Studentenleven
Opinie: Waar moeten wij wonen?
Het klinkt logisch dat verhuurder DUWO nu ook oud-studenten zonder campuscontract gaat dwingen hun studentenhuis te verlaten. Maar waar kun je als afgestudeerde nog terecht, vraagt Esther Haak zich af.
donderdag 23 november 2017

Klaar met je studie? Dan moet je binnen zes maanden nadat je bent uitgeschreven bij de universiteit je woning van DUWO verlaten. Onlangs berichtte Mare dat 150 oud-studenten zonder campuscontract die al heel lang in een studentenhuis wonen ook worden gedwongen hun kamer te verlaten (‘Geen campuscontract, toch weg’, Mare 8, 2 november). Logisch natuurlijk: waarom zouden afgestudeerden daar zo lang willen blijven?

Laten we het allereerst eens hebben over de woningmarkt. Die is erg druk en voor veel afgestudeerden ook vooral erg onbetaalbaar. In de vrije sector moet je minimaal drie of vier keer de huurprijs verdienen en zodra de huur boven de grens van 710,68 euro zit kun je fluiten naar huursubsidie.

Een sociale huurwoning? Zolang je niet al zeven jaar staat ingeschreven, kun je dat vergeten. Niet alleen in de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Utrecht is het tekort aan betaalbare woningen gigantisch. Ook in Leiden zijn de wachtlijsten enorm.

Dat zou allemaal geen probleem moeten zijn, want na je studie vind je toch wel een mooie baan en ga je meteen goed verdienen. Toch? Dat was in ieder geval een van de argumenten voor de invoering van het leenstelsel. De realiteit is echter vaak: een flexcontract, starten als zzp’er (en dus nauwelijks mogelijkheden om zelf een woning te kopen). Andere opties: een onbetaalde werkervaringsplek of stage.

En startersbanen en junior functies dan? Die zijn er absoluut, je moet alleen wel vaak minstens drie jaar relevante werkervaring hebben. Daarvoor is je totale stageduur van zes maanden toch niet genoeg (als je überhaupt al stage hebt gelopen). Na de zoveelste standaardafwijzing waarin staat dat je zeker een goede kandidaat bent maar dat er uit de 178 sollicitaties vier sollicitanten zijn uitgekozen met meer relevante werkervaring wordt zo’n stage toch een stuk aantrekkelijker.

Lager inzetten op een tijdelijke functie op hbo- of mbo-niveau? Dan komt er tenminste geld binnen. Maar omdat men daar ook wel ziet dat je meer in huis hebt, word je afgewezen op te veel ambitie. Met een te weinig uitdagende baan ‘ben je dan toch binnen een jaar weer weg’. Kortom: of je hebt te weinig werkervaring, of je bent te hoog opgeleid.

Je houdt je studentenbijbaan dus nog maar even aan. Daarmee kun je nog wel een kamer huren, of misschien net een sociale huurwoning. Maar daarvoor sta je nog niet lang genoeg op de wachtlijst.

Toch maar die werkervaringsplek dan? Een huis huren voor jezelf zit er natuurlijk niet in, en die studentenkamer, daar moet je na zes maanden toch echt uit. Hopelijk zijn je ouders nog niet kleiner gaan wonen omdat de kinderen al een tijdje de deur uit zijn. Terwijl zij nog moeten doorwerken tot hun 67e, zitten hun pas afgestudeerde kinderen thuis in ‘Hotel Mama’ vier sollicitatiebrieven per dag te versturen. Buren lachen besmuikt dat dat toch wel erg fijn is zeker. Zij begrijpen precies dat jij, eind 20, niks liever wilt dan op deze leeftijd bij je ouders wonen. Dat was immers al je droom toen je ging studeren, toch?

Zijn er ook oplossingen?

Natuurlijk zijn die er. Inzetten op startersbanen en meer betaalbare woningen. Stages en werkervaringsplekken zijn voor studenten, niet voor afgestudeerden met een mastertitel. Als 65-plussers van hun welverdiende pensioen mogen gaan genieten, kunnen zij ruimte maken voor afgestudeerden op de arbeidsmarkt. Als de gemeenten ook aan de slag gaan met de bouw van betaalbare woningen, kunnen afgestudeerden weg bij hun ouders en weg uit de studentenkamers om ruimte te maken voor nieuwe studenten.

Dat willen ze zelf ook het liefst, echt waar.

Esther Haak is afgestudeerd in de Russian and Eurasian Studies, en volgt nu de master History: Political Culture and National Identities