Columns & opinie
Geen commentaar
donderdag 24 november 2016

Lieve crepeerstudent,

Je hebt het deze week weer eens zwaar te verduren gehad. De Keuzegids publiceerde het Crepeerlijstje, met studies die het minste geld opleveren. Eigenlijk hoefde je al niet eens te kijken, want je wist al dat je studie ertussen stond. Op nummer één stonden alle kunst- en cultuurstudies. Gevolgd door culturele antropologie. Vijftien procent van de antropologen zal het moeten doen met een maandsalaris van minder dan 900 euro, waarschuwt de het lijstje ons.

De media gingen los. ‘Tandarts casht, kunsthistoricus crepeert’, kopte de Volkskrant. ‘Opgeleid tot hongerloon’ stond in de Telegraaf. Misschien moest je deze week wel voor de zoveelste keer je ouders of andere goedbedoelende familieleden geruststellen: je komt echt wel aan een baan, en je vind je studie gewoon heel leuk. 

Gezien het feit dat de bèta- en geneeskundefaculteiten deze week niet ineens overspoeld werden door studenten, die na het zien van het lijstje halsoverkop hun opleidingen Amerikanistiek (regioculturen: nummer vijf) en internationaal recht (op drie) ontvluchtten voor beter betaalde papiertjes, kunnen we voorzichtig concluderen dat de Keuzegids jullie niets nieuws heeft verteld. 

Als achttienjarige scholier had je echt wel door dat een tandarts veel meer verdient dan een kunsthistoricus. En anders ben je er tijdens de studie snel genoeg achter gekomen.

Met alle respect voor huidige en toekomstige tandartsen: wie wil dat nou echt worden? Op het moment dat je blij afgestudeerd de arbeidsmarkt betreedt, zit je fulltime over een stoel gebogen in iemands kiezen te kijken, getroost door het geluid van een volklaterende bankrekening.

En: eenmaal een tandarts, altijd een tandarts. Grote kans dat je nooit meer iets anders zal worden.

Nooit. 

Meer. 

Ik zal niet ontkennen dat het moeilijk is met een crepeerstudie aan de bak te komen. In economisch moeilijke tijden investeren overheid en bedrijfsleven meer in technologie, en halen ze geld uit de cultuur- en wetenschapspot.

Ik snap ook dat, zeker met het nieuwe leenstelsel en de retoriek dat een studie een ‘investering in jezelf’ is, je graag op papier ziet hoe lang het duurt voordat die investering zich heeft terugverdiend.

Maar zo werkt het niet. Voor de meeste universitair opgeleiden staat geen baan te wachten op het moment dat ze uit het Zweetkamertje stappen.

Een crepeerstudie kies je niet voor het geld. Je kiest het omdat je hart sneller gaat kloppen van prachtige boeken, omdat je bruist van de energie en gelooft dat je de wereld kan redden. Of uit fascinatie voor alle levende wezens (biologie, nummer tien) en wat zich onder en op de aardkorst afspeelt (aardwetenschappen, vier). Omdat je een vreemde taal vloeiend wil leren spreken.

Je bent al lang zo koppig geweest de Keuzegids te negeren. Dus er zit niks anders op dan je met hart en ziel in de studie te storten.

Prove them wrong.

Door Anoushka Kloosterman