Achtergrond
De corpsbal die het straatschoffie speelde
Lang voordat hij in Leiden rechten ging studeren speelde Adriaan van Maurik de eerste Ciske de Rat in de gelijknamige musical. Mare ging met hem kijken hoe zijn opvolgers het doen. ‘Ik ben toch een beetje nerveus.’ In de kleine lobby van de artiesteningang van het Amsterdamse DeLaMar Theater staat Adriaan van Maurik (22) te wachten. Hoewel het negen jaar eerder heel normaal was om backstage te vertoeven bij een grote musicalproductie, kijkt hij nu toch wat onwennig om zich heen.  Totdat hij wordt aangesproken door een jongetje. ‘Wauw, jij hebt toch de eerste Ciske gespeeld?’ Er verschijnt een grote lach op Van Mauriks gezicht. ‘Ja, dat klopt.’
Esha Metiary
donderdag 15 december 2016

Ciske, dat is Ciske Vrijmoeth, beter bekend als het onhoudbare joch Ciske de Rat. De trilogie over het Amsterdamse straatschoffie van schrijver Piet Bakker verscheen tussen 1941 en 1946. 

In het kort: Ciskes varende vader is altijd op zee en zijn moeder kijkt nauwelijks naar hem om. Als zij een boek dat hij van zijn boezemvriend cadeau heeft gekregen in stukken scheurt, ontsteekt hij in blinde woede en gooit een mes naar haar hoofd. Ma is op slag dood.De verfilming uit 1984 betekende de doorbraak van Danny de Munk. Hij zou later ook terugkeren in de eerste reeks musicals, tussen 2007 en 2009. Dit jaar blikt hij opnieuw terug op zijn leven als rat, in de reprise van de musical die tot eind februari in DeLaMar is te zien.

Daar heeft het nieuws dat een van de eerste Ciskes backstage rondloopt zich als een lopend vuurtje verspreid. Van alle kanten komen acteurs aangesneld. Ook De Munk komt even kijken. In plat Amsterdams: ‘Hé, da’s lang geleejuh!’

Regisseur Simone van Gog neemt Van Maurik mee het toneel op. Alsof het de dag van gisteren is, zet hij de eerste noten van ‘Amsterdam, héé pak me dan!’ in: ‘Grote mensen moeten altijd commanderen, doen altijd net of ik een kind ben van drie. Ik háát grote mensen, want weten ze dan niet, het is hier toch wel mooi een dé-má-cró-tie!’

Glimlachend kijkt Van Gog toe. ‘Samen met de andere Ciske, Gijs Blom, heeft hij de rol gevormd. Ze pikten snel dingen op en hadden een bepaalde theaterintelligentie waar je heel fijn mee kon werken.’

Als kind speelde Van Maurik al bij de Haarlemse jeugdtheaterschool ‘Mamagaai’. ‘Maar pas op de middelbare school zei een muziekdocent: je moet er wat mee doen.’ Hij deed auditie voor Tarzan, maar werd het niet omdat hij te groot was. ‘Maar ze wilden me graag voor Ciske.’ Zo belandde hij in Krijg toch allemaal de kolere, een talentenjacht van de AVRO. Met nog drie anderen won hij.

‘Tietjanberenlul! Hoerenjong!’ Tijdens de laatste doorloop staat een keurig blond jongetje te schelden. Het is de vijfde Ciske, Jules (10), die vanavond zijn première beleeft. ‘Ik wil die T horen!’ roept Van Gog: het Amsterdamse accent moet dikker. Van Maurik: ‘Je hoort dat hij een beetje slist, waarschijnlijk omdat hij nerveus is.’ Had hij zelf last van zenuwen? ‘Mwoah. Ik werd na school opgehaald en bracht hele dagen in het theater door.’ Van Gog: ‘Nu mogen ze van de wet per avond maar vier uur in het theater zijn.’

In 2008 zwaaide hij af in een uitverkocht Carré. ‘Ik dacht mijn roeping te hebben gevonden. Na de middelbare school deed ik auditie voor twee toneelscholen.’ Na te zijn afgewezen, ging hij rechten studeren in Leiden. ‘Het was voor mij altijd óf voor de schermen, óf totaal iets anders. Want achter de schermen zou ik alleen maar jaloers naar het podium kijken, omdat ik daar had kunnen staan.’

