Columns & opinie
Herman en ik: De eerste ontmoeting
donderdag 29 september 2016

Zaterdag 14 november 2015 reisde ik naar Gent om kennis te maken met de ‘Mooie Jonge Oppergod van de Vlaamse Letteren’ en hem te vertellen over mijn boekproject over zijn leven, werk en imago. Het was de dag na de aanslagen in Parijs. Hij had de hele nacht vol ongeloof naar de beelden zitten kijken.

Eind maart 2016 reisde ik andermaal naar de Lichtstad, ditmaal om Herman Brusselmans alles te vragen wat ik maar wilde weten over zijn jeugd en jonge jaren. Zijn huis, een bedevaartoord voor fans, is gelegen aan de rivier de Leie. Gidsen op lokale rondvaarboten wijzen de toeristen vanaf het water steevast aan waar de beroemde auteur woont.

Om klokslag 15.00 uur drukte ik op de bel waarop behalve de letters HB nog altijd de naam van zijn ex-vrouw en muze Tania de Metsenaere vermeld staat. Dan hoor ik de stem van Brusselmans door de intercom: net wakker, nog niet gewassen en ‘geparfumeerd’. Of ik een uurtje later wil terugkomen. Brusselmans-lezers weten dat de auteur sinds jaar en dag een omgekeerd dag- en nachtritme heeft: overdag slaapt hij tot een uur of half drie, ’s nachts schrijft hij.

Na een wandeling door de stad volgde de herkansing. Ditmaal stond Brusselmans me frisgewassen bij de voordeur op te wachten. Hondje Eddie – ras: Lhasa Apso – was zo verheugd over mijn komst dat hij spontaan naast het in een hoek opgestelde hondentoilet plaste (‘Godverdomme Eddie!’). Ik kreeg een kop koffie, vlijde me neer op de in zijn werk meermalen beschreven witte Ikea-bank en had kans om het interieur in me op te nemen. Behalve een bureau met daarop een computer en een printer, was het huis zo goed als leeg: kale muren, industriële radiatoren, geen boeken langs de wanden; alleen naast het bankstel enkele werken op een stapel. Op de salontafel lagen Brusselmans’ Marlboro-sigaretten, een volle asbak en een oude gsm.

We namen Brusselmans’ vroege leven door. Zijn jeugd speelde zich naar eigen zeggen af in de middeleeuwen. Vader Gust Brusselmans, veehandelaar, nam hem regelmatig mee naar boeren met wie hij zaken deed.

‘Incestueuze types, mensen met twee tanden in hun bek. Badkamers hadden ze niet, ze stonken en waren vies.’ Zijn vader nam hem ook mee naar slachthuizen, waar runderen de keel werd doorgesneden. ‘Dat bloed stroomde over mijn kleine gummilaarzen heen. De doodskreten van die dieren, de blik in hun ogen, de plassen bloed, dat was traumatiserend.’

Ook zijn depressies kwamen ter sprake, net als zijn angst om verlaten te worden door wie hem lief is. Het tragische is dat die vrees telkens weer bewaarheid is geworden, voor het laatst toen Tania in 2011 wegging. Dat hing er volgens de schrijver mee samen dat hij haar met zijn liefde verstikte. Dat hij Tania in zijn werk keer op keer op een voetstuk plaatste, had niet kunnen voorkomen dat ze vertrok: ‘Als een vrouw moet kiezen tussen een man die gedichten voor haar schrijft of een man met een enorme stijve lul, kiest ze voor die laatste,’ aldus Brusselmans. ‘En ik ben de man met de poëzie.’

Dat Brusselmans gegevens uit de werkelijkheid gebruikt in zijn boeken is bekend. Maar op dat moment wist ik nog niets van het boek dat hij zou gaan schrijven, De fouten, over een incapabele neerlandicus die op het punt staat de biografie HB, de jonge jaren te publiceren.

Brusselmans neemt zich in het boek voor om alle fouten te corrigeren, en dat zijn er nogal wat. Zelfs zijn naam kan de biograaf niet foutloos spellen. Zijn werk is ‘complete rotzooi, een geschriftje van niks, zeer amateuristisch van vorm en structuur, een puinhoop qua stilistiek en schrijfkunst’. Daarna volgt er een opsomming van fouten, waarin vooral Brusselmans’ verbeelding zegeviert, bijvoorbeeld als hij schrijft dat hij acht maanden lang een geheime verhouding heeft gehad met de echtgenote van zijn biograaf…

In het onnavolgbare universum van Herman Brusselmans zijn fictie en werkelijkheid voortdurend met elkaar in dialoog. Dat wist ik natuurlijk al, maar heb ik nu ook aan den lijve ondervonden.

Rick Honings

Universitair docent moderne Nederlandse letterkunde Rick Honings werkt aan een boek over Herman Brusselmans. Op deze plek doet hij verslag van zijn vorderingen. Aflevering 1 staat hier.