Studentenleven
Kampioenuuuuuhhhh!
‘FC Kneus’ noemden ze zichzelf na hun oprichting in 2012. Dit seizoen maakte het tweede dameselftal van de Leidse studentenvoetbalvereniging Football Factory serieus kans op het kampioenschap, van de vijfde klasse. Mare volgde de laatste wedstrijden.
Marleen van Wesel
woensdag 25 mei 2016
© Foto's: Taco van der Eb

‘Dek je vrouwtje! Dek je vrouwtje!’ brullen de dames van Van Nispen over het voetbalveld van het Universitair Sportcentrum. De nummer twee uit de zondagcompetitie neemt het op tegen de nummer één: het tweede dameselftal van de Leidse studentenvoetbalvereniging Football Factory. Geformeerd in 2012. ‘FC Kneus’ noemden ze zichzelf destijds in Mare. ‘Toen verloren we elke wedstrijd met 30-0. We waren al blij als het een keer 10-0 was’, vertelt teamcaptain Marte Dekker (criminologie). Nu maken ze serieus kans op het kampioenschap, van de vijfde klasse weliswaar, met twee punten voorsprong en nog slechts drie wedstrijden te gaan. Uit de boxen schalt de tune van de Champions League. Het herenteam zondag 2, dat eerder die dag zelf met 6-2 won, sleept nog snel de terrasbanken richting de zijlijn.

De meest gerichte doelschoten komen aanvankelijk van Van Nispen. De grootste dreiging komt echter uit de lucht. Boven de helft van de Football Factory pakken donkere wolken samen. ‘Dómineren, kom op!’ zwepen de Leidse meiden elkaar op. In het net belandt de bal niet. Wel in de sloot. De stok, speciaal daarvoor bedoeld, reikt nauwelijks tot halverwege het water. Vlak voor rust klinkt er nog een ijselijke gil. Een Factoriaan slaat haar armen om haar schenen, terwijl een speler van Van Nispen enkele meters verder terechtkomt en naar haar hoofd grijpt. Als iets later een hagelbui losbarst, is het nog altijd 0-0.

‘Teamwork’, verklaart Dekker de vooruitgang van haar ploeg. ‘We hebben best wat meiden die nog nooit eerder hebben gevoetbald. Die schieten nog steeds niet heel ver, maar we raken meer op elkaar ingespeeld.’ In de tweede helft moet nog blijken of dat volstaat tegen Van Nispen. Die meiden komen uit het dorpje De Zilk en voetballen misschien al wel samen sinds de F’jes. ‘Fysiek is Van Nispen sterker’, denkt Dekker bovendien. In de tweede helft stuiven de Factorianen in volle vaart op het tegendoel af en de keeper ziet geen andere uitweg dan de bal de sloot in te stoten. Buiten het bereik van de stok, deze keer. Een reservebal blijkt niet snel voorhanden, maar een fietser aan de overkant is bereid natte sokken te riskeren. En dan, in de laatste twintig minuten, wordt de strijd feller. Rakelings vliegt de bal ineens lángs de keeper van de Football Factory, maar ook langs het doel. Er wordt meer gerend en de ballen gaan hoger en verder. En dan is het Van Nispen die scoort, een kwartier voor tijd. Uit hun dug-out klinkt een hoop kabaal, uit die van de Football Factory een enkele gesmoorde ‘kutzooi’. Twee minuten later al is er de gelijkmaker, vanuit een corner. Het gejuich gaat al snel over in de vraag: ‘Wie scoorde er?’ ‘Ja, wie was dat nou?’ ‘Duizend engeltjes!’ Het was toch echt Liselot Zweers. Fysiotherapie studeert ze, aan de hogeschool. ‘De andere meiden komen wel eens met kwaaltjes naar me toe’, vertelt ze na het fluitsignaal. ‘Charlie en ik renden net tegelijkertijd voor de goal. Hij kwam precies voor haar rechtervoet en voor míjn linker. Ze zag mij ook, waardoor ik hem er met links in kon schuiven.’ ‘Met 1-1 staan we nog steeds twee punten voor. Het blijft spannend’, zegt Dekker, terwijl ze het veld afloopt.

