Columns & opinie
'Als ik een kernbom had, gooide ik hem op Nijmegen.'
donderdag 15 juni 2017
Fokke & Sukke Mare 6, 7 oktober 1999

‘Zijn er mensen, die hun concentratie voelen wegvloeien, wanneer op het tentamen hun buurman een rokertje opsteekt?’

Over het gekke idee om roken te verbieden bij tentamens. (Mare 33, 11 mei 1978)

‘In het artikel van Boudewijn Büch over prof. dr. W. Buikhuisen is een betreurenswaardige vergissing geslopen. In de zin: ‘iemand die suikerziekte heeft geef je heroïne,’; moet heroïne natuurlijk insuliene zijn.’

Rectificatie (Mare 25, 1 maart 1979)

‘Het komt omdat ik zo’n naar huwelijk had. Ik was vreselijk bang om zwanger te worden. Maar je bent getrouwd, en je man heeft ergens recht op je. Je kan het niet altijd ontlopen. Toen heb ik met de dokter gesproken, en die zei: waarom laat je je niet steriliseren? Dat is de beste oplossing.’

‘Ik ging voor het eerst met mijn nieuwe vriend uit, en opeens dacht ik: ik kan hem geen kind meer geven. Verschrikkelijk. Ik voelde me incompleet, minder begeerlijk.’

Vrouwen die spijt hebben van sterilisatie, een ‘groeiende groep’. (Mare 26, 12 maart 1981)

‘Het bordje Cubicula Locanda (Kamers te huur), in de wandeling het Kukeleku bordje geheten, dat tot in de dertiger jaren aan menig Leids geveltje hing, verdween en het verschijnsel spoorstudent nam noodgedwongen toe.’

Artikel over de laatste studentenhospita’s (Mare 1, 26 augustus 1982)

‘De figuur van de hoogleraar stamt nog uit de 19de eeuw en is uiterst ondemocratisch.’

AbvaKabo wil van het hoogleraarschap af. (Mare 3, 9 september 1982)

‘Zo langzamerhand groeit je kennis; ik weet nu al woorden voor kut, lul en neuken in het Latijn.’

Drs. W. Hottentot, doctoraal-assistent bij de vakgroep Latijnse taal- en letterkunde, deed onderzoek naar de obscene poëzie van de dichter Martialis (40 – 104 n.Chr.). (Mare 3, 9 september 1982)

‘Disputen zouden niet langer dan 95 jaar moeten bestaan, want als ze ouder worden, belanden ze onvermijdelijk in een tijd waarin zo niet hun leven, dan toch allerlei ten dode opgeschreven gebruiken kunstmatig in stand worden gehouden door enkele behoudzuchtigen die er koste wat kost, de honderd mee willen halen.’

Uit het gedenkboek bij het honderdjarig bestaan van dispuut Literis Sancrum. (Mare 7, 7 oktober 1982)

‘Het irriteerde me dat ik in m’n eerste jaar consequent vieze kleren aan moest naar de sociëteit; je kreeg elke avond bier en bitterballen over je heen.’

Rechtenstudent Michiel van Aardenne ging nog wel volgens familietraditie bij Minerva, maar trof ‘een brallerige lege bende’. (Mare 20, 27 januari 1983)

‘Niet roken en niet drinken en om half twaalf naar bed met de handjes boven de dekens; ja, dat laatste zeggen ze er altijd bij, maar ik geloof niet dat dat zo noodzakelijk is.’

Njord-wedstrijdroeier Gijs Algie over ‘In Training’ zijn (Mare 28, 24 maart 1983)

‘Mijn opvolger is vast en zeker een volautomatische computergestuurde pedel, die uit allerlei gleuven en door drukken op knoppen zijn gegevens binnen enkele seconden op zijn werktafel zal hebben. Die luxe zal mij niet meer gegund zijn, maar of het me echt spijt?’

Pedel J.W. Spierenburg (Mare 3, 10 september 1987)

‘De vooruitzichten voor de samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Rotterdam en Delft zijn weinig rooskleurig.’

