Studentenleven
De eerste keren: 'Ik ga naar bijna elk college'
Ruim zesduizend nieuwe studenten kwamen dit collegejaar naar Leiden. Mare volgt hun inburgering, van de eerste kamer, tot college, tentamen en gala.
donderdag 9 maart 2017
Foto Marc de Haan

Wie: Jurian Bos (17)

Uit: Hillegom (Zuid-Holland)

Studie: Notarieel recht

‘Leer ik alles over de democratische rechtsstaat, mag ik zelf nog niet stemmen’, zegt Jurian Bos. ‘Nog een maand, dan word ik achttien. Binnenkort ga ik alvast rondkijken waar ik dan lid wil worden.’ Omdat de keuze voor min-achttienjarigen beperkt is, stelde hij ‘m afgelopen El Cid-week nog even uit.

In september begon hij met notarieel recht. ‘Na zo’n lange zomervakantie denk je dat je zeeën van tijd hebt. In de eerste tentamenweek werd ik wel even met mijn neus op de feiten gedrukt. Dat is goed gekomen, hoor. Later in het eerste semester heb ik goed mijn best gedaan en meer volgens schema’s gewerkt. In het begin pakte ik het verkeerd aan. Het was een sprong in het diepe.’

Inmiddels heeft hij zijn plek gevonden. ‘Ik kom vaak in Leiden. Ik ga naar bijna elk college. Vooral voor de gezelligheid. Soms denk ik na afloop: hmm, wat is er eigenlijk gezegd? Meestal niet hoor. Op donderdag hebben we met tachtig man college, maar op dinsdag is het pas écht volle bak. Dan zitten we met zo’n beetje alle eerstejaarsrechtenstudenten in het Gorlaeus. De zaal daar is gelukkig erg groot. Meestal hebben we met een groepje van zes een hele rij voor onszelf. Links achterin is onze plek. Inmiddels zijn we nog maar met vijf trouwens. Eentje is afgevallen. Ik verbaas me erover hoeveel studiegenoten al gestopt zijn. Mijn tutorgroep begon met 26 man. Daarvan zijn er nog zestien over. Ook in de collegezalen zie je dat de winter heeft toegeslagen.’

Zelf weet hij waarom hij wil blijven. ‘Ik denk dat ik op een klein kantoor wil werken. BNSL, de studievereniging voor notarieel recht, organiseert naast borrels ook kantoorbezoeken. Nog niet héél relevant voor mij, want ik volg vooralsnog vooral algemene vakken van rechtsgeleerdheid. Heel breed en niet allemaal even leuk, maar daardoor ontdek je juist wat je wél leuk vindt. Gelukkig precies de vakken waar ik straks mee verderga.’

Hij heeft nu twintig studiepunten. ‘Je hebt er 45 nodig om door te mogen, maar ik ben nog geen enkel studiepunt definitief kwijt. Ik zou zelfs mijn propedeuse nog in één jaar kunnen halen. Maar dat wordt wel goed plannen: eind maart heb ik inclusief herkansingen vijf tentamens in negen dagen.’

Op kamers woont hij nog niet. ‘Ergens tijdens mijn studie wil ik dat wel. Het lijkt me leuk, leerzaam, en je kunt toch wat meer feesten meepakken. Nu moet ik steeds de laatste trein halen om tien over een. De eerste gaat pas om half zes weer. We zijn trouwens wel verhuisd: nu woon ik nog maar twee minuten van het station. Voor de reistijd hoef ik dus niet op kamers. Maar met mijn nieuwe collegeroosters zit ik wel vaker in de spits in de trein. Ik verbaas me altijd over het percentage eersteklascoupés, terwijl daar hooguit twee mensen in zitten. Laatst ging ik één keer met de bus, maar daarin was het zelfs zo druk, dat bij de volgende halte iedereen werd geweigerd.’

Door Marleen van Wesel