Studentenleven
Chauffeur van de zakenwereld
Ruim zesduizend nieuwe studenten kwamen er dit collegejaar naar Leiden. Mare volgt hun inburgering, van de eerste kamer tot college, tentamen en gala.
Marleen van Wesel
donderdag 30 maart 2017
© Marc de Haan

Wie: Charlotte Wiersma (19)

Uit: Follega in Friesland

Studie: Economie en recht

‘Als je begint, heb je geen idee. Met een wetbundel had ik nog nooit gewerkt. Ik snap best dat mensen even denken: Wow!

Oké…’, blikt Charlotte Wiersma terug op de eerste maanden van haar studie economie en recht. ‘Ook mijn tentamens gingen in het begin een beetje matig. Op de middelbare school hoefde ik maar te leren, of ik had een acht. Nu had ik een tentamen niet gehaald en voor twee andere een zes. De periode erna haalde ik gelukkig weer hoge cijfers. Ook die ene herkansing heb ik gehaald. De truc was om samenvattingen te vinden. Die van Slimstuderen.nl zijn hier op de faculteit heel bekend. Maar ik lees ook de boeken wel hoor. Zelfs van de vakken die een beetje saai zijn, wil ik toch graag weten hoe het zit.’

Via een makelaar vond ze een kleine kamer. Voor de start van het collegejaar ging ze flink aan de slag met loshangende elektriciteitsdraden en het vieze tapijt. Daarna was de rest van het huis aan de beurt. ‘Het was best wel ieder voor zich. Daarom heb ik de huisbaas gevraagd of ik misschien zelf mensen mocht kiezen, als er nieuwe kamers zouden vrijkomen. Inmiddels woont er al een meisje dat ik ken, en binnenkort komen er twee jaarclubgenoten bij. Samen gaan we de keuken, de woonkamer en het dakterras een beetje chill maken.’

Die jaarclub, dat is het cordial Paraat, van Augustinus. ‘We zijn met vijftien meiden. Elke maandagavond eten we samen en daarna volgt meestal de borrel. Verder sporten we samen, zitten we samen in de UB en op vrijdag heb je de Dixo. Er gaat altijd wel iemand mee. Laatst was er een groot feest op Augustinus, waarbij je verkleed moest als je angst. Wij hadden voor doktersbezoek gekozen: we waren enge verpleegsters, met kleurlenzen en verder gewoon bloed en zo. Aangezien twee meisjes van mijn cordial uit Brabant komen, hebben we bij een van hen carnaval gevierd. We zouden weer als verpleegsters gaan, maar uiteindelijk had niemand daar zin in, en bij dat meisje thuis lag superveel om uit te kiezen. Ik had natuurlijk nog nooit carnaval gevierd, want in Friesland is dat niet echt een ding.’

Ze gaat nog elk weekend terug naar Follega. ‘Ik heb namelijk een paard, bij mijn ouders. Op maandagochtend rijd ik vanuit Friesland vaak een eindje met mijn vader mee richting zijn werk. Dan hoef ik pas vanaf Lelystad met de trein, en ben ik best snel in Leiden.’

‘Sinds kort heb ik een nieuw baantje: student-taxichauffeur. Een jongen van mijn middelbare school deed dat ook. Toen ik bij dat bedrijf solliciteerde, kreeg ik te horen dat ze geen vrouwen wilden aannemen. Ze hadden namelijk problemen gehad met vervelende mannelijke klanten. Toch vond ik het best discriminerend. Ik kan net zo goed autorijden en ik ben niet heel bang. Ik heb nog een aantal bedrijven gemaild en sinds een paar weken rijd ik ritten, vanuit de buurt van Leiden. Vooral zakenlui, die naar hun werk willen op de Zuidas. Ik bestuur dan hun auto, een mooie BMW bijvoorbeeld, terwijl zij aan het werk zijn. Terug ga ik met de trein.’

Vorige edities van De eerste keren: