Achtergrond
Anderhalve dollar per maand
Noord-Koreaanse dwangarbeiders hebben op scheepswerven in Polen onder erbarmelijke omstandig­heden Nederlandse boten gebouwd, ontdekten Leidse onderzoekers. ‘Zo financier je dus de raketten van het regime.’
donderdag 8 februari 2018
Still uit Dollar Heroes.

Door Anoushka Kloosterman Het zijn goede werkers, die Noord-Koreanen. Gedisciplineerd, maken geen fouten. De conciërge van een scheepswerf in het Poolse Szczecin weet ook waarom: ‘Otherwise their families in Korea get their asses kicked.’

Ze beginnen vroeg, vertelt hij, omdat ze toch op de scheepswerf wonen. Dat doen ze allemaal: zelf een woonplek kiezen mag niet. Ze mogen ook niet met vreemden praten, ontvangen maar een fractie van hun salaris, maken lange dagen en krijgen maar één keer in de maand even vrij. Bewoners van het stadje vertellen dat er vroeger soms werkers ‘langs kwamen marcheren’ onder leiding van een officier, nu zien ze alleen maar een auto met geblindeerde ramen naar de scheepswerf rijden. ‘Misschien marcheren ze nu ondergronds’, grapt de bewoner.

Een Koreaanse arbeider, die in het diepste geheim met de journalisten praat, verraadt een andere kant: ‘Op zondag drink ik alleen maar. Iedereen drinkt. Wat moeten we anders? We zijn een geïsoleerde groep.’ Hij mist zijn familie, maar bellen kan niet: Pyongyang blokkeert al het contact.

Op de scheepswerf in Szczecin, van het bedrijf Partner, worden al jarenlang schepen gebouwd voor Nederlandse bedrijven. Minstens 36, meldt het rapport People for Profit van een Leidse onderzoeksgroep onder leiding van hoogleraar Koreastudies Remco Breuker. Hij ontving het ruwe beeldmateriaal van journalisten die wereldwijd onderzoek deden naar de leefomstandigheden van Noord-Koreaanse arbeidsmigranten, voor de documentaire Dollar Heroes.

Kapot drinken

‘Dat mensen zich helemaal kapot drinken omdat ze het allemaal niet aankunnen’, is een van de dingen die Breuker niet wist. Die wanhoop komt ook op andere manieren naar buiten: op Poolse tomatenboerderijen worden gevechten tussen vrouwelijke arbeiders aangemoedigd door het management, vertelt hij. ‘Om de frustraties maar kwijt te raken. ‘Als ik collega’s hoor praten over dat het allemaal vrolijke slaven zouden zijn, denk ik: als ze jou daar één dag neerzetten kom je huilend terug. Ik ook, trouwens.’

In totaal zijn 36 schepen van het bedrijf naar Nederlandse klanten gegaan, waaronder baggerbedrijf Boskalis, dat drie schepen kocht. In sommige gevallen hielden Nederlandse scheepsbouwers toezicht bij de constructie van de schepen in Polen, meldt het rapport, zoals bij de bouw van de Arctic Dawn. ‘De lokale vaklieden worden hierbij begeleid door Nederlandse scheepsbouwexperts.’

‘Het grootste illegale uitzendbureau ter wereld’, noemt Breuker het. Noord-Korea heeft geld nodig, maar dit is moeilijk door de geïsoleerde status van het land en de internationale sancties. Dus zendt het land wereldwijd arbeiders uit, volgens Breukers schatting 150 duizend. Die werken met een normaal werkvisum en kunnen op papier legaal werken, ook in de Europese Unie.

Maar hun salaris wordt via Rusland en China, waar het Noord-Koreaanse regime bankrekeningen heeft, weggesluisd naar Pyongyang. Of het geld wordt in Polen opgenomen en per koerier met zakken tegelijk naar Noord-Korea gestuurd. Ook diplomaten nemen geld mee in hun bagage, omdat zij vanwege hun diplomatieke immuniteit niet gecontroleerd mogen worden.

Geldstromen afkappen

Kunnen die geldstromen afgekapt worden? ‘Alles kan, maar het gaat heel veel tijd kosten’, zegt Breuker. Het regime financieel aanpakken is wel een effectieve manier. ‘Dat is precies wat er nu gebeurt. Als je dat uitbreidt, krijg je ze wel aan tafel.’

De werkers ontvangen soms nog een fractie van hun salaris, of zelfs helemaal niets. ‘Ze gaven me niet meer dan anderhalve dollar als maandsalaris voor de eerste drie maanden’, vertelt een arbeider in Dollar Heroes. Hij werkt op een andere Poolse scheepswerf, Crist Shipyard. Daar bouwde hij tot 2016 mee aan een Nederlands cruiseschip. Het hoogste maandsalaris dat hij ooit kreeg was 180 dollar. ‘Zelfs als ik dertien uur per dag werkte, en ‘s nachts.’ Na drie jaar en vier maanden had hij 2,500 dollar verdiend. Daarvan stuurde hij in totaal 1,600 naar zijn vrouw, die achterbleef in Noord-Korea. Gemiddeld had hij 27 euro per maand te besteden.

Crist Shipyard is overigens de werf waar in 2014 lasser Ch?n Ky?ngsu overleed. Nadat zijn kleren vlam vatten vanwege slechte isolatie verbrandde hij levend. 

