Wetenschap
Waterijs - Zeevlinders - DMC
woensdag 11 oktober 2017

Waterijsjes

Een ijsje na de operatie vermindert de behoefte aan pijnstillers bij een galblaasoperatie. Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum en het Delftse Reinier de Graaf-Gasthuis vergeleken patiënten die na de operatie een ijsje kregen met patiënten die er geen hadden gekregen. Ze hielden de 24 uur na de ingreep de pijnscores, misselijkheids-scores en het gebruik van pijnstillers van de patiënten bij. De twee groepen gaven aan evenveel pijn te hebben, maar de ijseters namen minder medicijnen om die pijn te stillen, zo bleek.

In hun beschouwing in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde benadrukken de onderzoekers het belang van de suiker in het ijsje. Dat werkt ook in dierproeven pijnstillend, dankzij de endorfines die vrijkomen als je zoete dingen eet. Kinderen bij wie de amandelen worden geknipt, krijgen al sinds jaar en dag een ijsje, en daarvan werd in 2011 vastgesteld dat het ook echt hielp, maar vergelijkbaar onderzoek bij volwassenen was nog niet gedaan. Of er naast een ‘suikereffect’ niet ook een ‘troosteffect’ is, omdat je na de operatie iets lekkers krijgt, is niet onderzocht. Het originele plan was om een gedeelte van de patiënten kauwgum te geven, maar dat werd uit angst voor verstikkingen geschrapt.

Zeevlinders

Fossielenonderzoekers zijn dol op dieren die schelpjes bouwen. Op televisie zie je alleen de dinosauruskenners, maar er zijn veel meer schelpentellers dan dino-mensen. De schelpen van weekdieren en van zogeheten foraminiferen fossiliseren goed, en uit zo’n schelp kun je allerlei informatie peuren over bijvoorbeeld de watertemperatuur op het moment dat het beestje doodging.

In Scientific Reports laat Naturalis-onderzoeker Katja Peijnenburg zien dat de schelpen van pteropoden – vrij rondzwemmende slakjes die ook wel zeevlinders worden genoemd– ook heel geschikt zijn voor zulk onderzoek. Samen met een aantal collega’s ving ze exemplaren van de soort Heliconoides inflatus op verschillende locaties.

Conclusie: de fysisch-chemische samenstelling van de schelpen levert een hoop informatie op over de watertemperatuur, maar vooral ook over de zuurgraad van het water waarin ze leven, en dat zou ook voor fossiele exemplaren moeten gelden.

DMC

Leidse en Duitse chemici hebben een nieuwe manier gevonden om dimethylcarbonaat te maken. Dat stofje (meestal afgekort tot DMC) wordt in verschillende industrieën gebruikt. Het werkt onder meer als oplosmiddel, of kan worden toegevoegd aan brandstoffen.

De aanpak van Marta Figueiredo en haar collega’s berust op het slim kiezen van elektrodes, zo laten ze zien in scheikundeblad JACS. Ze beginnen met de bouwstenen methanol en koolmonoxide, en knopen die aan de oppervlakten van goud- of palladium-elektrodes aan elkaar. Een elektrode van platina, toch ook een edelmetaal, werkt niet omdat het koolmonoxide er te vast op blijft zitten. Deze manier van DMC maken zou duurzamer moeten zijn dan de huidige productiemethoden.