Columns & opinie
Geen commentaar: Ik weet het niet meer (en vertrek naar een moslimland)
Petra Meijer
woensdag 15 juni 2016

‘Kom op Petra, nog één keer trappen tegen alles wat je bij de uni niet vindt kunnen.’ Publiceren in je eigen tijdschrift. Aio’s pesten. Peperdure plakken kaas in de kantine. Een communicatieleger dat vijftig maal groter is dan onze redactie, en dat de quotes van onze rector verandert waar je bij staat. Hmm, neuh.

‘Of gewoon iets luchtigs. Je gaat met dolfijnen en schildpadden zwemmen. Dat vinden mensen leuk, zo vlak voor de vakantie.’

Ik begon te knorren. Omdat ik dat nu eenmaal graag doe, natuurlijk. Maar ook omdat ik niet begrijp wat mijn beslissing om ’t Leidsche te verruilen voor een leven als duikinstructeur op een tropisch eiland in Afrika te maken heeft met de lezers van een universiteitskrant. Follow your dream, of zoiets?

Toch volgt zo’n persoonlijk relaas de meest recente ontwikkelingen in de journalistiek. Als ik nrc.next en De Correspondent mag geloven, neemt mijn journalistieke carrière binnenkort een vogelvlucht met artikelen als: ‘Tien redenen waarom ik in een moslimland ga wonen.’ ‘Zij willen hierheen, ik ging naar daar.’ ‘Een dag op een boot zonder internet, dit ging er door me heen.’ ‘Ik leefde een week zonder elektriciteit (en schreef dit stuk met houtskool).’ ‘Ik nam een maand lang elke dag een koude douche.’ ‘Ik at een jaar geen kaas.’

Ikke, ikke, ikke.

Dat is blijkbaar waar het om draait. Een paar weken geleden besloot Correspondent Zelfbevlekking Rob Wijnberg om ‘goede gesprekken die onze correspondenten vaak voeren op de redactie ook als podcast uit te brengen’. Ík moest huilen en tekende een schildpad.

Maar lieve lezers, niet alleen de media lijden aan het grote ik-virus. Brallende studenten zijn vaak drukker bezig met hun public image, dan met het gesprek. Interviews worden vooraf zorgvuldig doorgelezen, soms zelfs door mensen die niet bij het gesprek aanwezig waren. En als je niet oppast, poetsen al die mensen hun verhalen net zo lang op tot ze je in al hun nepheid tegemoet glimmen, ontdaan van elke sprankeling.

Tijdens deze meta-crisis opende ik de resultaten van het grote Mare-lezersonderzoek. En natuurlijk bracht dat verlichting. Mare is niet kritisch genoeg. Mare is alleen maar zuur en kritisch. We haten grote verenigingen. We negeren de kleintjes. Meer wetenschap. Minder wetenschap. Meer Engels. Minder Engels. Journalisten doen het nooit goed, en tegelijkertijd weten ze alles beter. Ik weet juist even helemaal niets meer. ‘Ik wist het niet meer en vertrok naar een tropisch eiland’. Hoe het mijn geestelijke gesteldheid verging? Dat lees je binnenkort. In De Correspondent?