Columns & opinie
Geen Commentaar: Rode kaart
Bart Braun
donderdag 9 juni 2016
© Silas.nl

Als journalist van Mare ben je niet enkel aan het schrijven, soms moet je alleen maar luisteren. Dan komt er iemand naar je toe die vooral zijn verhaal kwijt moet. ‘Ik kan niet verder werken aan mijn proefschrift tot mijn professor ernaar heeft gekeken. Dat doet hij nu al zeven maanden niet.’ Of: ‘Iedereen op onze afdeling is doodsbang voor de baas’, of het soort verhalen dat u op de voorpagina kunt lezen.

Die klachten halen lang niet altijd de krant. Soms blijkt bij wat journalistiek speurwerk dat het verhaal toch wat genuanceerder ligt. Soms trekt een klager zich terug, uit angst voor de gevolgen van publiciteit. Soms nemen we klagers in bescherming tegen zichzelf, en wachten we een rechtszaak af. Dan heeft ons luisterwerk vooral een therapeutische functie.

We zijn in elk geval nooit de eerste halte. Er is altijd al een decaan, vertrouwenspersoon, ombudsmens of andere door de universiteit aangestelde scheidsrechter gesproken.

En vervolgens gebeurde er… geen moer.

Er wordt een commissietje opgericht. Of een reorganisator aangesteld die zich al snel laat inkapselen. Iemand schrijft een rapportje, en dat belandt in een la: een write only-document. Na klachten over pesters in Den Haag werd er een extern adviesbureau ingehuurd, dat de Haagse campus adviseerde om het zelf op te lossen. Vier jaar later is dat nog niet gelukt.

Ook bij de opperbazen van de universiteit hoef je niet aan te kloppen als je leidinggevende je treitert, je hoogleraar je uitperst of de angstcultuur dusdanig is doorgedrongen op je afdeling dat je zelfs de telefoon niet meer op durft te nemen als de letters Mare in het display verschijnen. ‘We spreken er natuurlijk wel over met decanen en bedrijfsvoerders. Waar zaken echt knalhard in het rood staan, zullen we als college wel wat beter kijken’, verkondigde het college van bestuur aan het begin van dit academisch jaar.

Dat is nu bijna voorbij, en de mensen die in het rood staan, zitten er allemaal nog. Vaak al meer dan tien jaar, zelfs.

Je weet toch wie die pestkoppen zijn? Zelfs als het allemaal heel erg moeilijk is om degenen over wie dossiers vol klachten bestaan eruit te gooien, dan ben je het toch nog steeds aan je personeel verschuldigd om het te proberen? Waar zijn al die scheidsrechters voor, als ze geen rode kaarten mogen uitdelen?

Gelukkig is er altijd nog een externe scheidsrechter. Een van de mensen die bij ons kwamen klagen – geen pedagoog, overigens – had, nadat klaagmuren en medezeggenschap faalden, maar een advocaat in de arm genomen.

‘Hij barst van de ervaring: bijna de helft van zijn zaken zijn tegen de universiteit.’