Studentenleven
Column: In Europa
donderdag 27 september 2018

Omdat Leiden op den duur ook gaat benauwen, en de metropool blijft lonken, zet ik mijn studie en mijn leven een half jaar voort in Parijs. Het is het centrum van de wereld van honderd jaar geleden, het kosmopolitisch brandpunt waar de avant-garde in kunst en wetenschap naartoe trok voordat de twintigste eeuw Europa vernietigde. Precies naar het kosmopolitische levensgevoel van toen ben ik op zoek. Berlijn is over zijn hoogtepunt heen, Wenen voor oude mensen, het Duits ben ik toch niet machtig en er is al genoeg Engels in de wereld. Parijs dus.

Een uitstekende poging om de wereld van gisteren te reanimeren is het Erasmus-programma van de EU. Studeren in het buitenland met als doel de vorming van een gedeelde, Europese identiteit. Ikzelf volg weliswaar niet officieel dit programma, maar wel officieus, omdat ik in Frankrijk zit en hier met de juiste tactieken en contacten regels omzeild kunnen worden.

De Erasmus-ervaring begint, na een prélude in de vorm van een intensieve taalcursus, met de réunion in het oude amfitheater van de Sorbonne Université. Concentrische rijen houten banken, standbeelden van geleerden die vanuit hun nissen toekijken, een hoge koepel waar het licht vandaan komt en een enorm schilderij dat aan het zicht wordt onttrokken door het ervoor hangende scherm voor de Powerpoints.

Op het podium spreekt iemand ons toe. Studenten vertellen van wat Parijs zoal te bieden heeft. Daarna volgt het administratieve gedeelte, dat even vertederend als surrealistisch is. Bijna een uur lang worden de namen van de universiteiten van alle aanwezigen omgeroepen. Sapienza, Humboldt, Cambridge, Lissabon... We moeten naar voren komen en ons identificeren, waarna we onze studentenkaart ontvangen. Vanwege de soms onherkenbare Franse uitspraak weet niet iedereen wanneer hij of zij aan de beurt is, met een vrolijke chaos op het podium tot gevolg die de diversiteit van Europa vrij letterlijk laat zien.

Wat opvalt is de afwezigheid van studenten uit Oost-Europa. Terwijl Parijs ten tijde van het modernisme nog vele kunstenaars en vluchtelingen uit oostelijke richting aantrok, ben ik sinds mijn aankomst onder de studenten slechts een meisje uit Warschau tegengekomen. In het nachtleven en de betere warenhuizen is de Russische nouveau riche evenwel vaste gast, maar zou deze aanwezigheid niet ook op de universiteit moeten gelden?

Heeft deze scheve verdeling te maken met de populistisch-nationalistische wind die over het continent waait en met name in Oost-Europa tot de instituties is doorgedrongen? Wordt er geen Frans meer gesproken in Sint-Petersburg? Moet na zijn hart, ook de rest van Chopins stoffelijk overschot uit Parijs getransporteerd naar Polen? Verder naar het oosten lijken ze de metropool onverminderd op waarde te schatten. Met de talrijke Koreanen en Chinezen die hier continentale filosofie of film komen studeren is het in elk geval goed absint drinken.

Tim Hoffman is student geneeskunde