Nieuws
Betere controle op studievoorschot
Minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven gaat kwaliteitsafspraken maken met universiteiten en hogescholen om ervoor te zorgen dat de miljoenen die het sociaal leenstelsel moet gaan opleveren, ook daadwerkelijk aan beter onderwijs worden besteed.
woensdag 21 februari 2018

Dat blijkt uit antwoorden van de minister op Kamervragen over het studievoorschot van Tweede Kamerlid Zihni Özdil van GroenLinks.

In 2015 werd het sociaal leenstelsel ingevoerd. De basisbeurs is afgeschaft en het is de bedoeling dat het uitgespaarde geld geïnvesteerd wordt in beter onderwijs voor de studenten die geen stufi meer krijgen. Universiteiten en hogescholen schieten die investeringen voor. Er werd met de toenmalig minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, een bedrag van 600 miljoen euro afgesproken. De instellingen kwamen uiteindelijk zelfs uit op 860 miljoen euro.

De Algemene Rekenkamer, een onafhankelijk orgaan dat de overheidsuitgaven narekent, dook op de 860 miljoen en publiceerde vorige maand een rapport over het studievoorschot. De Rekenkamer stelde dat 250 miljoen euro zeker niet naar de studenten gaat. Van 330 miljoen euro is niet te achterhalen of deze onder de afspraak met het ministerie valt, aldus de Rekenkamer.

Özdil concludeert dat ‘slechts 280 miljoen euro’ is besteed ‘aan de gestelde doelen bij de voorinvestering.’ Hij wilde een reactie van Van Engelshoven op het rapport.

De minister erkent dat ‘onduidelijk is hoeveel van de investeringen onder de definitie van voorinvesteringen vallen.’ Overigens geeft de Algemene Rekenkamer in haar rapport aan dat de door hogescholen en universiteiten opgegeven 860 miljoen ‘in potentie ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs. Van deze investeringen hebben alle studenten kunnen profiteren.’

De minister vindt wel dat er voor toekomstig beleid duidelijkere regelingen moeten komen over de investeringen. ‘Er moeten duidelijke kwaliteitsafspraken met instellingen en met studenten worden gemaakt over de studievoorschotmiddelen.’

VB