Wetenschap
Literally zoals het heurt
Taalkundige Carmen Ebner onderzocht hoe bewoners van het Verenigd Koninkrijk denken over het Algemeen Beschaafd Engels. De resultaten verschillen sterk van stijl- en grammaticagidsen.
donderdag 7 september 2017
Oud-voetballer Gary Lineker beloofde vorig jaar Match of the Day in zijn onderbroek te presenteren als Leicester City kampioen werd. Hoewel voetbalcommentatoren volgens stijlgidsen geen correct Engels zouden spreken, blijkt het publiek er geen moeite mee

‘Als ik op een feestje vertel dat ik taalwetenschapper ben, en onderzoek doe naar correct Engels, worden mensen vaak bang’, vertelt promovenda Carmen Ebner. ‘Ze denken dan dat ik elke taalfout die ze maken ga veroordelen.’

In werkelijkheid vinden taalwetenschappers juist dat mensen heel erg goed zijn in taal. Eindredacteuren en basisschooljuffen worden misschien boos van ‘advocado’ of ‘dat had leuk geweest’, maar taalwetenschappers zien dat gewoon als mensen die hun eigen taal gebruiken. Een bioloog vindt de verschillen tussen wilde varkens interessant; het zijn de fokker en de slager die willen dat alle beesten in de stal er hetzelfde uit zien. Zelf noemen de taalwetenschappers die benadering ‘descriptief’: beschrijvend. Zeggen dat bepaalde vormen van taalgebruik fout zijn, is ‘prescriptief’: er is een juiste, na te streven vorm van taal, en je schrijft voor hoe die gebezigd dient te worden.

Die laatste benadering is hoe iedereen het op school leerde. Het kan ook een venijnige scalpel des onderscheids zijn: jij mag spellingsregels misschien onzin vinden, de HR-functionaris gooit je sollicitatiebrief met ‘onmiddelijk’ erin onmiddellijk in de papierversnipperaar. In veel kringen is ‘hij wilt’ een grotere overtreding van de etiquette dan het haaks hanteren van een soeplepel.

‘Mensen willen gewoon strenge regels voor hun taalgebruik’, aldus Ebner. ‘En die regels, vastgelegd in boekjes en lessen, hebben dus ook invloed op hoe mensen hun taal gebruiken. Als taalwetenschappers kunnen we het prescriptivisme dan ook niet negeren.’

Strijd

In de strijd tussen de voorschrijvers en de beschrijvers wordt het gewone publiek, toch de gebruikers en consumenten van de taal, maar al te vaak vergeten. In het Verenigd Koninkrijk, waar Ebners proefschrift zich op richt, stamde de laatste studie naar taalopvattingen over het Engels uit 1970. ‘In andere landen, zoals Nederland en de Verenigde Staten, vindt veel meer onderzoek plaats.’

Waarom gebeurt dat in het VK minder? ‘Dat heeft te maken met de sterkere klassenmaatschappij die daar bestaat’, vermoedt Ebner. ‘Iemand die met een regionaal accent spreekt, wordt gezien als minder dan een RP-spreker (Received Pronunciation; Algemeen Beschaafd Engels, zoals u het hoort op de BBC, red.). Onderzoek naar taalopvattingen zou dat soort discriminatie onderstrepen, en dat zou bedreigend zijn voor het systeem. Ik hoop het gebrek aan kennis wat te verhelpen, en het publiek te betrekken bij het debat over taal.’

De Oostenrijkse liet onder meer een groep van 112 proefpersonen reageren op voorbeeldzinnen met een bepaalde taalkwestie erin. Als iemand zegt dat ‘His heart literally broke’, is dat acceptabel of niet? Mag je een infinitief (to + werkwoord) opsplitsen, als in ‘To boldly go where no man has gone before’? Kan je ‘Go slow’ zeggen, of moet daar toch echt een –ly achter? De deelnemers moesten niet alleen zeggen óf iets goed of fout was, maar ook hoe zeker ze dat meenden te weten, en waarom.

Onacceptabel

De resultaten verschillen soms sterk van de stijl- en grammaticagidsen. Zo’n split infinitive, bijvoorbeeld, mág gewoon van de boekjes; ‘to go boldly’ is officieel dus niet beter dan ‘to boldly go’. Maar Ebners respondenten denken daar anders over: slechts 41 procent vindt het acceptabel in een formele brief. Over het versterkende literally schrijft de Britse kwaliteitskrant The Guardian vernietigend in haar stijlboek: ‘A term used, particularly by sports commentators, to denote an event that is not literally true, as in “Manchester City literally came back from the dead."’ Negen van de tien mensen uit Ebners onderzoek hebben er echter geen moeite mee.

Wel zitten er opvallende verschillen tussen de respondenten: vrouwen hebben drie keer zo vaak bezwaar tegen bijwoorden zonder –ly erachter dan mannen. Van de Oxford English Dictionary mag je ‘data is’ zeggen (want het betekent ‘informatie’), maar ook ‘data are’ (het Latijnse enkelvoud is immers ‘datum’). Mensen die Engels als tweede taal hebben, vinden uitsluitend de eerste optie oké, ontdekte de promovenda. ‘Moedertaalsprekers kennen vaker de Latijnse basis van het woord’, licht Ebner toe.

‘Ik hoop dat mijn onderzoek een eerste stap is op weg naar een beter begrip van de sociale verbindingen tussen taalgebruikers, en de rol van taal. In mijn vervolgonderzoek wil ik meer onderzoek doen naar hoe opvattingen over taal van invloed zijn op mensen. De mensen die je scriptie, subsidie-aanvraag of sollicitatie beoordelen zijn vaak wat ouder, bijvoorbeeld. Als zij zo’n opgesplitste infinitief nog steeds onacceptabel vinden, komt jouw brief minder goed naar voren. Je woordkeus, stijl en accent zeggen iets over je achtergrond: in hoeverre kan dat je stigmatiseren, en bijvoorbeeld het doorstromen naar een hogere klasse bemoeilijken?

De meeste ondervraagden zien de media als poortwachters van de taal. ‘Als je eenmaal je standaarden hebt voorgeschreven, kan de media die verspreiden. In het denken van de Britten heeft de BBC daarbij een extra belangrijke rol: het is een publieke omroep, eigendom van het volk. Het zou dus een baken van correct taalgebruik moeten zijn. “Our task is to tread a fine line between conservatism and radicalism, to write in such a way that we do not alienate any section of our audience”, staat er in de inleiding van hun eigen stijlgids. Dat is natuurlijk moeilijk, omdat taal blijft veranderen. Inmiddels is het versterkende, niet-letterlijke literally ook doorgedrongen tot de Britse woordenboeken. Nog maar een paar jaar, en dan gebruikt de BBC het ook.’

Bart Braun

Carmen Ebner

Promotie was 5 september