Studentenleven
Het Clubje: 'Op het eind is het strompelen'
donderdag 7 juni 2018
© Taco van der Eb

Cathalijne de Vijlder (24, communicatiewetenschap, vierde van rechts op de foto): ‘Emma en ik hebben vorig jaar al de Nacht van de Vluchteling gelopen, 40 kilometer van Rotterdam naar Den Haag. Dit jaar dachten we: misschien willen er wel meer dispuutsgenoten meelopen, dan maken we een Cassisteam.’

Nina van Eer (20, internationale betrekkingen en organisaties, links op de foto): ‘Ik heb nog niet eerder meegelopen, maar wilde dit jaar graag meedoen. In mijn dispuut was er ook veel animo voor.’

De Vijlder: ‘Vorig jaar hebben we niet getraind. Nu wel, zodat dispuutsgenoten ook weten hoe het voelt om zoveel kilometer te lopen. We hebben een paar keer twintig kilometer gelopen.’

Emma Smitshuijzen (24, rechten, derde van links): ‘Ongetraind was het ook te doen, al deden mijn knieën wel zeer na afloop. Maar ik had in ieder geval geen blaren.’

Van Eer: ‘Deze zondag gaan we zo’n NS-route doen, een wandeling van station naar station met een paar rustpunten tussendoor.’

De Vijlder: ‘Als je regelmatig sport, lukt het ook wel zonder oefenen. Je moet in ieder geval niet gaan zitten tussendoor: dan voel je pas hoe moe je bent. De start is om twaalf uur ’s avonds en de meeste mensen finishen pas tussen negen en tien ’s ochtends, dus je slaapt niet.’

Van Eer: ‘En de laatste kilometers loop je natuurlijk ook niet meer vijf kilometer per uur.’

Smitshuijzen: ‘Aan het begin liepen we wel door vorig jaar, maar op het eind was het inderdaad meer strompelen. We werden niet opgehaald, dus moesten na die afstand ook nog naar het station lopen.’

De Vijlder: ‘Met het lopen kun je je een heel klein beetje verplaatsen in wat vluchtelingen moeten doorstaan, al is het maar een heel klein deel. Want wij hebben goede schoenen, eten, rustpunten...’

Smitshuijzen: ‘Wij hebben het zo goed hier. Dit is het minste wat we kunnen doen.’

Van Eer: ‘En je weet dat het na veertig kilometer gewoon klaar is. Het is goed om je als student bewust te zijn van wat vluchtelingen te verduren hebben. Het geld dat we ophalen is belangrijk, maar de aandacht is nog belangrijker, vind ik.’

Smitshuijzen: ‘Wij hebben nu 3105 euro opgehaald als team; ons doel is vijfduizend.’

Van Eer: ‘Ons oprichtingsjaar is 1980, dus dat is ons doelbedrag.’

De Vijlder: ‘Onze kring bestaat vooral uit studenten, dus waar andere teams donaties van vijftig euro krijgen, krijgen wij vooral donaties van vijf. Waar we trouwens ook al heel blij mee zijn, hoor.’

Van Eer: ‘Ik heb Tikkies van drie euro rondgestuurd in allemaal groepsapps. Die paar euro kunnen zelfs studenten wel missen, dat werkte goed.’

Door Susan Wichgers