Achtergrond
De beste bijbanen
Als je dan toch moet bijklussen om je studie te bekostigen, kun je het maar beter goed doen. Mare ging op zoek naar de beste bijbaantjes. ‘Het gaat niet om mooie tieten.’ ‘Toen ik gevraagd werd, wist ik meteen: dit wil ik op mijn cv hebben.’ Sindsdien is Maxim Aronius (22, media en vormgeving) Tyrannosaurus rex. Of nou ja: hij bestuurt het enorme T. rex-pak om de troeteldino van Naturalis te promoten. ‘Als je het aanhebt, ben je wereldberoemd. Mensen maken ruzie over wie er met je op de foto mag. Maar als ik het uitdoe en door dezelfde menigte terugloop, kijkt niemand meer.’
donderdag 16 juni 2016
Maxim Aronius (links): ‘Als je het pak aanhebt, ben je wereldberoemd.’ © Monique Shaw

Vorig jaar had 63 procent van de universitaire studenten een bijbaan. Ze werkten gemiddeld elf uur per week en harkten daar maandelijks iets meer dan 330 euro mee binnen, blijkt uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). ‘We weten nog niet of studenten door het leenstelsel meer of minder werken. Studeren wordt duurder, maar als een bijbaan voor uitloop zorgt, kan het slimmer zijn om je volledig op je studie te richten en bij te lenen’, zegt Annemarie Koop van het Nibud.

Maar voor studenten met bijzondere bijbanen is geld verdienen meestal niet het hoofdmotief, blijkt uit een rondgang.

Toen Sanne Meier (21, assyriologie) zeventien was vonden haar ouders het tijd dat ze zelf wat geld ging verdienen. ‘Ik moest op zoek naar een bijbaan en kwam bij het Archeon terecht, waar ik een Romeinse vrouw speel. Eigenlijk verdien ik er niet zoveel, ik doe het vooral omdat het werk zo leuk is. Ik help kinderen bij het maken van een kledingspeld of geef mensen een armmassage. Ook houden we een offerceremonie, waarbij we kleine dingen verbranden.’

‘Goede lopers kunnen tijdens de spitsuren tot wel twintig euro per uur verdienen’, zegt Bauke Ketting (sph, 23), die tijdens festivals bier verkoopt uit een grote rugtas. ‘Maar ik doe het vooral omdat je de meest gave locaties bezoekt en gewoon bij Guus Meeuwis, De Jeugd van Tegenwoordig, Toto of De Toppers tussen het publiek staat.

‘Op de Zwarte Cross had ik een vast mannengroepje bij wie ik voortdurend mijn tas leegtapte. Het voelt bijna alsof je vrienden maakt. Als je op festivals van tien tot zes uur werkt, mag je daarna gewoon nog mee feesten. En je staat met het hele team op de camping. Dat is ook ontzettend gezellig.’

Hij kan dreigen, maar ook kwispelen

Foto Monique Shaw

Aronius: ‘In de neus van de dino zit een camera, zodat de bestuurder binnenin op een beeldschermpje in de gaten kan houden wat er buiten gebeurt. Aan de zijkanten zit stof waardoor je wel naar buiten, maar niet naar binnen kunt kijken. We laten de dino meestal eerst aan mensen hun voeten snuffelen. Dan komt hij heel schattig over. Dat kan omslaan door de trigger te gebruiken, waarmee we hem keihard laten brullen. Hij kan dreigen, maar ook kwispelen. Kinderen zijn meestal dapper, oudere mensen juist voorzichtig. Blijkbaar komt er toch een soort instinct naar boven als er een rij tanden op je afkomt.

‘Het werk is veel zwaarder dan ik dacht. Je hebt een heel harnas aan. Het pak weegt vijftig à zestig kilo. Vooral in de zomer is het warm. Om het beest neutraal te laten kijken moet je al twintig kilo naar beneden drukken. Het vraagt constante kracht om hem levend te laten lijken. Ik ga er speciaal voor naar de sportschool. De trainingen worden vaak opgenomen. We kijken de beelden terug om te zien hoe de dino overkomt. Als je in het pak zit heb je namelijk geen idee. Tijdens de Museumnacht spraken we de man die Trix, het dinoskelet van Naturalis, heeft ontdekt en opgegraven. Hij heeft ook nog tips gegeven. Uit voetsporen kunnen ze bijvoorbeeld afleiden hoe de T.rex zich waarschijnlijk bewoog. Wij kregen de tip om onze voeten dichter bij elkaar houden.’

Stil zitten vergt uithoudingsvermogen

Foto Isa de Grood

Koosje de Pooter (25, antropologie): ‘Mijn zus ging soms naakt poseren voor kunstenaars tijdens haar studententijd. Toen ik ging studeren en een bijbaan zocht ben ik een keer meegegaan om te zien hoe het werkt. De sfeer is heel fijn. De tekenaars zijn aardig en respectvol. Ze gebruiken je lichaam ter inspiratie, het gaat er niet om of je mooie tieten hebt. Dat zullen ze ongetwijfeld denken, maar het is niet het hoofddoel. De eerste keer vond ik het wel raar, maar ik wist ook dat ik dit wel vaker kon doen. Het betaalt best goed, het is geen stressvolle baan en je bent geen hele dag kwijt, maar slechts twee of drie uurtjes. Ik beschouw het als een rustmoment. Soms maak ik in gedachten boodschappenlijstjes, andere keren denk ik na over het leven. Op een gegeven moment houdt dat op en probeer je een soort spelletjes te bedenken.

