Studentenleven
Column: Een bescheiden meisje zonder ambitie
donderdag 20 september 2018

Afgelopen zomer was ik een paar weken in Oekraïne. Talencursus voor gevorderden, om mijn Russische spreekvaardigheid wat op te frissen. Ik kwam terecht in een klaslokaal met verder alleen maar jongens, een zeldzaamheid in de wereld van de talencursussen. Dat bleek een veeg teken.

Een van de thema’s die we op mijn eerste dag klassikaal moesten bespreken betrof de verschillen in spraak tussen mannen en vrouwen. ‘Mannen hebben een lagere stem’, begon een klasgenoot. ‘Vrouwen spreken over het algemeen een stuk sneller’, vulde ik aan.

Onze Oekraïense docente greep direct in. Het ging niet om de manier van spreken, maar om de thema’s waar mannen onderling over praten – politiek, economie, sport – en de onderwerpen waar vrouwen het over hebben. Moeiteloos werden de antwoorden op die laatste vraag opgesomd: mode, make-up, schoonmaken, mannen.

Vervolgens werd mijn klasgenoten gevraagd kenmerken van de ideale vrouw op te sommen. Opnieuw kwamen alle clichés aan bod. Toen vroeg een jongen aan onze lerares wat haar beeld van de ideale vrouw was. Ze dacht even na en antwoordde dat de ideale vrouw goed in het huishouden moest zijn, zorgzaam en leuk met kinderen. Een veelbelovende start.

En daar bleef het niet bij. Later die week gaf de docente mijn internationale klasgenoten tips over hoe ze een ‘goed’ Oekraïens meisje konden vinden om mee te trouwen. ‘Veel vrouwen hier zijn haaien. Je moet een net, bescheiden meisje hebben zonder ambitie, zoals Marit.’

Ik kreeg ook privélessen. In de afwezigheid van al mijn mannelijke klasgenoten zou er voor mijn lerares geen reden zijn om over vrouwen en vrouwelijkheid te praten. Dacht ik. Onze eerste privésessie begon ze met een verhaal over haar ketting, die gemaakt was door haar nichtje, een jonge vrouw die zeer bedreven was in handwerken. Zelf hield ze vooral van breien en af en toe wat schilderen. En wat voor kleding of sieraden vervaardigde ik in mijn vrije tijd?

Enigszins overdonderd antwoordde ik dat ik me liever met andere dingen bezighield. Mijn lerares kon haar verbazing niet op. ‘Kleine werkjes knutselen is echt de beste manier voor vrouwen om te ontspannen, hoor.’ Ik probeerde een beleefd antwoord te bedenken, maar werd gered door de directeur van de school, die binnenkwam om iets te overleggen. Na een korte woordenwisseling vertrok hij weer, maar niet voordat hij zich nog een keer omdraaide om aan mij te vragen of ik niet te verlegen werd in een groep met alleen mannen. Ik waardeerde zijn bezorgdheid.

Dat de verhoudingen tussen man en vrouw in een land als Oekraïne veel traditioneler zijn dan in Nederland en er om die reden veel seksisme vlak onder de oppervlakte van de samenleving zit, wist ik, maar nooit eerder was ik er zelf op zo’n directe manier mee geconfronteerd. Toch was het verfrissend om dit eens mee te maken. Op zulke momenten begrijp je pas hoe ver we in Nederland al zijn gekomen.

In Leiden heb ik volgens mij nooit een seksistische opmerking van een docent gehoord en vindt eigenlijk niemand grapjes over het aanrecht nog leuk. Op technische opleidingen wordt er bij het behandelen van bepaalde uitvindingen en formules juist uitentreuren benadrukt dat ze bedacht zijn door een vrouw, en geen docent bij geschiedenis zou het ooit in zijn hoofd halen om hardop te klagen over de bergen scripties over feministische onderwerpen. Als je in Leiden seksisme wilt ervaren zul je naar een studentenvereniging toe moeten. En daar kiezen vrouwen nog altijd zelf voor. Wat een luxe.

Marit de Roij studeerde geschiedenis en Russische studies in Leiden en vertrekt nu voor een vervolgmaster naar Oxford