Columns & opinie
Column: PSSS
woensdag 25 mei 2016

Maandenlang had ik er naar uitgekeken; de dag dat mijn scriptie af zou zijn. Dan hoefde ik niet langer in mijn eentje thuis te lezen en te schrijven terwijl buiten het leven ook zonder mij gewoon door ging. Dan zou ik ook weer naar buiten kunnen, mijn vriendin weer eens zien, met mijn vrienden in de kroeg hangen, eigenlijk alles behalve aan mijn scriptie werken.

Afgelopen woensdag was het zo ver. Mijn scriptie was klaar. De laatste spelfouten waren eruit gehaald, de laatste kromme zinnen recht geschreven. Ik printte het geheel uit, leverde het in en plotseling had ik geen idee meer wat ik in godsnaam moest gaan doen. Alle dingen die me zo leuk leken om te doen toen ik er nog geen tijd voor had, waren plotseling niet meer de moeite waard. Bovendien, waar ik vaak genoeg bij vrienden en medestudenten had meegemaakt dat de scriptie zelf veel stress opleverde, werd ik plotseling overvallen door een paniekerig gevoel dat ik al in maanden niet meer had ervaren.

De afgelopen maanden was het hard werken geweest, maar tegelijkertijd ook prettig overzichtelijk. Eerst had ik een hoofdvraag en een paar deelvragen bedacht, vervolgens moest ik een aantal boeken en artikelen lezen om de vragen te kunnen beantwoorden, daarna verdeelde ik de antwoorden logisch over een aantal hoofdstukken en paragrafen en toen was het eigenlijk alleen nog maar een kwestie van het inkleuren van de kleurplaat die ik zelf getekend had.

Nu was ik klaar met studeren en had ik niet eens meer een kleurplaat om in te kleuren. Ik bedacht me dat ik voor het eerst sinds mijn vierde helemaal niets meer te doen had. Sterker nog, als ik zelf niets zou ondernemen zou ik tot mijn zevenenzestigste niets meer te doen hebben en geen geld krijgen, waarna mijn AOW gestort zou worden. Ik zou het nog een paar maanden uit kunnen zingen met mijn spaargeld, maar daarna zou ik mijn huis niet meer kunnen betalen, geen boodschappen meer kunnen doen en noodgedwongen terug moeten verhuizen naar m’n ouders.

Als ik geluk had, zou ik mijn intrek mogen nemen in de schuur van m’n ouders en mijn dagen slijten zoals Frank van Putten uit van Kooten en de Bie; op alles wat mijn moeder zou zeggen met mijn tanden op elkaar ‘ja moeder’ en ‘nee moeder’ antwoorden en de hele dag fantaseren over zwieren met zo’n lekker blond ding.

En dan word ik daar nog niet eens voor behandeld, voor mijn PSSS, mijn postscriptie stressstoornis, want ik denk dat je het zo wel kunt noemen. Dus mocht u nog een baan voor me hebben, of een andere interessante dagbesteding, dan houd ik me van harte aanbevolen. Ik kan aardig schrijven, werk goed onder druk en heb er geen problemen mee om mijn eigen koffie te zetten. U weet me te vinden.

Door Tim Meijer

Tekenaar Bandirah maakte deze week een toepasselijke tekening bij het naderend afstuderen van filosofiestudent Tim.