‘Ik heb wel perioden waarin ik er een beetje klaar mee ben. Er ontstaat een routine: je werkt met dezelfde groep mensen en zit in dezelfde standen. Je kunt dit werk niet doen als je je schaamt voor jezelf. Aan de andere kant kan poseren je ook een boost geven. Ik hoor vaak: “Oh, je bent zo prachtig wit!” Terwijl mensen buiten de kunstwereld zeggen: “Jemig, wat ben jij wit.” Na het werken ben je moe. Je doet echt iets, het vergt concentratie en uithoudingsvermogen. Als ik twee uur lang in een houding moet zitten, weet ik dat mijn tenen na twintig minuten gaan slapen en dat ik na dertig minuten niet meer weet waar ik over moet nadenken. De laatste tien minuten zijn het zwaarst. Dan volg ik echt de wijzers van de klok en voer je een soort strijd met jezelf. Je wilt niet dat mensen dat zien. Je hoopt uit te stralen dat je er heel relaxed bij zit en het nog uren vol kunt houden, terwijl je jezelf afvraagt: wanneer stopt het?!’

Meneer, mag ik u doodsteken?

Foto Lize Kraan

Joerie van Sister (24, afgestudeerd archeoloog): ‘Sinds mijn studententijd geef ik rondleidingen, loop rond als Romeinse soldaat en doe mee aan de shows. Als je 1500 mensen een arena laat betreden zonder hen een plek te wijzen, dan krijg je één grote gatenkaas op de banken. Het is dus een kwestie van schuiven, stilhouden of soms juist opjutten. Het Archeon heeft een gemeenschappelijke wapenkamer, maar ik heb ook een eigen kledingset verzameld. Romeins reenactment is groter dan de meeste mensen denken. Bij sommigen moet alles driehonderd procent kloppen, anderen willen in het weekend gewoon eventjes leuk Romeintje spelen.

‘Op internet kun je vrij makkelijk accessoires bestellen uit China of India. Er zitten goede dingen tussen, maar tachtig procent is troep. De helm heeft dan net de verkeerde vorm of het is niet het juiste materiaal. Soms moet je concessies doen. Ik heb een leren riem met beslag erop, waarvan de riemplaatjes met de hand in Duitsland gegoten zijn. Maar mijn kleren zijn dan weer niet met de hand geweven. Onder zo’n harnas slijt het hartstikke snel en zie je de kleding nauwelijks. Ik zorg dan weer wel dat de zichtbare lijnen met de hand gedaan zijn. De marsbepakking is bijna veertig kilo, dus meestal lopen we in het gewone pak. Zonder helm kom je vriendelijker over en wordt het minder snel heet. Nieuwe medewerkers krijgen vaak spierpijn. Soldatenschoenen zijn gemaakt van leer met ijzeren spijkers. Het zijn platte schoenen, zonder zool. Daar moet je lichaam aan wennen. De kinderen vinden het vechten het leukst. Het begint zodra ze de poort doorkomen: “Meneer, zullen we vechten? Mag ik u doodsteken?” Het is leuk om kennis over te dragen. Archeologische vondsten verdwijnen maar al te vaak in laatjes, suffe boeken of rapporten. Dit werk trekt archeologen aan, maar het is geen eis. Het is een flexibele baan. Je kunt in de weekenden werken en als ik tentamens had, viel er meestal wel wat te regelen. Bovendien leer je er veel van. Je ervaart zelf waar historische voorwerpen voor bedoeld zijn. De laatste tijd werk ik hier ook op kantoor en heb ik een eigen bedrijf, maar ik ga nog steeds met plezier het park in.’

Nooit meer de kapper betalen

Aurelie van ’t Slot (23, Asian Studies) is haarmodel: ‘Op mijn zestiende begon ik met modellenwerk. Mijn bureau wilde dat ik van lang bruin haar naar kort blond ging. De kapper die me toen knipte, vroeg of ik ook voor hem werk wilde doen. En als je voor één kapper model bent, dan volgen er meer. Ik ken een fotograaf die me vaak via Facebook vraagt. Toen ik ging studeren ben ik met het andere modellenwerk gestopt. Ik ben alleen haarmodel gebleven voor de gratis knipbeurt. Ik heb al vijf jaar niet meer voor de kapper betaald. Ik wacht gewoon tot de volgende opdracht, behalve als het verschrikkelijk is. In principe durf ik alles. Het groeit toch wel weer aan. Het meest vreselijke kapsel kreeg ik vlak voor ik assessor werd bij Geesteswetenschappen. De kapper wilde een zijkant opscheren. Dat is op zich geen probleem, maar ik zei dat ik het afgeschoren gedeelte moest kunnen bedekken omdat ik nu voor de universiteit werk. Die man luisterde helemaal niet. Ik was zowat kaal! Voor hem werk ik nu niet meer.

‘Je mag soms jurken dragen die je zelf nooit zou kunnen betalen en creëert elke shoot weer een andere persoon. Soms herken ik mezelf totaal niet. Het wordt ook erg gephotoshopt. De modellenwereld is een heel oppervlakkig wereldje. Het gaat alleen om je uiterlijk en je wordt heel zelfbewust. Ik heb wel eens meegemaakt dat het niet zo lekker ging en de fotograaf een ander model zocht. Dan voelt het alsof je niet goed genoeg bent, maar zij zoeken gewoon iets. Gelukkig leef ik er niet van. Fulltime model zijn, zou ik echt niet kunnen.

‘Toen ik in Tilburg studeerde had ik blauw, roze, of groen haar. In Leiden heb ik dat afgebouwd. ‘Aurelie, je bent wel verLeidst!’ zei een oud-docent toen ik haar laatst tegenkwam. Ik was altijd ‘het meisje met de blauwe haren’. Maar ik denk dat ze een assessor met blauw haar minder serieus nemen.’