Wetenschap
Traanvocht - Klauw - Oude kanker
donderdag 6 september 2018

Klauw

In The Lancet Neurology komen de Leidse neurologen Alla Vein en Alexander Mouret met een neurologische analyse van een zestiende-eeuws portret dat in het Uffizi-museum in Florence hangt. Het doek is van Agnolo Bronzino, een hofschilder van de Medici’s die bekend stond om zijn grondige anatomische kennis. Het is een afbeelding van de diplomaat Bartolomeo Panciatichi, en als je naar zijn linkerhand kijkt, zie je dat daar iets mee lijkt te zijn. De pink en de ringvinger zijn opgekruld, en lijken dunner dan die van zijn rechterhand. Zo’n ‘klauwhand’ is een typisch symptoom bij beschadigingen van de nervus ulnaris, de lange zenuw die in die twee vingers eindigt maar bij de meeste mensen vooral bekend is als verantwoordelijke voor de armbrede pijn die je voelt als je je telefoonbotje stoot. 

Vein en Mouret vermoeden dat er specifiek met die zenuw iets mis moet zijn geweest: er zijn wel ziektes die meerdere zenuwen verstoren, zoals onbehandelde suikerziekte, maar daar werd je in die tijd geen 75 mee, terwijl Panciatichi dat wel gehaald heeft.

Traanvocht

Promovendus Peter Raus heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de vorm van eiwitten in traanvocht te bestuderen. Eiwitten zijn behoorlijk grote moleculen, dus de standaard aanpak in de biochemie is om ze eerst in stukjes te hakken, en dan de samenstelling van de stukjes te analyseren. Bij de oogaandoening keratoconjunctivitis sicca, waarbij de patiënt hele droge ogen heeft, lijkt echter niet de samenstelling maar de vorm van de eiwitten belangrijk te zijn. Raus vergeleek voor zijn promotie het traanvocht van patiënten met dat van gezonde vrijwilligers. Uiteindelijk hoopt hij tot een database van alle eiwitvarianten te komen, zodat met een paar druppels traanvocht snel de diagnose gesteld kan worden. Raus promoveerde afgelopen dinsdag op zijn bevindingen.

Kanker

Kanker heeft de reputatie van een moderne welvaartsziekte, maar ook vroeger kwam het voor. In de resten van oermensen zijn sporen van botkanker gevonden, en in Egyptische papyrusrollen van 3000 voor Christus wordt gesproken over de amputatie van borsten met uitzaaiingen. De term ‘carcinoma’, die in de medische literatuur gebruikt wordt, komt van de Griekse arts Hippocrates himself, toch ook alweer zo’n 2500 jaar geleden.

De Leidse archeologen Rachel Schats en Menno Hoogland beschrijven in het International Journal of Paleopathology het skelet van een Nederlandse kankerpatiënt uit de Middeleeuwen. De enige die tot nu toe bekend is, zelfs. Hij of zij - het skelet is niet compleet genoeg om dat te kunnen zeggen - werd opgegraven vanuit de begraafplaats van een Kampens ziekenhuis uit die tijd. Het skelet heeft aantastingen op de ribben en het ene gevonden schouderblad die vrijwel zeker het gevolg zijn van uitgezaaide tumoren. De patiënt heeft hulp gezocht bij het ziekenhuis, nemen de archeologen aan, maar hoeveel hulp er toen te geven viel, is onduidelijk.