Wetenschap
Zandmotor
donderdag 13 september 2018
© Joop van Houdt (RWS)

Nederlanders vinden Nederland een land van dijkenbouwers, maar tegenwoordig proberen we juist zo min mogelijk dijken te bouwen. Ze zijn prijzig, en niet zo goed voor de natuur. De Afsluitdijk van de eenentwintigste eeuw is de Zandmotor, een enorme opgespoten zandbank voor de kust van Zuid-Holland. Dat zand wordt door de zee langzaam over de vooroevers uitgesmeerd en daar voorkomt het kaalslag van strand en duin. Kost 70 miljoen euro, en vergeleken met de aanleg van dijken of dat zand zelf bij elk strand opspuiten is dat een koopje.

Om uit te zoeken of het ook beter is voor de plantjes en de beestjes zijn er wat biologen ingeschakeld, waaronder Peter van Bodegom van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. In het vakblad Estuarine, Coastal and Shelf Science geven ze een update. Ze vergelijken de superzandsuppletie met gewone opspuitsessies, en kijken naar de ongewervelde dieren.

Dat is ecologie, dus het antwoord is ingewikkeld: de zandmotor heeft zowel positieve als negatieve gevolgen, vergeleken met regulier opspuiten of niks doen. Zo is het totale aantal wormpjes, kreeftjes en zo meer lager, blijkt. Wel creëer je met zo’n enorme bak zand een nieuwe ecosysteempje: de luwe lagune tussen de zandmotor en de kust in, waar je een andere diersoortensamenstelling vindt dan je daar zou zien zonder zandmotor. Mogelijk kan de zandmotor niet alleen onze kusten, maar ook wat soorten beschermen, hopen de onderzoekers.