Dan speelt de vraag of het bedrijfsleven wel tevreden is met het akkoord ineens mee. En het bedrijfsleven heeft ook een actieve lobby, natuurlijk.’

Is het niet een beetje flauw om de partijen hierop aan te vallen? Niemand had een meerderheid, en dus moest er onderhandeld worden.

‘Als je gaat onderhandelen, blijkt het moeilijk om te bezuinigen op de overheidsuitgaven. Maar dat wordt dan, keer op keer, gedekt door de lastenverlaging voor burgers niet door te laten gaan. Het is een algemene trend: óók als de economie en overheidsfinanciën goed gaan, óók als er linksere partijen in de regering zitten. Het is opvallend, en een politieke keuze, dat dat bij het bedrijfsleven niet gebeurt. Je ziet daarnaast dat het koopkrachtbeleid in regeerakkoorden meer nivellerend is dan je op grond van de verkiezingsprogramma’s zou verwachten, maar voor dat aspect van mijn proefschrift is er dan weer wat minder aandacht in de media.’

De titel ‘Elke Formatie Faalt’ suggereert dat u dit als een probleem ziet.

‘Zeventig à tachtig procent van de beloften wordt wel waargemaakt; er gaat veel goed in Nederland. Een beperkt deel van de formatie valt echter altijd anders uit, en altijd op dezelfde manier. De oplossing zou kunnen zijn dat partijen beter nadenken over of ze hun beloften wel gaan waarmaken, en dat ze bij het onderhandelen van het regeerakkoord beter nadenken over hun beloftes. Historicus Arend Jan Boekestijn zei dat elke informateur mijn proefschrift zou moeten lezen: blijkbaar gebeurt er bij elke formatie automatisch hetzelfde. Als je niet wilt dat dat gebeurt, moet je dus actief bijsturen.’ BB

Wimar Bolhuis, Elke Formatie Faalt.

Uitgeverij Brooklyn, 120 blz. € 10

Promotie was 11 oktober