Achtergrond
Belastingontduikers
De Paradise Papers laten zien hoe multinationals via slimme constructies belasting ontwijken. Promovendus Dirk Broekhuijsen onderzoekt of een mondiaal belastingsysteem mogelijk is.
Anoushka Kloosterman
donderdag 9 november 2017

Wat was de aanleiding voor uw promotie?

‘Verdragen tussen landen zijn zó moeilijk aan te passen aan de huidige omstandigheden. Sommige bilaterale belastingafspraken (tussen twee landen, red.), stammen nog uit de jaren zestig en zeventig. Ik wilde weten of die gemoderniseerd kunnen worden, of die in één klap, met een multilateraal verdrag, aangepast kunnen worden aan de normen van deze tijd.’

En zou het kunnen?

‘Ja, maar de inhoud zal niet toereikend zijn om belastingontwijking helemaal op te lossen. Je moet niet overschatten hoeveel je met zo’n afspraak kan doen, want je bent gebonden aan politieke samenwerking. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling heeft nu een zogeheten "multilateraal instrument", waarmee alle bilaterale afspraken aangepast kunnen worden. Maar de inhoud zal het probleem niet oplossen.

‘De belangen die op tafel liggen, zijn goed meetbaar, want het gaat om geld. Partijen kunnen precies zien wat ze verliezen. Hoe beter de belangen te meten zijn, hoe moeilijker het is om zo’n afspraak rond te krijgen. Landen willen zeker weten dat ze er iets uithalen, voordat ze tekenen. Als het niets oplevert, doen ze niet mee. Amerika bijvoorbeeld, is heel sceptisch.’

Uw onderzoek gaat over multinationals die belasting ontwijken, niet over ontduiking. Wat is het verschil?

‘Ontwijken is volgens de regels, en ontduiken is buiten de regels om. Dat maakt het zo moeilijk: ontwijkers kunnen naar de overheid wijzen en zeggen: zorg maar dat de regels veranderen. Maar een enkele overheid kan dat alleen doen als iedereen het doet. Naming and shaming gebeurt wel, maar dat werkt alleen bij bedrijven die het grote publiek kent.’

Is er dan wel draagkracht voor?

‘Dat is een politieke kwestie, en daar gaat mijn onderzoek eigenlijk niet over. Het is een spanningsveld: je wil werkgelegenheid en een goed investeringsklimaat, maar er ontstaat ontevredenheid als de lokale koffieboer meer belasting betaalt dan Starbucks. Ik werk bij de Belastingdienst, dus ik kan er nu niet diep op ingaan, maar daar wordt er veel over gediscussieerd. Wat ik wel kan zeggen is dat Nederland, een klein land, gebaat is met flexibele regels, maar ook in een dicht geweven politieke omgeving zit. We kunnen dus niet zomaar zeggen dat we er niet aan meedoen. Nederland zou verantwoordelijkheid moeten nemen.’

Multinationals opereren in meerdere landen. Hoe zou de belasting verdeeld moeten worden?

‘Je kunt een formule afspreken. Kijk naar een iPad: er zijn drie zaken in dat product: arbeid, verkoop, en intellectueel eigendom. Als het in China is gemaakt, het wordt in Europa verkocht en het is in Amerika bedacht, heeft iedereen recht op de belasting van één derde van de winst. Maar dat is niet haalbaar. Als er meer aandacht komt voor intellectueel eigendom, zal bijvoorbeeld China, dat veel op arbeid inzet, minder inkomsten krijgen. Zoiets kan alleen op hele lange termijn.’

Hoe zou het beter kunnen?

‘In de klimaatdiscussie zie je dat ngo’s steeds een zwieper aan de discussie geven. Er is een conference of parties die het er voortdurend over heeft en waarover de media berichten. Zo zie je dat belangen kunnen integreren. Bij belastingrecht heb je dat nog niet. Maar zo zou het op de agenda kunnen komen.’ AK

Promotie is op 16 november