Wetenschap
Turkse U-bocht
Turkse leiders wijken af van hun ideologie na een economische crisis, beargumenteert promovendus Onur Ada tijdens zijn lezing ‘Turkey in crisis: U-turn or head on?’
donderdag 6 april 2017

Wat bedoelt u met die titel?

‘Ik kijk naar de reactie van Turkse politieke partijen tijdens crises. Ik vergelijk de kemalistische partij (die stond voor modernisering en verwestering, red.) tijdens de economische crisis van 1929, met de AKP, de islamitische partij, tijdens die in 2008. Ik stel de vraag of deze partijen onbuigzaam islamitisch en kemalistisch waren, of pragmatische besluitvormers? Ik denk het laatste.’

Hoezo?

'In 2008, na de crisis, werd het beleid van de AKP autoritairder. Ze bemoeiden zich met de media, ze beperkten de vrijheden in het land en mengden zich steeds meer in het dagelijks leven van de bevolking. Mensen kregen de indruk dat de overheid hun levens wilde transformeren. Er zijn natuurlijk meer factoren die meespelen. Maar de economische crisis is een belangrijke.

‘Het effect was indirect. De EU werd hard geraakt, en politieke partijen die tegen het EU-lidmaatschap van Turkije waren, kregen steeds meer macht. De publieke opinie keerde zich er ook steeds meer tegen. De Turkse leiders reageerden sterk op deze kritiek. Ze zochten ook naar alternatieven. Een bondgenootschap met Rusland was een van de opties.’

Was de AKP daarvoor niet autoritair?

‘Toen de AKP aan de macht kwam in 2002, was het een conservatieve, democratische partij. Ze werden gezien als brenger van meer democratische waarden. Tot het leger in 2007 een poging tot een staatsgreep deed en militaire kopstukken werden veroordeeld. Toen leek opeens alles gelegitimeerd: de partij begon zich steeds minder druk te maken om democratie, en meer om het behouden van de macht.’

Hoe kijkt u naar het huidige Turkse regime?

‘Allereerst zijn ze bezig met overleven. Ze hebben een groot electoraat, en ze proberen dat te transformeren in lijn met hun nieuwe ideologische aanpak. De nadruk ligt op een nieuw Turkije, veel religieuzer, waarbij de islam een belangrijk onderdeel is van de nationale identiteit. President Erdogan wil met het referendum dat op 16 april wordt gehouden alle macht in handen krijgen. Hij klaagt over de instabiliteit van het parlementaire systeem, en de scheiding van machten. Hij beargumenteert dat er de afgelopen twee jaar al een de facto presidentieel regime is geweest. Het referendum maakt het alleen officieel.’

Wat gebeurt er als hij zijn zin krijgt?

‘Het kabinet wordt dan zo goed als nutteloos. Het is zelfs mogelijk dat er geen kabinet zal zijn. Het kantoor van de eerste minister zal misschien worden opgegeven. Er zijn dan geen checks and balances.

‘Erdogan wil zo lang aan de macht blijven als hij kan. Hij wordt gezien als een charismatische leider in Turkije, en in zekere mate in het Midden-Oosten. De persoonlijkheidscultus om hem heen wordt met de dag sterker. Maar het land wordt ook steeds verdeelder door de strategieën van de AKP. De helft van het land houdt van Erdogan, terwijl de andere helft hem waarschijnlijk haat. Daarom verwacht hij dat de reactie van zijn tegenstanders tegen hem heftig zal zijn, mocht hij de macht verliezen.’ AK

Lezing: Turkey in crisis

Donderdag 13 april, 17:15, Lipsius