Nieuws
Ombudsman tegen angstcultuur
De universiteitsraad vindt dat de sociale veiligheid op de universiteit moet verbeteren en wil dat er een ombudsman komt voor het personeel. Die is er nu alleen nog voor studenten.
donderdag 1 februari 2018

De raad is geschrokken van de problemen met de sociale veiligheid bij het Leiden Institute for Area Studies (LIAS) en het instituut Pedagogische Wetenschappen. Bij het LIAS heerst ‘een cultuur van angst, intimidatie, wantrouwen en onveiligheid’ en bij pedagogiek was sprake van een ‘ronduit verziekt werkklimaat.’

Het duurt vaak lang voordat dit soort incidenten en conflicten op de radar van universitaire vertrouwenspersonen verschijnen. En er zijn bij de raad twijfels over de mogelijkheden die vertrouwenspersonen hebben om effectief in te grijpen als het ergens misgaat. (zie ook: Geen Commentaar - Rode Kaart)

De raad heeft dan ook een notitie met vragen over de universitaire vertrouwenspersonen naar het college van bestuur gestuurd. Belangrijk is het regelen van de veiligheid van een melder na het indienen van een klacht. Raadsleden ‘ontvangen duidelijke signalen dat de vrees voor negatieve gevolgen nog steeds een drempel is voor studenten en medewerkers om zich tot de diverse functionarissen te wenden’, aldus de notitie. De raad wil dan ook weten op welke manier de veiligheid en de rechtsbescherming van een klager wordt gegarandeerd.

Onpartijdig

De raadsleden zijn voorstander van de komst van een ombudsman voor medewerkers. ‘Dat is een zeer wenselijke maatregel omdat er dan naast de informele en vertrouwelijke vertrouwenspersonen ook een formele, onafhankelijke en onpartijdige ingang bestaat’, schrijft de raad. ‘Een vertrouwenspersoon staat naast de klagende partij en behartigt diens belangen, terwijl een ombudsfunctionaris een onafhankelijke neutrale derde is die tussen partijen kan staan en kan bemiddelen.’

De raad had er in december al bij het college op aangedrongen dat er iemand zou langsgaan bij de instituten en faculteiten om te praten met de werknemers over de werksfeer. Dat zag het college niet zitten. (VB)

Hoogleraar pedagogiek Rien van IJzendoorn zou door de universiteit gevraagd zijn een overeenkomst te tekenen, waarin staat dat hij zich ‘zal onthouden van commentaar, in welke vorm ook, op de onderzoeksprestaties en –resultaten van medewerkers van de Universiteit Leiden’.

Dat vertelde hij zaterdag in een interview met de Volkskrant. Het ‘zwijgcontract’, zoals de krant het noemt, volgde na een blog waarin Van IJzendoorn kritisch uithaalde naar het onderzoek van een oud-collega van de Universiteit Leiden. Hij weigerde de tekenen.

De Universiteit Leiden liet in een reactie aan De Volkskrant weten geen mededelingen te doen over individuele werknemers, maar ‘legt uiteraard geen enkele beperking op ten aanzien van de vrijheid van het academische debat’. Rector magnificus Carel Stolker reageerde nog op de kwestie rond het ‘zogenaamde zwijgcontract’ via Twitter: ‘Dit conflict gaat totáál niet over vrijheid van spreken, maar over veilig werkklimaat en over hoe collega’s binnen een instituut in harmonie met elkaar omgaan. Daarover gaat het, en niets anders.’

Afgelopen zomer schreef Mare al dat Van IJzendoorn in een intern gelekt rapport geadviseerd werd ‘zo spoedig mogelijk’ te vertrekken (‘Hoogleraren pedagogiek moeten weg’). Samen met twee andere hoogleraren zou hij verantwoordelijk zijn voor de jarenlange verziekte werksfeer en angstcultuur op het instituut Pedagogische Wetenschappen. Eind juni werd bekend dat hij tot zijn pensioen in mei 2018 niet op zijn werkplek zou terugkeren, en beschikking kreeg over een ‘overleg/spreekkamer buiten het instituut’.

Momenteel is er nog onenigheid over of hij na zijn pensioen promovendi mag begeleiden, zegt hij in het Volkskrant-interview. Ook zijn nieuwe werkplek komt ter sprake, op een andere faculteit. De rangschikking van zijn boeken klopt niet meer, dankzij de verhuizers, en hij heeft te weinig stoelen, waarover hij een zaak is gestart bij de geschillencommissie. MVW