Studentenleven
Frutti di Mare: Ik kan en w
donderdag 19 januari 2017
Nicole Beukers (midden) met zilveren plak op de Olympische Spelen.

‘Ik wil uit de boot. Ik ben niet goed genoeg’, schoot tijdens belangrijke wedstrijden door het hoofd van roeister Nicole Beukers (26). Vier jaar geleden vroeg ze sportpsycholoog Lex Duvekot om hulp. ‘Daar ben ik best open in’, zegt ze. Duvekot gaf haar voor wedstrijden briefjes mee, met: ‘Ik kan dit. Kom maar op. Ik ben er klaar voor.’ Afgelopen zomer won ze zilver op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Dinsdag gaven ze samen een workshop sportpsychologie, georganiseerd door Topsport Leiden, op het Leonardo College, een school die topsportleerlingen extra begeleidt.

‘“Best open” is een understatement’, vindt Duvekot. ‘Sommige sporters vragen steevast hun sessies zo te plannen, dat ze geen teamgenoten tegenkomen. En een korfbalster die vertelde dat ze mij had ingeschakeld, kreeg laatst van haar geschrokken coach te horen: “Ik wist niet dat het zó erg was.” Terwijl juist op mentaal gebied nu het verschil te maken is.’

Hij geeft het publiek, sporters van verschillende Leidse clubs, waaronder studentenroeiverenigingen Asopos en Njord, concrete tips, zoals het opschrijven van je doel en ontspanningsoefeningen. Het publiek mag meteen de ogen sluiten voor een oefening. Beukers: ‘Geluiden van vogeltjes en de zee zijn niet echt iets voor mij, maar eerst je tenen ontspannen, dan je kuiten, enzovoorts, werkt wel. Je moet het trainen, net als fysiek roeien. Vroeger sliep ik drie nachten voor een wedstrijd niet. Ik lag kapot aan de start.’ Met foto’s neemt ze het publiek mee van trainingen in Sierra Nevada en Italië naar Rio. ‘In de finale zijn we als een gek gegaan. Het was de beste race die we ooit met z’n vieren gevaren hebben.’ Belangrijk was het besef dat ze niet móest presteren. ‘Ik moet niks, ik wíl dit!’

‘Bij een wedstrijd moesten we écht tweede worden. We werden derde. We wisten niet waar het aan lag’, vertelt Heleen Middelkoop (23, rechten), die naar de workshop gekomen is, en net als Beukers bij Njord roeit. ‘Misschien hadden we inderdaad te veel het idee dat we moesten en te weinig dat we het zelf wilden. Ik denk soms ook in extremen, dat iets echt nooit gaat lukken.’ ‘Ik vraag me vooral af: kan ik dit wel?’ zegt Njord-roeister Wieke van Oostveen (20, biofarmaceutische wetenschappen). ‘Andere mensen, díe kunnen het.’

‘Als je op selectiemomenten voelt dat iedereen kijkt, kun je blokkeren. Je raakt je ontspanning kwijt, alles verzuurt veel harder en je voelt je vooral heel machteloos’, vertelt Asopos-roeier Ward van Zeijl (24), die afgelopen zomer deelnam aan de wereldkampioenschappen. ‘Als ik me realiseer dat ik daar niet hóef te zijn, wordt het van iets groots, iets normaals. Al blijft het spannend.’

De sportpsychologietips blijken prima toepasbaar buiten de sport. Van Zeijl: ‘Toen ik me bij mijn bachelorscriptie geschiedenis realiseerde dat ik soms best om hulp kon vragen, werd het meer een puzzel die ik gewoon kon oplossen. Toen haalde ik ook plezier uit het proces.’ Beukers, die de pabo afrondde, herkent dat: ‘Zeker bij beoordelingen bleef ik meer gericht op mijn taak: gewoon, een les geven.’ Inmiddels geeft ze iedere donderdag gymles aan groep 3 tot en met 8. ‘Dat is tenslotte mijn toekomst. Het geeft rust dat ik mijn pabodiploma en mijn gymcertificaat op zak heb.’

‘Had je tijdens de Olympische finale nog een briefje mee?’ wil Van Zeijl tijdens de vragenronde nog weten. ‘Voor grote wedstrijden ga ik bijna altijd nog even naar de wc, voor een zenuwplasje. Dan haal ik dat briefje tevoorschijn’, zegt Beukers. ‘Maar tijdens de Olympische spelen hoefde dat niet meer. Toen zat het al zó in mijn hoofd.’

Door Marleen van Wesel