Nieuws
Tweede studie blijft duur
Universiteiten mogen zelf de tarieven van de collegegelden voor een tweede studie blijven bepalen. Dat is het gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan in Nederland. De Stichting Collectieve ActieUniversiteiten (SCAU) is woedend.
woensdag 15 juni 2016

De overheid betaalt een bachelor- en een masteropleiding. Voor deze opleiding betaalt een student het wettelijk collegegeld dat dit studiejaar op 1.951 euro is vastgesteld. Maar dat is slecht een klein deel van de werkelijke kosten van een opleiding.

Als je verder wil studeren dan heft de universiteit het zogeheten instellingscollegegeld. Universiteiten bepalen zelf hoe hoog dat bedrag is. Per studie zijn er grote verschillen. Dat is niet vreemd want niet elke studie brengt dezelfde organisatiekosten met zich mee. Per universiteit zijn er echter ook grote verschillen in de instellingscollegegeld.

SCAU vindt de hoge tarieven onredelijk en eist dat universiteiten uitleggen hoe ze de prijs van een studie bepalen. Dat gebeurt nu onvoldoende. Om dit te bereiken is de stichting al sinds 2011 tegen acht universiteiten, waaronder die van Leiden, aan het procederen.

Het is overigens zo dat wanneer studenten aansluitend aan hun eerste opleiding aan de universiteit Leiden een tweede opleiding aan de universiteit Leiden gaan volgen, zij ook voor die tweede opleiding het wettelijk collegegeld betalen. Dit geldt zowel voor de bachelor- als de masteropleidingen.

Het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO), de hoogste rechter voor onderwijszaken, bepaalde dat de universiteiten wel degelijk een redelijke afweging maken als ze de tarieven vaststellen.

De SCAU vindt echter dat een civiele rechter hier een uitspraak over moet doen. Studenten kunnen namelijk alleen het hoger collegegeld aanvechten bij het CBHO als ze zijn ingeschreven bij de betreffende studie, is de redenering.

De Hoge Raad ziet dat anders. Studenten die het niet eens is met het hoge instellingscollegegeld kunnen wel degelijk naar het College stappen. Als zij een tweede studie willen doen, kunnen ze bij de universiteit een verzoek indienen om een ander bedrag dan het instellingsgeld te betalen. Als de universiteit daarmee niet akkoord gaat, dan kan een procedure worden gestart bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.

De Raad oordeelt dan ook dat de civiele rechter de zaak niet behandelt. Nu de hoogste rechter een uitspraak heeft gedaan is de juridische procedure afgerond en krijgt SCAU geen gelijk.

Het bestuur van de stichting noemt de uitspraak in een verklaring op Facebook ‘juridisch bizar.’ De stichting vindt het ‘raar’ dat de weg naar de burgerrechter is afgesloten. De uitspraak ‘geeft ons de indruk dat wij geen eerlijke kans hebben gekregen’, schrijft het bestuur.

‘Hoewel wij de Hoge Raad niet meteen van partijdigheid zouden willen betichten, vinden wij het ook raar dat de voorzitter van het college van rechters dat het oordeel schreef, op de loonlijst van één van de universiteiten staat, en een ander 24 jaar lang voor het advocatenkantoor van de universiteiten werkte. Dat draagt niet bij aan ons vertrouwen in het nogal vreemde arrest.’

Overigens is het wettelijk collegegeld voor het studiejaar 2016-2017 vastgesteld op 1.984 euro. Het collegejaar daarop stijgt het bedrag naar 2.006 euro.