Achtergrond
Martelen dan maar?
Populair in Hollywood: martel­scènes om terroristen aan het praten te krijgen. Promovendus Odile Bodde analyseerde ze. ‘Soms had ik de neiging om weg te kijken, maar uiteindelijk went het wel.’ Tik. Tik. Tik. De seconden op de timer van een bom met nucleaire lading tikken weg. De explosie zal tienduizenden levens kosten. Maar de FBI heeft terroristen opgepakt die mogelijk weten waar het wapen is. De verdachten houden hun kaken stijf op elkaar. Martelen dan maar? Misschien maakt waterboarden de tongen wel los.
donderdag 6 oktober 2016
Martelscène uit de film Unthinkable

Door Vincent bongers Het ticking bomb-scenario is populair in Hollywood. Filmwetenschapper Odile Bodde promoveerde gisteren op een onderzoek naar martelscènes in Amerikaanse en Europese films over de war on terror. Hoe verhouden deze films zich tot de politieke en culturele context? Wat tonen de regisseurs wel en wat niet? Wat zijn de verschillen tussen Hollywood en de Europese producties?

In de films die Bodde bestudeert in haar proefschrift, worden nagels uitgetrokken en lichamen met gloeiend hete poken bewerkt. Zware kost dus. ‘Ik ben geen liefhebber van extreem geweld en heb helemaal niets met het torture porn-genre,’ zegt Bodde. ‘Soms had ik wel de neiging om weg te kijken, maar heb toch alles heel uitgebreid geanalyseerd. En uiteindelijk went het ook wel.’

Bodde vond maar twee van de acht titels echt lastig om aan te zien: De Franse film Flandres (2006), waar verkrachting en castratie aan de orde komen, en de Amerikaanse thriller Unthinkable (2010). In die laatste film snijdt een Amerikaanse verhoorexpert voor de ogen van een gevangen genomen terrorist de keel van diens vrouw door. ‘Dat is wel heel erg extreem. Daarna haalt hij de twee kinderen van de terrorist erbij en dreigt hen ook te vermoorden als hij geen antwoord op zijn vragen krijgt. Echt heel naar.’

Het lag helemaal niet voor de hand om een studie naar martelen in films op te zetten, vertelt ze. ‘Ik ben op het idee gekomen door de controverse rond de film Zero Dark Thirty (2012) van Kathryn Bigelow.’ De film over de jacht op Osama bin Laden leidde tot felle discussies. Er worden gevangenen door de Amerikanen gemarteld om zo te proberen informatie los te krijgen over waar Bin Laden zich bevindt en wat zijn plannen zijn. De methoden die worden toegepast zijn onder andere vernedering, langdurig blootstellen aan keiharde metal, opsluiten in een zeer kleine ruimte en waterboarden.

‘Een normale Hollywoodfilm kijkt lekker weg’, legt Bodde uit. ‘Alles wat er gebeurt, wordt voor je uitgespeld. Zero Dark Thirty is juist heel erg ambigu. De kijker moet zelf nadenken, en juist daardoor ontstond een verhit debat. Het lijkt alsof de personages het onprettig maar noodzakelijk vinden om te martelen. De film legitimeert de martelpraktijken echter niet.’

Ook Bigelow en scenarioschrijver Mark Boal bestrijden de claim dat hun film marteling zou goedpraten. ‘Het verhaal van Zero Dark Thirty bestrijkt een periode van tien jaar. Daarin komt heel heftig en duidelijk naar voren dat martelen routine is geworden. Als je daar over nadenkt, is dat schokkend.’

De kritiek was ook feller omdat het hoofdpersonage, de CIA-analist Maya, een vrouw is, vermoedt Bodde, net zoals de regisseur. ‘Er werd op de vrouw gespeeld. Als Maya een man was geweest, dan was er minder ophef geweest. Agent Jack Bauer martelt er in de serie 24 op los om terroristische aanslagen te verijdelen, en op dat personage kwam eigenlijk geen kritiek. Dat geldt ook voor de mannelijke rollen in Zero Dark Thirty. De film is ook nog deels door het Pentagon en de CIA gefinancierd. Desalniettemin is het geen propagandafilm geworden.’

