Wetenschap
De wetenschap van 2017
Mare koos psycholoog Tim van der Zee tot wetenschapper van het jaar (zie: Radicaal transparant, graag). Nog meer eerbetoon:
woensdag 13 december 2017

Proefschrift van het jaar: Knots in Plasma

Het boekje van natuurkundige Chris Smiet beschrijft de wiskundige structuur van knopen in plasma die zichzelf in stand houden. Vooralsnog volledig hypothetisch, maar in theorie relevant voor het bouwen van kernfusie-reactoren of het begrijpen van de mysterieuze bolbliksems, die opvallend stabiel zijn. 

Bonus: Smiet voorzag elk hoofdstuk van een samenvattende limerick. Bijvoorbeeld:

A torus knot soliton’s surfaces decay,

when resistance strips their linking away

Where the zero lines fall

Determines it all

And the shape is set by Hopf-Poincaré!

Het proefschrift zelf staat hier, ons artikel over zijn onderzoek ('Knopen met een kanon') staat hier. 

Professor van het jaar: Eveline Crone

Hoogleraar neurocognitieve ontwikkelingspsychologie Eveline Crone bracht in 2017 een boek uit, won drie prijzen, waaronder de prestigieuze Spinozapremie van 2,5 miljoen, ging in de wetenschappelijke raad van de European Research Council, ging aan de slag met de Nationale Wetenschapsagenda, publiceerde meer dan twintig artikelen en werd door Opzij gekozen tot belangrijkste vrouw in de Wetenschap.

‘Er lukt ook heel veel niet, maar daar merkt de buitenwereld niets van’, zei ze eerder dit jaar in Mare ('Een pleidooi voor de puberteit'). Ze had dus, in principe, nog meer succes kunnen hebben in het afgelopen jaar. Een angstaanjagende gedachte.

Proef van het jaar: Berkenbastlijm

We weten dat Neanderthalers teer gebruikten om hun speren in elkaar te zetten. Maar hoe kwamen ze daaraan? Deze zomer publiceerden vier Leidse archeologen een artikel in Scientific Reports, over wetenschappelijk fikkie stoken. Ze lieten drie verschillende manieren zien die, uitsluitend gebruik makend van de Stenen Tijdperk-technologie, teer opleverden uit berkenbast.

Elke aanpak is gecompliceerder dan de vorige, maar ze bouwen op elkaar voort, zodat geen groot eureka-moment nodig was. De methodes lieten elk weinig sporen na, wat verklaart waarom er nog geen archeologische vondsten waren die verklaarden hoe de Neanderthalers aan hun lijm kwamen.