Bestuurskundige prof. A. Braam klaagt over agressief opstellen van de partijen. (Mare 14, 26 november 1987)

‘Vijf minuten voordat de eerste gasten voor de interne receptie arriveerden sprong de waterleiding.’ De diescommissie van Quintus hield een dagboek bij voor Mare 21, 28 januari 1988. Het feest werd toch nog een succes: ‘De avond leverde een overdosis seks-vertrekkers op.’ ‘De enorme puinhoop na afloop’ moesten ze helaas zelf opruimen: ‘Ballorig met bonbons gesmeten en aan de bessen gegaan. (…) Jurrien scheurde enigszins uit z’n broek’.

‘Wat beseffen we toch weinig dat slijm mooi is. Slijm is de lijm die de biosfeer bij elkaar houdt.’

Geobiochemicus Peter Westbroek (Mare 13, 21 november 1991)

‘Een mens kan je ook uit piëteit opeten.’

Antropoloog R. Schefold over kannibalisme (Mare 17, 19 december 1991)

‘Nijmegen is zo slecht, zò slecht. Ik ben tegen de kernbom, maar als ik er eentje had, zou ik hem op Nijmegen laten vallen.’

Politiek Filosoof Grahame Lock interesseerde zich blijkbaar in elk geval nog wel voor die plaats. (Mare 20, 17 januari 1991)

‘Er is maar één prijs die het publiek, onze minister van wetenschappen, financiën en het parlement kennen. En dat is de Nobelprijs. Zolang de Nederlandse wetenschap andere prijzen dan Nobelprijzen verdient, hebben die mensen het idee dat ze goed geld naar kwaad geld gooien. Een Nobelprijs zou dus goed zijn geweest voor de Nederlandse wetenschap.’

Immunoloog John Van Rood kreeg hem niet, begreep u al. (Mare 32, 25 april 1991)

‘We hopen dat de concurrentie wordt aangewakkerd; dat de jongens in Leiden zeggen: dat kunnen wij beter. Onze meisjes zijn veel mooier dan in Nijmegen.’

Playboyhoofdredacteur Jan Heemskerk nadat Nijmeegse studentes uit de kleren gingen voor het blad. (Mare 7, 3 oktober 1991)

‘Ik wist niet precies wat, maar ik wilde in elk geval vréselijk graag studeren, want anders moest je in militaire dienst.’

Het werd biologie voor de jonge Maarten ’t Hart. (Mare 28, 26 maart 1992)

‘Ontmoet je een socioloog en vertel je hem dat je geen belangstelling hebt voor zijn wetenschap, dan ga je als vrienden uit elkaar. Vertellen dat je niet zo voor vrouwenstudies bent stimuleert een heel andere stemming (..). Je krijgt zelf het etiket van reactionair opgeplakt, dus gaan we dit soort confrontaties maar liever uit de weg.’

Ene P. B. Cliteur van Rechten vindt iets van vrouwenstudies. (Mare 16, 17 december 1992)

‘Een verschrikkelijke plek,’ vindt rechtenmedewerker mr. C. Smith van collegeruimtes van Rechten aan de Schelpenkade. Het is er gehorig en ijskoud en in november hadden de werkgroepen te kampen met ‘een heuse vlooienplaag.’

Nee, vroeger was niet alles beter. Zeker niet bij Rechten. (Mare 28, 1 april 1993, mogelijk is deze datum relevant en gaat het hier om een grap.)

‘Het dossier Dobbelaar. Het bevat alle correspondentie van zeven jaar scriptiebegeleiding. De briefjes van mijn voorgangster: "U moet nu onmiddellijk met het volgende hoofdstuk beginnen." Dat deed je ook wel, alleen niet onmiddellijk.’

Scriptiebegeleidster Lydia Schut over ‘een vuistdikke map’ voor haar, wanneer rechtenstudent Ruud Dobbelaar (37) na negentien jaar afstudeert. (Mare 32, 6 mei 1993)

Begin jaren negentig was de computer de oplossing voor alle problemen, dus ook voor die van intieme aard. Het programma Sexpertise (‘de seksuoloog in bits en bytes’, aldus Mare 1 , 26 augustus 1993) adviseert studenten over seks en relaties. Er zijn maar weinig studenten die inloggen en de digitale sexpert om raad vragen. ‘Misschien zijn studenten bang voor herkenning, wanneer ze de gang van de studentenpsycholoog doorwandelen. Schamen ze zich, als de vieze man die voor de ingang van de erotische cinema zijn kraag opzet.’ De Groningse seksuoloog Louis Sommeling bedacht het programma. ‘Het liefst praat hij in beeldspraak. Seks is voor hem, als in de beste Tiroler tradities, samen een bergwandeling maken. Vaak holt de man vooruit, en is-ie al aan de afdaling begonnen, als voor de vrouw de top nog niet in zicht is.’ Overigens is de ‘mannelijke seks geen emmer die vol loopt en geleegd moet worden. Er dreigen geen lichamelijke complicaties als die emmer niet wordt omgekiept.’ Gelukkig maar.

