Nieuws
Tien procent tentamencijfers te laat
Het college van bestuur gaat in kaart brengen hoe vaak het voorkomt dat docenten de nakijktermijn van tentamens overschrijden. Tot grote ergernis van studenten halen docenten lang niet altijd deze termijn.
donderdag 26 oktober 2017

Door Vincent Bongers Er staan vijftien werkdagen voor het nakijken van tentamens en het bekend maken van cijfers. Uit een peiling van het college blijkt dat tien procent van de cijfers te laat bekend worden gemaakt. De universiteitsraad wil graag dat het college de termijnoverschrijdingen scherp gaat monitoren. Vice-rector Hester Bijl gaat dat ook doen, bleek maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering.

De raad sprak over de onderwijs- en examenregelingen (OERen) voor het collegejaar 2018-2019. Een van de zaken die in dit document staat, is de nakijktermijn.

‘De studentenfracties hameren er echt op dat cijfers op tijd aangeleverd worden’, aldus Bart van der Steen van personeelspartij FNV Overheid, die als voorzitter van de raadscommissie onderwijs & onderzoek het woord voert over de regelingen. ‘Het is onduidelijk of het vaak voorkomt dat docenten de termijn overschrijden. Weet het college hier meer van?’

Ook vond de raad dat bij ‘overschrijding van de termijn de betreffende docent niet alleen bericht naar het faculteitsbestuur moet sturen, maar ook naar de betrokken studenten. In dat bericht moet ook een nieuwe streefdatum staan voor wanneer het cijfer dan wel verschijnt.’

‘We hebben navraag gedaan bij de faculteiten over de overschrijdingen’, antwoordde vice-rector Hester Bijl. ‘Het blijkt dat de termijn in tien procent van de gevallen overschreden wordt. Het gaat dan vooral om grote studies als rechten en geneeskunde.’

Van der Steen: ‘Die tien procent, is dat cijfer vastgelegd in een rapportage?’

‘Deze gegevens zijn informeel verkregen’, antwoordde Bijl: ‘De portefeuillehouders onderwijs van de faculteiten hebben die informatie geleverd. We kunnen een monitorssysteem opzetten om dit jaarlijks in de gaten te houden. Dat is een flinke bureaucratie, maar geeft wel meer inzicht. Ik ben er zelf niet zeker van of dit nodig is.’

De raad wilde echter graag dat de faculteiten dit gaan bijhouden en daarover rapporteren aan het college. ‘Prima’, aldus Bijl. ‘Dan zegt het college dat toe.’

De vice-rector legde ook uit dat de universiteitsbrede afspraak nu al is dat ‘bij overschrijding van de termijn de student hierover geïnformeerd wordt op Blackboard of per e-mail. Dit moet voordat de termijn verlopen is. Daar moet ook een datum bij staan waarop de cijfers dan wel bekend worden.’ Het is echter niet duidelijk of alle opleidingen zich ook aan die afspraken houden.

Joris Claessens van studentenpartij LVS: ‘Met name grote studies worden blijkbaar getroffen door overschrijdingen. Als het daar misloopt, gaat het vaak meteen om een groot aantal studenten. Wordt er ook gekeken of er vakken zijn waar overschrijdingen vaker voorkomen?’

Bijl: ‘We gaan monitoren op vak en docent.’

Tussen tentamen en hertentamen zit soms heel weinig tijd, vond de raad. Het is lastig als een student pas heel laat weet of studie voor het hertentamen nodig is. ‘Tussen het bekendmaken van het cijfer en de herkansing zouden minstens vijf werkdagen moeten zitten’, aldus Van der Steen.

Bijl: ‘Daar ben ik het op zich helemaal mee eens. Al lijkt een tekort aan tijd tussen tentamen en hertentamen niet vaak voor te komen. De opleidingscommissies hebben op dit punt ook een belangrijke rol, die zijn het aanspreekpunt over kwesties als deze.’

Toch wil de raad graag de vijf werkdagen vastleggen in de OERen. ‘Het staat niet expliciet in de regelingen omdat dat aan de juridische kant tot problemen leidt’, aldus Bijl. Welke problemen dat precies zijn, werd echter niet duidelijk.