‘Ennn… húp!’ roept coach Oskar Hammerstein. Op het veld zijn alleen de rood-zwarte shirts van de Football Factory te zien. Op Hammersteins commando trappen de meiden van Dames 2 ballen over.

‘De wedstrijd is afgelast’, weet Roos van Dam (psychologie). Samen met een stuk of vijf ploeggenoten van Dames 1 zit ze op het terras, zonnebril op de neus. ‘Zij worden kampioen. En wij degraderen niet. Hopelijk. Hoeveelste staan we zelf eigenlijk?’

‘Tiende. Van de twaalf’, zegt Nikki van Luxemburg (geneeskunde).

‘Ik vrees dat de tegenstander niet komt opdagen’, komt Hammerstein (logistic engineering, hogeschool) vertellen. Het is inmiddels half vijf. Een officiële afmelding is er niet. Dan maar een extra training. Zijn eigen competitie met Heren Zondag 1 is al afgelopen. ‘Daarmee zijn we derde geworden.’ Sinds dit jaar coacht hij Dames 2. ‘De vorige coach ging in het buitenland studeren.’ Voor hij terugloopt meldt hij nog: ‘Van Nispen heeft vandaag gewonnen met 4-2. Dus we zijn bang dat we punten mislopen.’

Loeiheet is het. Regelmatig wordt het spel stilgelegd voor waterpauzes. ‘Kijk, soms kunnen wij heel goed spelen. Dan moeten we wel de ruimte krijgen. Als het andere team er heel erg bovenop zit, hebben we meer techniek nodig. En dán krijgen we het zwaar’, vertelt Dekker na afloop. ‘Nu kregen we alle vrijheid om rond te rennen.’ En zo werd het 5-1. Kampioen zijn ze nog niet. ‘Afgelopen week stond Van Nispen op papier even een punt voor. Nu staan wij er weer twee voor, maar zij moeten nog een wedstrijd.’ Zelfs willen ze de wedstrijd tegen SJC2 ook inhalen. ‘In het amateurvoetbal krijg je tegenwoordig geen punten als een wedstrijd niet gespeeld is.’ Promotie naar de vierde klasse zit er waarschijnlijk evenwel in. ‘Maar de vorige wedstrijd tegen SJC2 is de enige die we afgelopen seizoen hebben verloren.’

‘Vasthouden! Scheids! Dat was vasthouden, man!’ roept Hammerstein verontwaardigd. Het gaat er hard aan toe, tijdens de inhaalwedstrijd tegen SJC2. De Factorianen gaan de rust in met een 0-1 achterstand. In de kleedkamer gaat de limonade rond, maar verschillende meiden hebben al een champagnefles beet voor straks, na de wedstrijd. ‘Sommigen van ons zijn afgelopen maandag naar de laatste wedstrijd van Van Nispen gaan kijken’, vertelt Dekker. ‘Het was een soort De Graafschap tegen Ajax. Toen we vernamen dat Van Nispen verloren had, hebben we ons kampioenschap al een klein beetje gevierd.’ Hammerstein draagt al een kampioensshirt en de champagne staat tijdens de tweede helft klaar in de dug-out, tussen pitchers bier die steeds leger raken en een flinke luidspreker. Ernaast, in een rood plastic boodschappentasje van de Dirk: de beker.

‘Wie is er eigenlijk aan het vlaggen?’ vraagt een van de reservespelers, zo’n twee minuten in de tweede helft. Voor haar voeten ligt een vlag. ‘Nee hè…’ Vrolijk vloekend rent ze zelf naar de lijn. Op het veld is de sfeer een stuk grimmiger. Wanneer Dekker even niet aan de grijpgrage tegenstander ontkomt, levert dat een penalty op. Joelle Fransen (criminologie) mikt ‘m erin. Het staat 1-1. ‘Laatst, tijdens een training, schoot ik er een paar in’, vertelt ze later. ‘Dus nu mocht ik ‘m nemen, mijn eerste penalty tijdens een wedstrijd.’

