Nieuws
'Ongelijkheid neemt toe'
De ongelijkheid in het onderwijs is toegenomen, zegt de Onderwijsinspectie in een jaarlijks rapport. Leerlingen stromen door in verschillende onderwijsniveaus, ook al zijn de prestaties hetzelfde. Vooral het diploma van de ouders telt mee, en of de scholier een migratieachtergrond heeft of niet.
donderdag 12 april 2018

Op het vwo heeft gemiddeld 23 procent van de leerlingen een niet-westerse achtergrond. Daarna wordt de verhouding schever: maar 14 procent van de studenten op de universiteit, en maar 17 procent van de hbo-studenten hebben een niet-westerse achtergrond, staat in de Staat van Onderwijs, een rapport dat de Onderwijsinspectie jaarlijks uitbrengt over hoe het eraan toe gaat in het Nederlandse onderwijs.

Eenmaal in het hoger onderwijs, hebben ze minder kans om een diploma te halen. Studenten met laagopgeleide ouders vallen vaker uit en wisselen vaker van opleiding. En vooral mannen met een niet-westerse achtergrond doen het minder goed.

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) zegt te schrikken van de cijfers. ‘Als je een jongen met een migratie-achtergrond bent, is de kans maar zo’n 35 procent dat je met een diploma van de hogeschool afkomt’, zegt ISO-voorzitter Rhea van der Dong in een persbericht. ‘Dat zijn echt verschrikkelijke cijfers, die om directe actie vragen.’

Ook studentenvakbond LSVb ‘luidt de noodklok’. ‘Het is te gek voor woorden dat niet je intelligentie maar je afkomst bepaalt of je kunt studeren. We moeten nu ingrijpen om te voorkomen dat hogescholen en universiteiten een ivoren toren worden’, aldus voorzitter Tariq Sewbaransingh.

De verschillen beginnen op de basisschool, en worden in de loop van de schoolloopbaan steeds groter. Op de basisschool krijgen kinderen van wie de ouders niet hoog zijn opgeleid, of niet uit een westers land komen, vaak een slechter schooladvies dan andere kinderen met dezelfde cijfers. Op de middelbare school stromen kinderen van laagopgeleide ouders bovendien sneller ‘af’, naar een lager niveau.

Sociaaleconomische verschillen zijn hierbij ‘eenduidiger’ dan etnische. De invloed van het opleidingsniveau van de ouders is zelfs gestegen, terwijl die van de etnische achtergrond is gedaald. ‘Toch zien we dat over het algemeen leerlingen zonder migratieachtergrond een grotere kans hebben om nominaal een diploma te halen op of boven hun schooladvies. En ze lopen een minder grote kans op vertraging in de onderwijsloopbaan of na zes jaar nog geen diploma te hebben.’ AK