Studentenleven
Net als in Pirates of the Carribean
Susan Wichgers
donderdag 23 maart 2017
'Er komen veel Britten. Die hebben een nerdcultuur.' © Marc de Haan

‘Eigenlijk win je pas bij tien overwinningspunten, maar dan zijn we vijf uur bezig.’ Filosofiestudente Lesley de Keijzer (23) legt allerlei schepen, goud en kaarten op tafel terwijl ze aan twee onervaren medestudenten de ingewikkelde regels probeert uit te leggen.

Merchants & Marauders, heet het bordspel dat ze zelf heeft meegebracht. In de hoek van bordspellencafé De Gravin staat een grote kast met daarin klassiekers als Risk en Monopoly, maar ook Stef Stuntpiloot. ‘Ze hebben hier veel te kiezen, maar deze zit nog niet in het assortiment.’

Ondanks de redelijk onopvallende locatie in de Diefsteeg, is er op dinsdagavond geen tafel onbezet in het café. Alleen de bank in de hoek is nog leeg. Als mensen een drankje bij de bar willen halen, moeten ze zich eerst langs andere spelers wringen. ‘Er zijn vooral veel Britse studenten vanavond,’ merkt De Keijzer op. Natasia Patel (20, Engelse literatuur) heeft wel een idee waarom: ‘Dat komt door de Engelse nerdcultuur.’

Toby Jones (29, research master Midden-Oosten Studies) is hier wel eens eerder geweest, maar toen was hij niet erg enthousiast over de spellen. Nu wel. ‘Ik wilde Merchants & Marauders al een hele tijd spelen.’ Maar zover is het nog lang niet: de uitleg alleen al duurt namelijk een uur. De blikken van Jones en Patel verraden dat het daarna ook nog steeds niet helemaal duidelijk is. ‘We begrijpen het vast beter als we eenmaal bezig zijn’, oppert Patel. De Keijzer krijgt de rol van merchant; Jones en Patel zijn marauders, oftewel piraten. Iedereen krijgt een stapeltje goud. ‘Heel cool’, vindt Jones. ‘Alsof ik in Pirates of the Carribean zit!’

Het hele café schrikt op als verderop de blokjestoren van Jenga instort. Een paar tafels verder schreeuwt iemand het uit van de pijn: iets te fel gestreden om de Halli Galli-bel.

Eigenaar Matt Donnelley loopt geregeld langs om zijn gasten van nieuwe zoutjes te voorzien. Samen met zakenpartner Bogdan Pancu, die in zijn thuisland Roemenië al een bordspellencafé had, heeft hij in november De Gravin geopend. ‘Het is fantastisch om te doen. We hebben een hele groep regulars die van alles organiseert. Op maandagavond waren we eerst gesloten, nu is het Dungeons & Dragons-avond geworden.’

De stamgasten zijn voornamelijk studenten, maar iedereen is welkom. ‘Op zondag zijn er veel kinderen en komt er altijd een vast groepje senioren Skip-Bo spelen.’

Rond een uur of elf wordt het wat rustiger. De enkele tafels die overblijven, voegen zich bij elkaar. ‘Dat gebeurt wel vaker,’ weet Donnelley. ‘Gasten komen ook wel eens alleen. Dan lopen ze een rondje om te kijken wie welk spel aan het spelen is, en gaan ze gewoon ergens bij zitten.’

Met de marauders gaat het ondertussen minder voorspoedig. De Keijzer sleept overwinningspunten binnen, terwijl de andere twee alleen maar verliezen.

Jones begint steeds meer te twijfelen aan de regels van het spel. ‘Weet je zeker dat dit wel klopt?’ Na wat aandringen bestudeert De Keijzer de handleiding nog maar een keer.

Een paar minuten later slaat ze een hand voor haar mond: ‘Oeps… Sorry jongens, ik heb iets heel cruciaals over het hoofd gezien.’ De piraten hadden veel meer goud moeten ontvangen.

Ze spelen nog een kwartier stug door, maar de achterstand kan niet meer worden hersteld. Na ruim drie uur spelen besluiten ze om de strijdbijl vroegtijdig te begraven. Volgende keer beter. Om de avond toch positief af te sluiten, kiezen ze een wat minder complex bordspel uit het assortiment van De Gravin. ‘Deze duurt maar drie kwartier!’