Columns & opinie
Waarom laten we ons werk jatten?
Hoewel het in strijd is met de auteurswet bieden steeds meer websites en deelplatforms oude tentamens, syllabi en collegeslides aan. De universiteit moet hiertegen optreden, betoogt hoogleraar rechten Willem van Boom.
donderdag 6 september 2018

De laatste tijd zijn er verschillende websites voor studenten verschenen die samenvattingen, testvragen, maar ook collegeslides, oude tentamens en syllabi aanbieden. Vaak werken ze volgens het principe van ‘delen’: studenten die documenten uploaden, krijgen toegang tot de informatie op het deelplatform. Soms wordt geld in rekening gebracht voor een abonnement. Deze sites zijn een wereldwijd fenomeen en er zit geregeld een serieuze investeerder achter. Er moet dus op termijn geld worden verdiend.

Wat moeten universiteiten hiervan vinden? Enerzijds kan men er weinig bezwaar tegen hebben: het is toch gewoon aan studenten om zélf hun leerpad te kiezen? Het is hun goed recht om hun eigen samenvatting online te zetten en daar wat aan te verdienen. En andere manieren waarop de markt bijspringt, zoals private bijlessen, vinden ook al eeuwen aftrek. Er is vraag naar. Dus als een universiteit daar niets van kan vinden, waarom dan wel van deze internetsites?

Universiteiten doen er verstandig aan om wél iets te vinden van deze sites, want er is ook een anderzijds.

Ik noem drie bezwaren. Allereerst zijn er serieuze vraagtekens te zetten vanuit de universitaire bedrijfsvoering. Als een docent bijvoorbeeld meerkeuzevragen ontwerpt, gebruikt en hergebruikt, kunnen we spreken van bedrijfsgeheimen. Zulke vragen maken vergt namelijk een grote tijdsinvestering en het hergebruik van vragen die hun waarde hebben bewezen, is één manier om die investering te laten renderen en om grootschalig onderwijs betaalbaar te houden. Dus als die vragen op straat liggen, heeft de universiteit een probleem. Elk jaar volledig nieuwe vragen maken, dat kan natuurlijk, maar het is duurder en kan de kwaliteit van de tentamens onder druk zetten.

Oude meuk

Dan didactische bezwaren. Als ik over mijn eigen vakgebied spreek: oud materiaal is precies dat, oud. Er is dus een reden waarom we die oude meuk niet meer aanbieden aan onze studenten. Studenten worden op het verkeerde been gezet als ze dat oude materiaal gebruiken. Oude slides, syllabi en tentamens weerspiegelen vaak niet langer de stof en oude standaardantwoorden niet langer de manier waarop we studenten aanleren te antwoorden. Wij geven onze studenten geregeld nieuw materiaal om mee te oefenen en zo nodig nieuwe instructies over de wijze van beantwoording.

Dan een juridisch bezwaar. Het materiaal waarover we het hier hebben is vaak wettelijk beschermd. Syllabi, slides, tentamenvragen en –antwoorden zijn producten die wij als medewerkers maken en waaraan de auteurswet met reden eigendomsrechten verbindt. Dat auteursrecht behoort toe aan individuen of de universiteit (dat hangt van de situatie af) en inbreuk daarop is niet toegestaan. Net zomin als een college opgenomen mag worden en geüpload zonder toestemming van de docent, is het niet toegestaan om de onderwijsproducten die wij maken, zomaar te jatten, te delen, vermenigvuldigen, verkopen of uploaden naar een of ander platform. (Zie ook: Politicologie pakt uittreksels aan, red)

Tot zover een aantal bezwaren. Er zijn er vast meer, maar ze benoemen maakt weinig indruk, zo is mijn ervaring. Een platform dat ik aanmaande om materiaal dat mijn intellectueel eigendom was van de site te halen, was niet onder de indruk en antwoordde doodleuk dat ik blij moest zijn dat zij de inbreuk ten minste openlijk pleegden. ‘Of heeft u liever dat het ondergronds gebeurt?’, was kort gezegd de wedervraag. Het liefst zou ik zien dat geen van beide gebeurt, maar ik ben niet naïef. Dat betekent echter niet dat we ons maar alles moeten laten aanleunen.

Business

Het gaat hier om business en dus is volgens mij de vraag: gaat de universiteit hier iets van vinden? Ik meen dat de grens moet worden getrokken bij auteursrechtinbreuk. Wat wij als medewerkers schrijven, maken en uitspreken, en dat origineel genoeg is om auteursrechtelijk te worden beschermd, is van ons. Wij mogen bepalen of het ‘open access’ is of niet. En ik denk dat er goede redenen kunnen zijn om ons werk níet op straat te leggen.

Vinden de universiteiten hier iets van? Misschien heeft het geen prioriteit, is er sprake van ‘kat uit de boom kijken’, angst voor een Don Quichot-rol of gewoonweg van instemming? Of kunnen binnenkort de eerste dagvaardingen bij deze platforms op de mat vallen?

Wat ook de reactie zal zijn, laat universiteiten wel goed beseffen dat het voor medewerkers demotiverend kan zijn om te zien dat hun harde werk aan goed en betaalbaar onderwijs gewoon wordt gejat om winst mee te maken. Misschien is voor universiteiten nog een alternatieve reactie denkbaar: een eigen landelijk of discipline-breed platform opzetten dat echt gratis is en waar de docenten bepalen wat wel en niet online wordt gezet.

Willem van Boom is hoogleraar privaatrecht bij Leiden Law School