‘Na drie weken A-4’tjes ophangen heeft hij nog geen positieve reacties, dat is wel een beetje teleurstellend.’

Een student die graag een vereniging ‘voor positief denkende mensen’ zou willen oprichten. (Mare 6, 30 september 1993)

‘Niet met ze gaan praten. Nooit proberen te begrijpen of zoiets. Daarmee ga je alleen maar in op al hun excuses. Begrip is koren op de molen van het uitstelprobleem. Al die hoe’s en waaroms zijn overbodig.’

Promovendus Harry Schouwenburg over chronische uitstellers. (Mare 20, 3 feb 1994)

‘Fallisch gefixeerde narcisten spelen liever de held dan oude mensen te helpen.’

Hoogleraar klinische geriatrie Gerard Ligthart is niet te spreken over Leidse bezuinigingen op de afdeling Medische Gerontologie en vertrekt naar de VU. (Mare 21, 2 februari 1995)

Bij de afstudeerborrel van zijn broertje Constantijn in L’Espérance kreeg prins Friso een aanval van pinda-allergie. Hij werd ‘door zijn broers pijlsnel afgevoerd naar het academisch ziekenhuis. Zijn gezicht was knalrood en gezwollen en hij haalde uiterst moeilijk adem.’ Mogelijk had Friso zich verslikt in de pinda. Even werd dan ook overwogen om de keel van de koninklijke patiënt open te snijden om hem lucht verschaffen. Maar al snel bleek het slechts om een allergische reactie te gaan: ‘Tussen de biertjes door was de prins zijn overgevoeligheid voor pinda’s vergeten,’ aldus Mare. Na een uurtje was Friso voldoende hersteld om verder te borrelen met zijn broers.

(Mare 22, 9 februari 1995)

‘Wel jammer dat ik dit werk niet op mijn CV kwijt kan’

Softdrugstaxi-chauffeur ‘Erik’ (Mare 1, 7 september 1995)

‘Ik denk dat de vrije Republiek de Zuid-Molukken er komt, omdat God dat wil.’

René Siahaya, bestuurslid van de Molukse studentenvereniging PMM Kakade (Mare 6, 28 september 1995)

‘Wat de uitwerking van het instralen van het bier is weet ik niet, het kan ook best zijn dat de alcohol zijn effect verliest.’

Medium Jomanda straalt een biervat in bij een bezoek aan Augustinus. (Mare 14, 28 november, 1996)

‘Ik hoorde beneden een blonde vent roepen: "Blijf hangen en spring niet!"’

Het was prins Willem-Alexander die toevallig een brand in een studentenhuis ontdekte. (Mare 7, 9 oktober 1997)

‘Isabella en Aletta willen weten of er nog echte mannen (ong. 25 jr.) in Leiden loslopen. Kom naar de Peli en zoek ons!’

Maretje (Mare 15, 11 december 1997)

‘Hij was hartstikke stoned, sprak voortdurend in zichzelf, stond in de gang te schijnboksen, verwondde zichzelf met glas en één keer stond hij naakt op het dak.’ Huisgenoten probeerden de aan het Flanorpad geplaatste vluchteling Tariq eerst nog te helpen, maar toen hij ‘psychotisch’ gedrag vertoonde, overstapte op heroïne en coke en een bewoner aanvloog met een waterpomptang, barricadeerden ze zijn kamer. (Mare 34, 4 juni 1998.) Twee weken later zochten SLS (tegenwoordig Duwo) en Vluchtelingenwerk nog altijd naar een oplossing, terwijl Tariq tussen het drogende wasgoed in het trappenhuis bivakkeerde.

