Nieuws
Kamerleden: 'Dit is foute boel'
Tweede Kamerleden maken zich zorgen over hoe de voorinvestering van het studievoorschot in Leiden verloopt. Vooral de faculteitsraden hebben te weinig invloed op de verdeling van het geld en het instemmingsrecht functioneert nog niet goed.
donderdag 10 november 2016

Door Vincent Bongers Het schrappen van de basisbeurs levert geld op dat gebruikt moet worden om te investeren in beter onderwijs, maar het duurt nog een tijd voordat het ministerie dat kan uitgeven: pas in 2018 komt er geld uit Den Haag.

De universiteiten kregen de opdracht tot die tijd de hoge bedragen voor te schieten. In Leiden gaat het om tien miljoen euro in 2016-2017. Het grootste deel hiervan wordt door de faculteiten uitgegeven.

Om te zorgen dat het geld ook echt aan beter onderwijs besteed wordt, hebben de universiteitsraad en de faculteitsraden instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting gekregen.

Twee weken geleden publiceerde Mare een artikel waaruit bleek dat er ook geld gaat naar bijvoorbeeld huisvesting, en dat niet alle faculteitsraden op tijd bij de verdeling van het geld betrokken worden. Ook staan ze onder tijdsdruk om in te stemmen met een begroting waar nog twijfels over zijn.

‘Dit is foute boel’, zegt Jasper van Dijk van de SP. ‘Het idee van dit schuldenstelsel, want dat is het, is dat het geld geïnvesteerd wordt in de verbetering van onderwijs. En dat studenten ook bepalen waar het geld heen gaat.

‘Dit is een zwak en gevoelig punt in Leiden. Vorig jaar werd al het instemmingsrecht afgepakt van de faculteit Sociale Wetenschappen.

‘Ik heb rector magnificus Carel Stolker daar toen nog over gesproken. Het is een aardige kerel hoor, maar hij veegt wel de inspraak van studenten van tafel. Nu wordt er alweer gerommeld met belangrijke rechten van studenten en medewerkers.’

‘Dit is zorgelijk en niet juist’, zegt Paul van Meenen van D66 over de ontwikkelingen in Leiden. 'De medezeggenschap heeft er niets aan als een bestuur een telefoonboek met cijfers aan de raad voorlegt, zoals dat bij de Haagse faculteit is gebeurd. Dan is er geen beginnen aan.

‘Het moet voor studenten en medewerkers duidelijk zijn waar het geld heen gaat, en wat de afwegingen zijn. Het mag niet zo zijn dat je een blok beton op de tafel krijgt gestort met het verzoek: “Stem hier maar mee in.”’

Van Meenen: ‘Begroten is een continu proces. De medezeggenschap moet het hele jaar door veel meer betrokken zijn bij het financiële beleid. Studenten en docenten weten vaak heel goed waar het geld heen moet, maak daar dan gebruik van als bestuur.’

Maar de medezeggenschap moet ook meer van zich afbijten, aldus Van Meenen: ‘Als je als student of medewerker het verhaal van het bestuur niet snapt, zeg dan “nee” tegen de begroting. Stem dan niet in. Stap naar een geschillencommissie. Die krijgen haast nooit een zaak voorgelegd, maar een oordeel van buiten kan juist heel verfrissend werken. Dat is ook helemaal niet erg. En het schept duidelijkheid.’

De medezeggenschap is een beetje braaf in Leiden. ‘Maar je mag er best wel eens hard ingaan. Het mag best een beetje schuren. Want zonder wrijving geen glans.’

‘De raden mogen niet onder tijdsdruk worden gezet’, stelt Michel Rog van het CDA. Net als Van Meenen vindt hij dat de raadsleden op hun strepen moeten staan.

‘Het is zorgelijk dat de samenwerking nog niet altijd goed verloopt. Maar het moet van twee kanten komen. Het bestuur moet goed informeren, maar de medezeggenschap moet er ook voor zorgen dat ze er dicht boven op zitten.’

‘De bestuurders in Leiden zijn prima mensen’, aldus Van Meenen. ‘Al is het wel een beetje van “we moeten de medezeggenschap niet al teveel laten meedenken.”’

Van Meenen vindt niet dat de politiek moet ingrijpen. ‘De Kamer heeft dit niet heel strak willen vastleggen, juist omdat de besturen en medezeggenschapsorganen dit zelf goed moeten regelen. Dit is mijn ideaalbeeld, maar als blijkt dat het niet functioneert, en we moeten deze processen echt nog wat tijd geven, dan moeten we in de Tweede Kamer kijken of we zaken toch wat meer vastleggen. Maar dat is eigenlijk het laatste dat ik wil.’

Daar is Rog het mee eens: ‘Maar het is ook nog oefenen. Dit proces is nieuw. Leiden moet nu aan de bak. Ik ga er van uit dat er geen politieke inmenging nodig is om het op orde te krijgen.’

Van Dijk ziet dat anders: ‘Ik ga in het debat over de begroting van het hoger onderwijs zeker vragen hierover aan de minister stellen. Bussemaker moet optreden tegen instellingen waar het instemmingsrecht niet functioneert.’