Achtergrond
Meer dan d's en t's
Volgens psycholoog Bart Huisman leren studenten beter schrijven als ze elkaars werk beoordelen. Maar dan moeten docenten deze peer feedback wel goed organiseren.
donderdag 6 september 2018
‘De strenge schoolmeester’, geschilderd door Jan Steen (ca. 1658-1670).

Door Vincent Bongers Gaan studenten beter schrijven als ze kritiek krijgen van collega’s? Dat lijkt zo te zijn, blijkt uit onderzoek van psycholoog Bart Huisman, waarop hij 12 september hoopt te promoveren. ‘Goed gecontroleerd onderzoek naar de impact van zogeheten peer feedback op academische schrijfprestaties staat nog in de kinderschoenen. Dat is ook heel logisch', zegt Huisman. 'Ik denk dat studenten gaan stuiteren als je de ene helft van een groep wel feedback laat geven en de andere helft niet.

'Maar voor zover we studies vonden, lijkt het echt positief effect te hebben op schrijfprestaties. Het gaat dan over complexere opdrachten: essays, verslagen of onderzoeksrapporten. Studenten die elkaars werk beoordelen lijken meer impact te hebben op schrijfprestaties dan helemaal geen feedback of self-assessment. En als je het vergelijkt met feedback van docenten dan is de impact ongeveer gelijk.

‘Nog los van de resultaten van die onderzoeken ben ik ervan overtuigd dat studenten door goed georganiseerde peer feedback beter kunnen leren schrijven. Vooral ook omdat je niet alleen een stuk schrijft, maar ook commentaar levert op een artikel van een ander, en ook nog eens feedback van een student ontvangt.’

Studenten moeten elkaar steeds vaker beoordelen. Dat werkt lang niet altijd goed. ‘Een van de nadelen is dat je lang niet altijd beoordelingen ontvangt waar je echt iets aan hebt’, zegt vierdejaars psychologiestudent Robin Bekker (21). ‘Het is verplicht om commentaar te geven, maar ik heb de indruk dat docenten dat niet controleren. Veel studenten geven dan ook reacties die nergens op slaan. Of ze gaan niet echt in op de inhoud.’

Regina den Otter (22), vierdejaars criminologie, heeft ook weleens slechte ervaringen gehad. ‘Ik heb ook weleens mijn hart en ziel in een review gestort en kreeg vervolgens een summiere reactie op mijn eigen paper: “Je bent daar en daar een komma vergeten.” Daar zit je dan niet op te wachten.’

‘Ik heb ook wel reacties gekregen waaraan je zag dat iemand er veel tijd in had gestoken’, zegt Bekker. ‘Dat was commentaar waar ik echt iets aan had. Studenten zijn soms creatiever dan docenten; bijvoorbeeld in het bedenken van goede voorbeelden.’

‘Het hangt af aan wie je gekoppeld bent’, aldus Den Otter, ‘maar op zich is het wel chill. Je leert van de persoon die jouw paper beoordeelt en tegelijkertijd leer jij zelf kritisch kijken naar het werk van de ander. Je helpt elkaar tijdens de studie vooruit. Dat is positief.’

‘Ik ken de verhalen dat studenten peer feedback niet serieus nemen’, vertelt Huisman. ‘Bij de vakken waar ik onderzoek naar heb gedaan, waren er echter nauwelijks problemen. Natuurlijk zijn er altijd wel een paar studenten die er geen energie in stoppen. Die schrijven: “Goed gedaan!” en dat was het dan.

'Van de ongeveer 120 studenten pedagogiek die meededen aan de studie, waren er maar vijf of zes die het bijltje erbij neergooiden. Dat komt ook omdat de docent er scherp op let dat er serieus commentaar wordt gegeven. Als studenten weten dat er wordt gecontroleerd of zij wel serieuze feedback geven, gaan ze zich daarnaar gedragen.’

De werkdruk voor docenten zal door peer feedback niet verminderen, vermoedt Huisman ‘Docenten moeten flink wat tijd investeren om het op poten te zetten. Maar als je eenmaal een opdracht hebt klaargezet in een programma als Turnitin, dan kun je die later zonder veel aanpassingen hergebruiken.’

Een beoordeling door studenten kan een docent wel helpen. ‘Eerstejaars studenten focussen bij het nakijken al snel op elementen als schrijfstijl’, aldus Huisman. ‘Ze hebben nog niet de ervaring om naar concept en inhoud van een stuk te beoordelen. Voor docenten is het echter wel prettig als spelling en schrijfstijl al door studenten zijn bekeken: dan kunnen zij zich meer richten op de inhoud en minder op d’tjes en t’tjes.’

Ook belangrijk: hoe studenten reageren op kritiek van medestudenten. ‘Soms nemen ze de correcties vrij klakkeloos over, ook als ze het oneens zijn met de feedback van een docent of een student-assistent. De docent weet het natuurlijk beter. Ook al snapt de student niet waarom wat hij heeft geschreven niet in orde is.

‘Uiteindelijk gaat het erom hoe kritisch studenten de feedback die ze krijgen beschouwen. Een voordeel van peer feedback is dat correcties en opmerkingen van medestudenten kritischer worden bekeken. Reacties van studenten zijn echter geen vervanging voor feedback van de docent. Het is complementair.’

Het succes staat of valt wel met de manier waarop je het organiseert als docent, aldus Huisman. ‘Bij biofarmaceutische wetenschappen wordt veel gebruik gemaakt van peer feedback. Ze geven daar het vak academische vaardigheden, dat loopt door tot in het tweede jaar. Dat geeft de mogelijkheid om peer feedback goed op te bouwen.’

Je kunt het ook verkeerd aanpakken, legt Huisman uit. ‘Het werkt niet als een docent tijdens een werkcollege tegen een student die net een stuk heeft geschreven zegt: “Geef het maar aan je buurman, die heeft een half uur voor een reactie. Succes ermee verder!” Studenten moeten ook vertrouwen krijgen in het geven en ontvangen van beoordelingen van medestudenten. Als je na je studie begint met werken moet je ook feedback kunnen geven en met kritische feedback van collega’s kunnen omgaan.’

Het is ook verstandig om het langzaam op te bouwen, stelt Huisman. ‘Je wilt voorkomen dat er weerstand ontstaat. Zet studenten niet voor het blok, maak het niet meteen heel spannend. Begin met een anonieme vorm van feedback, of laat studenten alleen nog maar oefenen met feedback als je vermoedt dat ze in de weerstand schieten bij de gedachte aan de reacties van een medestudent.’

Mariëlle van der Peet (23), die biofarmaceutische wetenschappen studeert, vindt dat de opleiding goed moet inschatten wanneer beoordelingen door studenten echt van nut zijn. ‘Bij verslagen werkt het best goed. Die stuur je naar een kleinere groep, dan raak je lekker diep in de stof.’ Maar soms is het minder effectief. ‘We moeten ook proefvragen voor tentamens verzinnen. Daar ben ik wel negatief over: je kreeg dan tweehonderd reacties op één vraag, maar na tien reacties heb je alle varianten wel zo’n beetje gehad.’

Peer feedback on academic writing 

Bart Huisman

Promotie is op woensdag 12 september