‘Als ik straks geen inkomsten heb omdat de muziek ingezakt is, dan heb in tenminste de studie nog.’

Een rechtenstudentje, ene Armin van Buuren, laat zich niet gek maken door wat muzikale succesjes. (Mare 3, 14 september 2000)

‘De universiteitsraad heeft het college van bestuur voorgesteld dat alle eerstejaars een college over structuur en geschiedenis van de Universiteit Leiden zouden moeten krijgen.’

Best een goed idee. (Mare 9, 26 oktober 2000)

‘Studenten hebben er straks baat bij om te lenen en geen baantje te nemen.’

Staatssecretaris van onderwijs Mark Rutte zag het al helemaal voor zich. (Mare 4, 23 september 2004)

‘En al het écht niet lukt, als ik een Untermensch blijk, dan ga ik rechten studeren, zodat ik kan strijden voor gelijke rechten. Maar ik wil graag pedagogiek afmaken, want daar was ik mee bezig.’

Pedo-partij oprichter Norbert de Jonge mocht in Leiden geen pedagogiek studeren. (Mare 1, 6 september 2007)

‘We worden ook heel vaak koeien genoemd, omdat er vroeger vooral dikke wijven lid waren.’

Medusa-preses Mies Verhage over de geuzennaam van haar dispuut. (Mare 7, 18 oktober 2007)

‘Als je brak bent, is het gemakkelijker om serieus te kijken.’

Het Leidsch Studenten Draegers Gilde van Quintus is normaal heel verantwoordelijk, maar viert vanavond feest met de uitvaartverzorgers. (Mare 10, 18 november 2010)

‘Ik heb de prins nog wel de hand geschud en gezegd dat ik hem eigenlijk maar een klootzak vond.’

Huishoudster Rie Schild van ’t Heerenhoeckje blikt bij haar negentigste verjaardag even terug op de studententijd van Willem-Alexander. (Mare 8, 8 november 2012)

‘Als het er om wat voor reden dan ook naar uitziet dat er sperma in het doucheputje gaat komen, kun je jezelf een hoop gênant schoonmaakwerk besparen door de koudwaterkraan open te draaien. Hebben we ergens gelezen.’

Praktische studentenhuistips (Mare 1, 8 september 2011)

‘Later in de wedstrijd schakel ik over op bouillon, dropjes, chips, rozijnen, koekjes en Fanta. Of ik geen last van mijn maag krijg? Op een gegeven moment ga je je zo klote voelen, dan maakt die maag ook niet meer uit. Als je het maar binnenhoudt.’

Ultrarunner David Boone liep zijn beste tijden op de honderd kilometer dan ook met een kater. (Mare 11, 20 november 2014)

‘Je bent jezelf niet als je nuchter bent.’

Simon ‘Bokito’ van SSR-gezelschap de Bokkenrijders. (Mare 29, 21 mei 2015)

‘De universiteit deelt geen xtc-pillen met haar logo uit, en zou ook een ongezonde bezigheid als marathonlopen niet hoeven ondersteunen. Speelt hier misschien het idee dat sporten leidt tot een gezonde geest in een gezond lichaam? Dat is een tragische misvatting, die op de Nederlandse televisie vrijwel dagelijks weersproken wordt, elke keer als een profvoetballer voor de microfoon staat.’

Redactioneel commentaar op de samenwerking tussen de universiteit en de marathon van Leiden (Mare 1, 8 september 2016)

‘Dan maar even afreageren in de kroeg, waar tot ver in het voorjaar "de dagelijkse kerstborrel" in ere werd gehouden. Mede daardoor groeiden de cafés Burgerzaken en De Burcht uit tot de broedplaats van de zelfbenoemde ‘Leidse cirkel’ – een groep van jonge literaire hemelbestormers die allemaal wel iets met Mare te maken hadden (gehad): Ilja Leonard Pfeijffer, Christiaan Weijts, Franca Treur, Gerardo Soto y Koelemeijer, Arjen van Veelen. Met de nodige zelfspot verklaarden ze er collectief de oorlog aan de Amsterdamse grachtengordel.’

En niet te vergeten de veel te vroeg gestorven redacteur Thomas Blondeau, onderwerp van het prijswinnende verhaal ‘Het West-Vlaams Rouwhandboek’. (Mare 6, 24 oktober 2013)