Unthinkable stelt politiek martelen aan de kaak, maar doet dat op een heel extreme manier. De film gaat over een tot de islam bekeerde blanke Amerikaan Yusuf. Hij heeft een aantal kernbommen verstopt en een door Samuel L. Jackson gespeelde verhoorspecialist, genaamd “H”, past grof geweld toe om Yusuf zover te krijgen om te zeggen waar die bommen zijn.

Unthinkable is heel erg over the top, en deels ook Tarantino-achtig. Het is een ticking bomb-scenario met zwarte humor. De film heeft vanwege het grafische en weerzinwekkende martelgeweld de bioscopen niet gehaald, maar groeide op dvd uit tot cultfilm. “H” lijkt in eerste instantie een brave professor, compleet met brilletje, spencer en keurig overhemd. Het is alsof hij net van achter zijn bureau op de universiteit vandaan is geplukt. Je verwacht helemaal niet dat hij juist de persoon is die met een bijl een een van Yusufs vingers afhakt.’

Als dat gebeurt, houden andere agenten in de verhoorruimte hem tegen. ‘Het is maar een vinger’, zegt “H” dan spottend. ‘En niet eens een hele.’ Na zijn belofte - ‘Oké, oké, geen vingers meer’ - laat hij zijn collega’s weten dat ze niet moeten zeuren. ‘Jullie zijn zo egoïstisch, maar dit gaat niet om jullie. Dit is oorlog.’

Bodde: ‘Het lijkt pretentieloze pulp met veel bloedvergieten, maar heeft wel degelijk een politieke boodschap. De film speelt met allerlei stereotiepen. Het martelen is heel erg duidelijk in beeld gebracht. Het doden van mensen om anderen te redden wordt hier tot in het extreme doorgetrokken: wat zijn de uiterste implicaties van dit beleid?’

De Europese films die Bodde analyseerde, richten zich op de gevolgen van het gepleegde geweld. Wat is de impact van marteling op zowel dader als slachtoffer? Van de Deense film Brødre (2004) is een Amerikaanse versie verschenen: Brothers (2009). Bodde: ‘De Hollywoodversie is een vrij getrouwe remake van de Deense film, maar toch zijn er belangrijke verschillen.’ In beide films wordt een in Afghanistan gevangen genomen officier gedwongen om een medegevangene met een loden pijp dood te slaan.

‘In de Europese films zie je minder kritiek op de politieke keuze om deel te nemen aan de war on terror. Dat is in Brødre ook het geval, maar daar gaat het vooral om het oorlogstrauma. De vraag is: “Je wordt gedwongen om iets ergs te doen, wat doet dat met je?”

‘In Brothers is meer aandacht voor het conflict zelf. Het gaat er heel erg om de strijd met de barbaarse Taliban: dit is de vreselijke tegenstander waar we mee te maken hebben. De Taliban zet in Brothers een camera neer en dwingt al martelend de gevangenen een anti-Amerikaans statement af te leggen. De commandant dreigt ook de hoofden van de militairen af te snijden. Dat verwijst naar de welbekende onthoofdingsvideo’s. Die camera is helemaal afwezig in de Deense versie. Brothers levert kritiek op de interventie. Maar laat aan de andere kant zien dat het toch wel nodig is, want kijk eens hoe vreselijk die Taliban is.’

Europese films verwijzen vaak veel minder direct naar een specifiek geopolitiek conflict. ‘De Poolse film Essential Killing is een goed voorbeeld. Je volgt een man die, vermoedelijk ergens in het Midden-Oosten, is opgepakt en gemarteld wordt door de Amerikanen. Uiteindelijk komt hij in een geheime blacksite terecht, waarschijnlijk in Polen, en weet te ontsnappen. Militairen met honden gaan naar hem op jacht en hij moet maar zien te overleven in de sneeuw. Verdere context ontbreekt, dus deze film staat ver af van Hollywood. Het gaat over de wreedheid van de mens en niet zozeer over de war on terror, al zijn er wel referenties.

In Flandres is de connectie met de actualiteit nog minder expliciet. ‘Deze film gaat over Franse jongemannen die vechten in een verder niet gedefinieerde oorlog. De personages doen maar wat en dat is heel verontrustend. Het geweld is heel in your face. Daar moet je als kijker dan maar iets van zien te maken.’

Odile Bodde, Screening The ‘War on Terror’

Promotie was 5 oktober