Wetenschap
Intelligent koffiedik kijken
Als de mensheid wil overstappen op een duurzamere economie, zijn er andere grondstoffen nodig. Maar zijn er daar ook genoeg van? Een prognose van Leidse milieuwetenschappers zegt van wel. ‘De technologie is er, de resources ook.’
donderdag 9 november 2017

Stel: we gaan het alsnog proberen, met dat klimaat. We leggen de wereldwijde CO?-uitstoot toch echt aan banden. De financiële gevolgen van die stap zijn moeilijk te overzien, maar die van het negeren van het probleem ook. In elk geval kunnen wij, de mensen, besluiten om het te doen.

Dan is het natuurlijk wel handig om alternatieven te hebben. Financiële pijn is één ding, maar ons transport en onze elektriciteit opgeven gaat nog een flinke stap verder. Een koolstof-arme economie behelst bijvoorbeeld dat ons wagenpark elektrisch wordt.

Nog zoiets: een kolencentrale werkt altijd, en ook altijd ongeveer zo hard als je wil dat ‘ie werkt. Als heel Europa op hernieuwbare stroombronnen zou overstappen, moet het hele elektriciteitsnetwerk op de schop om een tijdelijke windstilheid in het ene land te compenseren met wat extra waterkracht uit een andere hoek van het continent.

Niet alles kan zomaar. Om die alternatieven te bouwen heb je grondstoffen nodig, en die moeten er dus ook zijn. ‘Het is gelukkig niet nodig, maar als je al die hernieuwbare energie op zou willen slaan in enorme lithium-accu’s, gaat ’t hem niet worden’, illustreert milieuwetenschapper Arjan de Koning het probleem. De wereldwijde productie van dat metaal is domweg niet hoog genoeg.

Stroomdraden

In een artikel in het vakblad Resources, Conservation & Recycling gaat De Koning samen met zijn collega’s dieper in op de vraag of we de grondstoffen wel hebben om uitstootarm te leven. Hoeveel meer koper hebben we nodig voor onze stroomdraden? Hoeveel metalen als neodymium moeten er in de dynamo’s van onze windmolens? En zo verder, voor elf verschillende metaalsoorten.

De Koning en co gaan uit van een behoorlijk optimistisch toekomstscenario, waarin we alles op alles zetten om CO?-uitstoot te beperken of op te vangen. Alle verwarming van huizen gaat via groene stroom, bijvoorbeeld. Alle elektriciteitscentrales die nog CO? uitstoten, vangen die meteen bij de schoorsteen op, het wereldwijde wagenpark stapt vrijwel geheel over op elektrisch rijden.

Dat betekent dat de wereldproductie van de metaalsoorten in zijn studie flink moet stijgen. Dat kan, lijkt het. Een aantal mijnen zal de productie moeten verhogen, en er moeten misschien een paar mijnen bij, maar de huidige productiegroei en reserves zijn in principe voldoende. Alleen de productie van de halfgeleider indium, gebruikt in elektronica en zonnepanelen, zou achter kunnen blijven bij de vraag, maar dat is een speciaal geval.

Opschalen

‘Indium is nu een bijproduct uit zinkmijnen. Sommige raffinaderijen halen het uit de zinkerts, anderen niet. Als de wereldwijde vraag naar indium stijgt, en de prijs ervan dus ook, zou de productie relatief makkelijk kunnen worden opgeschaald’, legt De Koning uit.

Het blijft natuurlijk een model, benadrukt hij. ‘Intelligent koffiedik kijken. We weten wat de voorraden zijn, hoe de markt zich tot nu toe gedroeg, wat de prognoses zijn voor de ontwikkeling van de wereldbevolking, enzovoort. Maar als er een grote technologische doorbraak komt, of een groot gewapend conflict, dan ziet de wereld er in 2050 anders uit dan wij voorrekenen.’ Met die slag om de arm blijft hij bij zijn conclusie: ‘Het is niet waarschijnlijk dat deze elf stoffen een bottleneck vormen bij de overgang naar een koolstofarmere economie.’

Tot zo ver het goede nieuws. Het slechte nieuws is drieledig.

Daadkracht

In de eerste plaats betekent de beschikbaarheid van metalen niet dat we die overstap ook gaan maken. Dat vereist een enorme daadkracht, eensgezindheid en investering. ‘Eigenlijk zou er een wereldwijde belasting op CO?-uitstoot moeten komen, zodat hernieuwbare energie kan concurreren met spotgoedkope kolencentrales’, verzucht De Koning.

Ten tweede gebruikt hij niet voor niets de wat gekunstelde term ‘koolstofarm’ in plaats van gangbaardere termen als ‘duurzaam’ of ‘schoon’. De energie is inderdaad behoorlijk schoon, maar voordat je die hebt, moet je wel eerst die metalen winnen. ‘Het is lastig om de totale CO?-emissie in een keten te vergelijken met de lokale impact van een mijn, maar die laatste is vaak desastreus. Grote open putten, die stof of giftige resten verspreiden, soms in kwetsbare ecosystemen zoals het Amazonewoud. Dit artikel van ons gaat daar niet over, maar het zijn toch wel dingen om rekening mee te houden.’

Als laatste: zelfs in het meest techno-optimistische scenario van de Leidenaren warmt de aarde met vier graden op. De Koning: ‘Over het resource-probleem ben ik redelijk optimistisch. Over de in Parijs afgesproken klimaatdoelstelling van maximaal twee graden opwarming ben ik dat niet. De technologie is er en de grondstoffen zijn er, dat is het probleem niet. Maar de bevolkingsgroei en economische groei werken tegen ons, en in heel veel landen is het niet gelukt om de uitstoot omlaag te krijgen. Ik zit altijd gevangen tussen hoop en vrees, als ik het zo mag zeggen.’ Bart Braun