Achtergrond
'Zo hang je er een eeuw, en zo niet meer'
Vandaag onthult Jet Bussemaker veertien schilderijen van Leidse vrouwelijke hoogleraren in de Senaatskamer van de universiteit. Maar waarom moest ‘de meest feministische man van Nederland’ wijken?
Anoushka Kloosterman
donderdag 8 maart 2018
Willem Otterspeer verwisselt de schilderijen: 'Een aardige exercitie in ijdelheid.' © Marc de Haan

In de Senaatskamer van het Academiegebouw kijken zo’n honderdtwintig gezichten van wetenschappers op de bezoekers neer. Portretten van voornamelijk oude mannen. 

Tot deze week, want er zijn veertien vrouwelijke wetenschappers bijgekomen. Hun portretten waaieren in een diagonaal uit onder het schilderij van Sophia Antoniadis, de eerste vrouwelijke hoogleraar en tot voor kort te enige vrouw die in de Senaatskamer te vinden was. De schilderijen, vers in de verf en modern, steken behoorlijk af tegen de donkere, statige portretten van de rest. Eveline Crone is afgebeeld met laptop, archeologe Corrie Bakels liet zich afbeelden met een graafmachine op de achtergrond, en historica Nicolette Mout zit met kat op schoot voor een kleurrijk landschap.

Nóg een opvallend verschil: de vrouwen leven allemaal nog. ‘We hadden vroeger drie criteria om in de Senaatskamer te hangen: een grote wetenschappelijke reputatie, een goede schilder en de harde eis: je moet overleden zijn’, zegt Willem Otterspeer, hoogleraar universiteitsgeschiedenis. ‘Aan die laatste heeft de rector boud een einde gemaakt. Hij heeft ook gelijk, anders duurt het wel heel erg lang voordat er meer vrouwen en kleur in de Senaatskamer komen.’

Het betekende wel dat veertien mannen plaats moesten maken. Een selectie die op de schouders van Otterspeer viel. ‘Ik gebruikte eigenlijk precies dezelfde criteria als vroeger: kennen we hem nog en heeft hij een goede schilder gehad? Dan ga je afstrepen. Er is een aantal mensen dat zeker moest blijven hangen. Natuurkundige Johannes Petrus Kuenen, geschilderd door Jan Veth, kun je niet weghalen. Dat is een van de allermooiste portretten die we hebben. Dus met wat plussen en minnen kom je op een categorie waarvan je zegt: God zegene de greep.’

Onder de verwijderde mannen zit ook Jan Ernst Heeres, die in 1924 ‘de meest feministische man van Nederland’ werd genoemd vanwege zijn inzet voor het vrouwenkiesrecht. Waarom is hij weggehaald? Otterspeer: ‘Kent u hem nog als historicus van de zending? Nee? Daarom dus. Er zijn natuurlijk tientallen redenen te bedenken waarom iemand er wel en niet moet hangen. Het is een hartverscheurende keuze, dat begrijp je. Het is een heel aardige exercitie over de ijdelheid van het leven: zo hang je er honderd jaar, en zo hang je er niet meer.’

Wat gebeurt er met de afvallers? ‘Die portretten bewaren we in het depot’, zegt Corrie van Maris van het Academisch Historisch Museum, die de collectie in het Academiegebouw beheert. ‘We kijken of we een passende plek kunnen vinden.’

Het portret van Willemijn Fock, kunsthistoricus, hangt er nog niet, maar wordt later toegevoegd.

In maart 2016 hingen er al een maand lang foto’s van vrouwelijke hoogleraren in de Senaatskamer, een initiatief van Athena’s Angels – de actiegroep van vier vrouwelijke Leidse hoogleraren– die zich inzet voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de wetenschap.

.

Zie ook: interview met Jet Bussemaker, 'Vrouwen zijn nog buitenstaanders'