Eenmaal in het pluche weggezonken neuriet Van Maurik tijdens de voorstelling zachtjes deuntjes mee. Twee rijen achter hem barst een vrouw in snikken uit tijdens ‘Lampje in de nacht’. De Munk heeft zijn Jordaan-snik tot in de puntjes geperfectioneerd, want bij ‘Ik voel me zo verdomd alleen’ heeft Van Maurik ook zichtbaar een brok in zijn keel. 

‘Je herkent in hem het jochie waar hij zo beroemd mee is geworden. Nu is hij natuurlijk wel het mannetje’, grapt hij achteraf. ‘Met in het echt een te grote bontkraag en een net iets te zonnebankbruine huid.’

Het publiek, dat tussen de 45 en 55 euro heeft betaald, beloont de cast met een staande ovatie. Ook de oude Ciske is tevreden: ‘Never change a winning team.

Aan zijn tijd op de planken hield Van Maurik een fanclub over. ‘Het zijn wel een beetje gekkies’, lacht hij. ‘Maar wel lief! Ze gaan vaak naar dezelfde voorstelling, staan altijd bij de artiestenuitgang te wachten en hebben alle gadgets.’

Bovenaan zijn Facebookpagina prijkt een berichtje van een fan die hem graag een kaartje wil sturen. Het is een van zijn grootste fans, legt Van Maurik uit. ‘Een van de hoofdrolspelers gaf me een briefje van hem, hij kwam speciaal voor mij kijken. Later heb ik hem een kaartje gestuurd met “Hé, leuk dat je er was. Groetjes, je beste vriend Ciske.” Sindsdien denkt hij dus dat ik zijn beste vriend ben.’

Bij zijn ouders in Heemstede staat nog een hele mand vol fanmail, allemaal redelijk onschuldig, behalve een brief van een bevallende vrouw. ‘Zij schreef dat ze haar eerste bloedingen had en een kind kreeg. Of ik nog een leuke naam wist.’

Per voorstelling kreeg hij destijds zo’n honderd euro. ‘Toen ik op mijn achttiende uit huis ging, kreeg ik het Ciskepotje van mijn ouders. Best leuk, maar dat is in mijn eerste jaar bij Minerva allemaal opgegaan.’ Tijdens de El Cid logeerde hij toevalligerwijs in een van de grootste mannenhuizen van Minerva – het Wallon – en is er nooit meer weg gegaan. Het lidmaatschap van het corps bezorgde hem zelfs een plekje op het podium van het Concertgebouw, waar hij tijdens Minerva’s veertigste lustrum ‘Wat is het mooi om lid te zijn’ en ‘Laat je zoon studeren’ voor prinses Beatrix zong. ‘Dan kan je nog de toneelschool doen, maar je weet nooit wanneer je op het podium van Carré of het Concertgebouw staat. Dat heb ik toch mooi geflikt.’

Als vijfdejaars student volgt hij inmiddels een master beleid, communicatie en organisatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘Ik ben bezig met een scriptie over de commercialisering in de non-profit sector waarbij ik kijk hoe schouwburgen andere strategieën zijn gaan inzetten na het wegvallen van subsidies.’

Hoewel hij meteen ‘ja’ zou zeggen als hij morgen gebeld wordt voor een rol of auditie, is hij blij dat hij een vak heeft geleerd. ‘Dit kan niemand me meer afpakken, ik ben ontzettend trots. Maar als je de hele tijd blijft teren op het succes uit je verleden, dan heb je op een gegeven moment ook geen doel meer.’

Maar toch: ‘Ik zou er zo weer in kunnen stappen en meespelen. Ciske speel je vanuit je hart. Dat hele verhaal, dat gevoel raak je niet zo snel kwijt.’

Ciske de Rat is tot 26 februari 2017 te zien in het DeLaMar Theater in Amsterdam en daarna door heel Nederland. Zie www.stage-entertainment.nl