Studentenleven
Geen noedels in de snackbar
Monica Preller
donderdag 8 december 2016
‘Nederlanders klagen veel en openlijk.’ © Marc de Haan

‘De meeste Chinese studenten komen naar Nederland omdat het onderwijs hier goed is. En omdat bijna iedereen Engels spreekt. De Chinese overheid stimuleert studenten ook erg om naar het buitenland te gaan’, vertelt Jichao He (28), voorzitter van de Leidse tak van de Association of Chinese Students and Scholars in the Netherlands (ACSSNL). ‘Je krijgt een beurs. Zo probeert de regering het kennisgat in China op te vullen.’ Zelf kwam He naar Nederland vanwege de begeleider van zijn promotieonderzoek in de toxicologie.

Niet alle studenten gaan terug naar hun geboorteland. ‘Het is afhankelijk van de persoon’, zegt Weiwen Zhong (25, Industrial Ecology). ‘Sommige studenten willen bijdragen aan China, maar anderen zoeken hier een baan. Eén van de leden is zelfs getrouwd met een Nederlander.’

Hoe je dat doet, werk zoeken in een land duizenden kilometers verderop, werd zaterdag uitgelegd tijdens een seminar van ACSSNL. Drie Chinese alumni gaven het veertigtal bezoekers tips over het leven in Nederland. Door het Paviljoen van Museum Volkenkunde klinkt bijna uitsluitend Chinees, met hier en daar een Engels woord als business, analysis of traineeship.

‘Erg nuttig, wat ze me hier vertellen’, vindt Mingming Gao (23, ICT in business). ‘Vooral dat van de tweede spreker. Handig om te weten hoe je hier je rijbewijs haalt, of een huisarts vindt.’

Volgens Lin Jiang (28, PhD scheikunde) is informatie over sociale normen in Nederland cruciaal. ‘Hier is het belangrijk om een band te krijgen met je medestudenten of collega’s. Chinese studenten zijn over het algemeen meer gefocust op hun studie.’ Het blijkt niet voor iedereen even makkelijk. Op het diascherm verschijnen de woorden ‘party’ en ‘coffee break.’

‘De taal is vaak een probleem. Engels is voor Chinezen toch lastiger dan voor Nederlanders. Het is in China ook niet gebruikelijk om veel samen te komen met je collega’s’, vertelt de 29-jarige natuurkunde-PhD’er Yojei. ‘Sommige studenten vinden dat zo moeilijk, dat ze de koffiepauze ontwijken of niet naar feestjes gaan.’

Zelf ervaart hij het studeerklimaat als prettig. ‘De balans tussen werk en privéleven is hier minder stressvol. En ik heb het idee dat je in Nederland meer onafhankelijk, meer vrij bent. Nederlanders klagen veel en klagen openlijk over hun regering. In China moet je daar toch voorzichtig mee zijn.’

Wat hem minder bevalt is het eten. ‘Je hebt minder keuze als je naar een snackbar gaat. Er zijn geen noedels. Wel gefrituurde snacks, zoals kroketten, maar daar houd ik eigenlijk niet zo van.’

Waar kun je heen voor een goed Chinees gerecht? Yojei: ‘Er zijn wel een paar plekken. Vooral Woo Ping is goed.’ Ook Zhong noemt taal als grootste uitdaging. ‘Ik loop nu stage bij Accenture, een consultancybureau. Daar spreekt iedereen meestal Nederlands. Ik zou ook wel Nederlands willen leren, maar daar heb ik bijna geen tijd voor.’

Waar de studenten wel over te spreken zijn is de Nederlandse gestructureerdheid. Jiang: ‘Nederlanders zijn erg georganiseerd. Ze werken met schema’s. Iedere werkdag zijn er minstens twee koffiepauzes. Ik vind het interessant om te zien dat in Nederland de werkdag niet vroeg begint en dat mensen koffiepauze nemen, maar dat ze toch veel gedaan krijgen.’

Ook tijdens het seminar wordt er een kwartiertje gepauzeerd. Op tafel staan kannen thee, koffie en chips, maar ook pepernoten en stroopwafels. Jiang: ‘De zoetigheid is lekker, maar verder houd ik niet zo van de Nederlandse keuken. Van mij mag mijn kantine wel wat meer Aziatisch eten serveren.