Wetenschap
Slim prikken
donderdag 17 november 2016

Als je een groep mensen vaccineert, beschermt dat op twee manieren. Allereerst direct: je krijgt een prik, en bouwt daardoor effectieve afweer op tegen een ziekte. Er is ook een indirect effect: bij Henkie sloeg de prik om onduidelijke redenen niet aan, en Alicia mag geen vaccin omdat ze een immuunstoornis heeft, maar toch krijgen ze geen polio. De rest van Nederland is namelijk wèl gevaccineerd, en dus komen Henkie en Alicia domweg nooit een poliopatiënt tegen die ze zou kunnen besmetten. Dat verschijnsel heet kudde-immuniteit.

Kudde-immuniteit is dus in wezen gratis bescherming. Daar wil je er natuurlijk zoveel mogelijk van. Maar hoe pak je dat aan? In Mathematical Biosciences buigen vier onderzoekers, waaronder prof. Jacco Wallinga van het Leids Universitair Medisch Centrum, zich over de wiskunde achter die vraag. Daarbij splitsen ze de totale bevolking op in verschillende leeftijdsgroepen, en stellen ze een algoritme op om te bepalen hoe de vaccins het beste over die groepen verdeeld moeten worden. Bij een slimme verdeling heb je veel meer kudde-immuniteit. Daardoor heb je ongeveer een kwart minder vaccins nodig dan als je de prikken willekeurig over de bevolking uitdeelt, rekenen de onderzoekers voor. Dat zou in Nederland alleen al miljoenen vaccins schelen.