Bedrijven ontkennen

Boskalis zegt niets te weten van het gebruik van Noord-Koreaanse mankracht bij het bouwen van hun schepen. Hadden ze dit geweten, dan hadden ze de samenwerking stopgezet, meldde CEO Peter Berdowski dinsdag aan BNR Nieuwsradio. Ook andere bedrijven ontkennen: Johan Schouwenaar, de baas van baggeraar Royal Bodewes, zei in het AD wel op de scheepswerf te zijn geweest maar geen Noord-Koreanen te hebben gezien. Ze doen sinds vorig jaar geen zaken meer met Partner. 

‘Het akeligste scenario is dat ze het echt niet wisten’, reageert Breuker. ‘Het kan dus zo dichtbij komen. We moeten even laten doordringen wat daar de consequenties van zijn. Uiteindelijk financier je dus zo de raketten van Noord-Korea, als je het zo kort door de bocht wil zeggen. Je moet alles gaan overdenken, ook de sancties. Op deze manier hebben die helemaal geen zin.’

Hij hoopt op ‘absolute transparantie’ van de bedrijven, en op passende maatregelen. ‘Ze moeten constructief meedenken aan oplossingen om dit te voorkomen, en het een goedmaken. Als blijkt dat de Noord-Koreanen onderbetaald werden, en de bedrijven zich verantwoordelijk voelen, moeten ze geld opzijzetten voor de arbeiders. Je moet een beroep doen op het sociale geweten van bedrijven. Ik kan me voorstellen dat ze daar voor open staan.’

Saturday Weekly Criticism Sessions

‘Het is een totaal andere wereld.’ Zo reageren de journalisten in Dollar Heroes als ze met verborgen camera een Noord-Koreaanse woonplek filmen in Vladivostok. Het blijkt een totaal andere plek ten opzichte van de grauwe stad buiten: groen geschilderde muren, betegelde vloeren, propagandateksten aan de muur, waar ook een keurig rijtje Noord-Koreaanse kranten is opgehangen. Het Noord-Koreaanse systeem is naar Rusland geëxporteerd. Dat blijkt ook uit de aanwezigheid van zogenoemde ‘Saturday Weekly Criticism Sessions’, die in het rapport People for Profit worden beschreven. 

Even uitleggen: In Noord-Korea bestaat een gewoonte – of eigenlijk een verplichting – om regelmatig samen te komen met collega’s, buurtgenoten of andere groepen om kritiek op elkaar te geven. Dan moet iemand publiekelijk zijn fouten opbiechten, beschuldigingen ondergaan van de andere aanwezigen, en ook kritiek leveren op de rest.

Deze sessies worden ook in Rusland gehouden, blijkt uit beelden en gesprekken met Noord-Koreanen die er werkten. Anders dan in hun thuisland gaan de Russische sessies vooral over geld. ‘Ik moet veel geld verdienen om bij te dragen, maar dat lukte niet’, en dergelijke kreten komen veel voor. Een manier om de werkers in de gaten te houden: ‘De functie is vergelijkbaar met die in Noord-Korea. Een sessie missen betekent desertie, of vermissing.’

En toen was het geld op

Het rapport dat dinsdag verscheen is de tweede publicatie over Noord-Koreaanse dwangarbeid in Europa. Het eerste rapport, uit 2016, leidde al tot discussies in het Europees parlement. Naar aanleiding van dit tweede rapport werden op de dag van uitgave al Kamervragen  gesteld. Het trok veel belangstelling. 

Wat komt er nog meer? Nou, voorlopig niets, zegt Breuker. ‘Dit mag je er heel groot bijzetten: het geld is op. We hadden gedacht een Europese subsidie te kunnen aanvragen. Maar we zijn niet eens in de voorrondes gekomen. Omdat het over Noord-Korea gaat, komen we niet eens in aanmerking. Dan moet je aan allerlei voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld dat je met partners in het land moet werken, en dat kan daar niet. Of het is de verkeerde regionale concentratie. Het is altijd wat. Ik heb echt geen slecht track record als het gaat om subsidies binnenhalen, maar het is absoluut kansloos.’ 

Het geld voor het huidige onderzoek kwam van het Leiden Asia Centre. ‘Maar dat is over twee of drie weken op’, schat Breuker. ‘Dan is het schluss. Het is een van de factoren waarom het nooit lukt met mensenrechten en Noord-Korea, en zeker niet om dwangarbeid aan de kaak te stellen. De politieke wil en de belangstelling is er niet.’

Terwijl het onderzoek wat hem betreft nog niet eens was begonnen. ‘Er moet nog zoveel in kaart worden gebracht. We moeten in China en Rusland gaan kijken, en in het Midden-Oosten, Azië en Afrika. En waar ik echt, echt naartoe wil – ook al is dat als hoogleraar lastig, want dan word ik zo’n akelige activist – we moeten het echt over de mensen zelf hebben. Het gaat alleen maar over staten en bedrijven, maar wat doen we met de mensen? Gaan we ze terugsturen? Daar zou ik heel graag over willen nadenken met mensen die daar verstand van hebben.’

Breuker blijft hopen op een beurs, in welke vorm dan ook. ‘Ik heb het bijltje er niet bij neergegooid. Dit heeft zoveel losgemaakt, dat ik me kan voorstellen dat we nog wel kansen krijgen. Maar ik wil wel heel duidelijk en heel hard zeggen dat iemand wel op moet staan.’