‘Maak moeilijk! Maak Moeilijk!’ spoort Hammerstein z’n dames aan. Intussen proberen drie reserves zijn aandacht te trekken. ‘Ozzy! Hier staan we!’ Het is de kampioenswedstrijd. Iedereen wil spelen. Eindelijk roept Hammerstein de scheids zónder verwijten naar de tegenpartij. ‘Scheidsie! Wissel!’ Wanneer de tegenstander ook wisselt, gaat er een zucht van verlichting over het veld. ‘Kom op meiden, de beuker is eruit’, roept een Factoriaan. Langs de zijlijn wordt desondanks druk gezocht naar ijs voor de kwetsuren. ‘Is hier ergens water?’ komt Maura van den Kommer snel vragen, als het spel weer stil ligt omdat een teamgenoot bruut is gevloerd. Er is alleen bier. Met een flink deel van het elftal stevent ze nog eenmaal op het doel van SJC2 af. Het publiek veert nog één keer op, om zich daarna de champagne maar vast in gereedheid te brengen. ‘Je kunt het beste eerst de dop eraf halen, en dan pas schudden, met je vinger erop’, tipt iemand. ‘Die van mij gaat al een beetje’, schrikt Dekker, die gewisseld is met een van de reserves. ‘Hou ‘m tegen, Dex!’ roepen haar ploegmaten. Want, zo gebaart de scheidsrechter: nog één minuutje. ‘Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaahhh!’, klinkt het even later van ontlading én pijn. Champagne spuit alle kanten op. ‘Weee are the champions! Weee are the champions’, schalt door de luidspreker, nu en dan overstemd als iemand de bijbehorende karaokemicrofoon te pakken krijgt. Iedereen stormt het veld op, met in de achterhoede degenen die vandaag voor de eer sneuvelden: hinkelend, met bloedende knieën, een sjaal als mitella, tranen stromen over de wangen. ‘Kampioenuuuuuhhhh!’

In de kantine staat Maura van den Kommer, een van de oprichters van het team, even later te stralen, met de beker in haar handen. ‘Van mijn moeder mocht ik nooit op voetbal. Toen ik op kamers ging dacht ik: ik ga voetballen. Eerst waren we heel slecht. Echt héél slecht.’ Wat er sindsdien is veranderd? ‘Veel trainen. En elke El Cid wat nieuw talent erbij.’

De uitslagen

Heren zondag 2 sluit het seizoen traditioneel af met een galawedstrijd. Een dj-set en een barbecue stonden al klaar, op 8 mei, en er was zelfs nog een kleine kans op het kampioenschap. De tegenpartij verkoos echter de Eredivisie en meldde zich af. ‘We hebben onze supporters gevraagd wie het tegen ons op durfde te nemen’, vertelt Roy Couvreur (geneeskunde, net als haast het hele team). ‘Zo werd het 1-0.’ Voor Heren zondag 2? ‘Tja, we hebben de teams een beetje gehusseld. Er deden ook dames mee.’

Na een officiële inhaalwedstrijd vorige week eindigden de geneesko’s als tweede in de achtste klasse. Samen met Heren zaterdag 2 (zevende in de zesde klasse) kunnen ze rekenen op een promotie, net als Dames 2. Een deel van het damesteam althans. ‘We zijn inmiddels met te veel meiden voor één team, dus we gaan splitsen’, vertelt Joelle Fransen. ‘Al hebben we eigenlijk nog iets te weinig spelers voor twee teams.’

Sinds de oprichting in 2008 breidt de LVV Football Factory gestaag uit. Momenteel zijn er vijf heren- en drie damesteams. Nog wat successen: Heren zaterdag 1 haalde een zevende plaats in de vierde klasse, de hoogste Factory-klassering ooit. Coach Hammersteins herenteam zondag 1 haalde dus de derde plaats in de vijfde klasse. Dan is er nog Heren zaterdag 3 (twaalfde in de achtste klasse) en Dames 3, die zichzelf met negen punten in de vijfde klasse wisten te overtreffen. En uiteraard Dames 1, in de derde klasse, die uiteindelijk een degradatie wisten te voorkomen.

Deze zaterdag doet LVV Football Factory ook mee aan het Summer Sport Festival op het Universitair Sportcentrum.